Overeenkomsten en verschillen

0
217
De eerste komst
1-Christus komt om zondaren te redden (Johannes 3:17, 1 Timoth. 1:15)
2-Christus vergoot Zijn bloed (Handelingen 20:28, Romeinen 3:25)
3-Christus reed nederig op een ezel (Mattheus 21:2-6)
4-de duivel liet Jezus vastbinden (Marcus 15:1)
5-Jeruzalem werd verwoest (Mattheus 24:2, 70 na Christus)
6-Jezus als Lam van God (Johanned 1:29)
7-Jezus verworpen door de Joden, maar ontvangen door de heidenen (Handelingen 28:26-28, Romeinen 11:11)
8-Jezus weigerde de koninkrijken van deze wereld (Lucas 4:5-8)

9-Jezus vestigde een geestelijk koninkrijk (Romeinen 14:17)

10-De koning der Joden werd gekruisigd (Mattheus 27:37)
11-Christus ontvangt een kroon van dorens (Mattheus 27:29)

12-Jezus lag in een kribbe (Lucas 2:7)

De tweede komst
1-Christus komt om zondaren te oordelen (2 Tess. 1:7-9)
2-Christus vergiet het bloed van Zijn vijanden (Openb. 14:14-20, Jesaja 63:1-6)
3-Christus berijdt als Overwinnaar een wit paard (Openb.19:11)
4-Christus bindt de duivel (Openb. 20:2)
5-Babylon wordt vernietigd (Openb. 18:2)
6-Jezus is de Leeuw van Juda (Openb. 5:5)
7-Jezus wordt aangenomen door de Joden (Hosea 6:1-2, Lucas 13:35)
8-Jezus bestuurt de koninkrijken van deze wereld (Openb. 11:15)
9-Jezus vestigt een koninkrijk op aarde (Openb. 11:15, Daniël 2:44)
10-De Koning der koningen regeert (Openb. 19:16)
11-Christus ontvangt vele kronen (Openb. 19:12)
12-Jezus zit op de Troon (Lucas 1:32-33, Openb. 3:21, Openb. 7:17)