Pimpbui

0
320
Soms heb ik van die wilde ideeën; dan moet ineens alles veranderd worden in huis. De hele dag ben ik dan bezig met schuiven, gordijnen omwisselen, kussentjes vervangen, prullaria opruimen en vergeten spulletjes van zolder halen. Na zo’n dag is de kamer helemaal opgepimpt en voel ik me als een visje in het water in onze ‘nieuwe’ inrichting. Als mijn man ’s avonds thuiskomt, vindt hij een totaal onbekend huis en een vrouw die hem ergens wel bekend voorkomt. Hij kust dan gewoon ‘de vrouw in huis’ en als ze niet teveel tegenstribbelt, heeft hij waarschijnlijk de goede vrouw en het goede huis.

Nou had ik laatst weer zo’n pimpbui. Ik besloot dat de antieke Breughel kast maar eens opgefrist moest worden. Donkerbruin vond ik niet meer van deze tijd en ik had ‘toevallig’ nog een paar potten roze verf in de kast staan.

Ik besloot eerst de bovenste helft van de kast te verven. Dat viel niet mee. Al dat houtsnijwerk moest worden geschuurd. Op z’n Rinekes ben ik aan het kliederen gegaan. Al gauw zag ik dat de kast wel iets rozer uitviel dan ik gedacht had. Samen met mijn man stond ik ernaar te kijken. Hij zweeg wijselijk, totdat ik hem vroeg wat hij ervan vond. Hij draaide zich naar mij om, keek me aan en zei: ‘Om eerlijk te zijn, die kast vind ik spuuglelijk, maar ik houd van jou,’ en toen kuste hij me.

Dit was zo’n moment waarop het mij niet meer interesseerde dat ik mijn fout moest toegeven. ‘Hij is wel een tikkeltje te roze, nietwaar?’ zei ik tegen hem. ‘Zullen we het bovenste deel dan maar in de schuur zetten?’ Sindsdien is het bovenstuk van die kast een nieuwe bergplek voor mijn overige blikken felgekleurde verf en in de kamer doen we het nu met het geschuurde onderstuk van de kast.

Ik prijs mezelf gelukkig dat ik getrouwd ben met zo’n man. Ik kan gewoon ‘niks’ fout doen. En als ik per ongeluk wel iets fout doe, dan schudt hij eens met zijn hoofd en kijkt hoe we de situatie zo kunnen omdraaien dat we er als winnaars uitkomen. Het relaxte hiervan is dat ik mezelf helemaal vrij voel. Ik kan beslissingen nemen, zonder dat ik mezelf steeds hoef af te vragen wat ‘mijn man hier van zal vinden’.

Ik denk echt dat mijn man hierin een afspiegeling is van God. Zonder twijfel heeft God wel eens Zijn bedenkingen bij de dingen die ik doe, maar ondanks dat houdt Hij van me. Dat is Gods karakter. En zo mag ik leven vrij in eenheid met Hem! En dat wens ik iedereen toe.

Rineke