Hem gaf ik ook een knuffel want van hem houd ik evenveel als van zijn broertje.
Opmerkelijk toch, dat God het verjaardagvieren niet in de Bijbel heeft opgenomen. Er worden wel jaren genoemd van hoelang iemand had geleefd en in Matteus en Lucas staat het geslachtsregister van Jezus beschreven. Maar nergens dat iemand zijn verjaardag vierde. Natuurlijk, God had bij de schepping ook niet de intentie dat de mens maar een X aantal jaren zou leven. Het was de bedoeling dat we eeuwig zouden leven. Maar door de intrede van de zonde kwam er de klad in.
In Psalm 90:8-13 staat iets heel moois. ‘U ziet onze zonden scherp voor U. Onze meest verborgen zonden komen bij U aan het licht. Zo eindigt ons leven onder Uw boosheid. De jaren van ons leven gaan als een zucht voorbij. Onze gemiddelde leeftijd is zeventig jaar. Alleen de zeer sterke mensen worden tachtig jaar. Alles waarop wij trots waren, blijkt toch alleen maar moeite en verdriet met zich mee te brengen. Het leven vliegt voorbij en voor we het weten zijn we gestorven. Wie kent de kracht van Uw toorn en de omvang van Uw ergernis? O God, leer ons zó te leven dat wij ons uiteindelijk de wijsheid eigen maken. Kom toch terug, Here! Hoe lang moet het nog duren?’ (Het Boek)
Dit schreef de psalmist ongeveer drieduizend jaar geleden. Hij vermeldt dat de gemiddelde leeftijd toen net zo was als nu. Hij erkent dat God onze zonden ziet. Hij bemerkt dat de jaren voorbij vliegen. Maar dan komt er iets moois. Hij vraagt God om ons zo te leren leven dat we uiteindelijk de wijsheid eigen maken. Welke wijsheid? Nu wij het Nieuwe Testament hebben mogen we ontdekken dat wij de wijsheid in Christus Jezus, Gods Zoon, ons eigen mogen maken. Aardse wijsheid houdt geen stand, maar Goddelijke wijsheid wel. Daar hebben we een heel leven voor nodig. En dan vraagt de psalmist: Here, kom toch terug! Hoe lang moet het nog duren? Wij leven nu in een tijd waarin we deze bede ook voortdurend mogen opzenden. Eerst vraag ik ’s morgens aan de Heer om Zijn wijsheid voor die dag. Wijsheid die ik nodig heb om naar Zijn wil te leven. Dan vraag ik of Hij, Jezus, spoedig terug komt. Dan breekt er een tijdloosheid aan waarin we geen verjaardag meer hoeven vieren maar wel dat het een beleving zal zijn van wel duizenden verjaardagen bij elkaar. Daar kan ik naar uitzien.
Maar ondertussen geniet ik van kleine dingen zoals een kleurplaat op mijn verjaardag en een glunderend jongetje dat daar weer plezier in heeft.
Peter