De Schepping 3/4 – Overgegeven aan de tijd

0
379
These 3: Als gevolg van de zondeval werd de volmaakte schepping overgegeven aan een andere tijd die alles kapot maakt.
========================================================================

De schepping van Genesis hoofdstuk 1 is NIET de schepping waarin wij leven.

De eerste bladzijden in de bijbel schilderen een volmaakt universum, waarin mens en dier, dicht bij God, in harmonie leefden met elkaar en met de natuur. Wij leven echter in een wereld die weliswaar heel mooi is, maar ook zéér problematisch en verre van perfect.

Door Leo Habets

De kosmos neergeworpen
Wat is veranderd?
Dat legt Paulus ons uit; de vroegere farizeeër en vervolger van christenen, die na zijn dramatische bekering een inzicht heeft gekregen in de dingen van God dat ver uitstijgt boven datgene wat wij normaal kunnen weten. Hij beschrijft in 2 Corinthiërs 12:1-5 dat God hem toestond de derde hemel en het paradijs te bezoeken (was dat een bijna dood-ervaring?) en dat hij daar dingen heeft gehoord en ervaren die onuitsprekelijk zijn. Bovendien geeft hij in Galaten 1:12 aan dat Jezus Christus zelf hem veel geopenbaard heeft.

Zo’n ‘bovennormaal’ inzicht vinden wij bijvoorbeeld in een vers dat we in de vorige studie al hebben aangehaald. Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht (Efeziërs 1:4).

Waar het mij nu bij dat vers om gaat is de uitdrukking vóór de grondlegging der wereld. Dat is een beetje ongelukkig vertaald. In het Grieks staat er namelijk ‘pro katabōles kosmou’. Die uitdrukking komt, in deze betekenis, elf keer in het Nieuwe Testament voor en wordt bijna altijd vertaald met ‘grondlegging’. Het probleem van deze vertaling is dat ‘grondlegging’ voor de meesten van ons de betekenis heeft van ‘start’, ‘tot stand brengen’ of ‘oprichting’. Men spreekt bijvoorbeeld over de grondlegging van een stichting. Dat is echter niet wat hier bedoeld wordt. Het gaat hier letterlijk om ‘op de grond leggen’. Een betere vertaling is daarom ‘neerwerpen’. Dan staat er: Hij heeft ons in Hem uitverkoren voordat de wereld werd neergeworpen.

Waarom gebruikt Paulus deze uitdrukking?
Ik denk dat hij ons in een andere brief het antwoord geeft. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is (Romeinen 8:18-22).

Paulus vertelt ons dat met die schepping, waarvan God zei dat die (zeer) goed was, iets verschrikkelijks is gebeurd. Gods volmaakte schepping werd onderworpen aan vruchteloosheid en dienstbaar gemaakt aan de vergankelijkheid.

Om zijn uitleg kracht bij te zetten gebruikt Paulus, naast de woorden onderworpen, vruchteloos en vergankelijkheid, nog een paar andere sterke uitdrukkingen. Hij heeft het over het feit dat de schepping bevrijd moet worden. Dat woord impliceert onvrijheid en gevangenschap. Verder vergelijkt hij het lijden op deze planeet met de vertwijfeling en pijn die voorafgaan aan een geboorte. En, schrijft hij, die pijn geldt voor de hele schepping, dat wil zeggen voor iedereen en alles.

Onderworpen …
Onderwerpen betekent ‘onder gezag brengen’, ‘overheersen’, ‘overmeesteren’. Het is een woord dat je gebruikt bij een tegenstander. Je onderwerpt en overheerst een overwonnen vijand. Zo werd de volmaakte schepping kennelijk eens verworpen, neergeworpen en onderworpen.
Onderworpen aan wat?

… aan vruchteloosheid
Synoniemen voor het woord vruchteloos zijn: ‘doelloos’, ‘ijdel’, ‘mislukt’, ‘corrupt’, ‘nutteloos’, ‘tevergeefs’, ‘voor niets’, ‘verloren’.
Een andere vertaling zegt: Overgegeven aan zinloosheid. Klinkt ook al niet beter. Overgeven betekent ‘loslaten’, ‘laten varen’, ‘aan zichzelf overgeven’. We gebruiken datzelfde woord zelfs voor ‘braken’. En ‘zinloos’ betekent: ‘ijdel’, ‘zonder zin’, ‘dwaas’, ‘onverstandig’.

Als wij deze woorden van Paulus letterlijk nemen moeten wij even slikken. Dan leven wij in een schepping die zonder betekenis is; nutteloos, doelloos, tevergeefs; een schepping die verloren is gegaan. Datzelfde geldt dan ook voor ons mensen als deel van die schepping.

Dienstbaar …
Het woord ‘dienstbaarheid’ is een vertaling van het Griekse woord ‘douleias’, dat afgeleid is van ‘doulos’, wat ‘slaaf’ betekent. Paulus gebruikt gespierde taal om de dramatiek van datgene wat heeft plaatsgevonden in woorden te vatten. De volmaakte schepping van God is volgens hem een slaaf geworden; dat wil zeggen onderworpen aan slavernij, gebonden en niet meer vrij.
Dienstbaar aan wat?

… aan de vergankelijkheid
Vergankelijk is een begrip dat met tijd te maken heeft. Het woord is afgeleid van ‘vergaan’ en betekent: ‘bederven’, ‘aflopen’, ‘achteruitgaan’, ‘bezwijken’, ‘instorten’, ‘ontbinden’, ‘rotten’, ‘ten onder gaan’, ‘verstrijken’, ‘verteren’, ‘vervallen’. De schepping is dus slaaf geworden van de tijd. Door de voortschrijdende tijd degenereren en sterven mensen, dieren en planten, en wordt materie afgebroken.

Paulus introduceert hier de tijd zoals wij die kennen. Alles heeft, in tegenstelling tot Genesis 1, van nu af aan niet alleen een begin maar ook een einde. Alles ontspruit, bloeit, groeit, verwelkt en sterft af. Dat geldt voor mensen, dieren, planten, ja zelfs voor dode materie. De tijd maakt uiteindelijk iedereen en alles kapot. (Alles gaat naar één plaats, alles is geworden uit stof, en alles keert weder tot stof (Prediker 3:20). Het is een volkomen ander milieu dan in Genesis hoofdstuk 1. Daar sprak God en het was en bleef. Van nu af aan ligt het begin en het einde in de schepping zelf. De schepping, die werd overgegeven aan de vergankelijkheid draagt door de tijd, die voortschrijdt en kapot maakt het leven en de dood in zich.

Het feit dat Paulus het nodig vond te schrijven dat de schepping werd onderworpen aan vruchteloosheid en overgegeven aan de vergankelijkheid is een belangrijk gegeven. Het betekent namelijk dat het vóór deze gebeurtenis niet zo was. Het betekent dat de schepping vóór de catastrofe die Paulus beschrijft NIET verloren of vergankelijk was en NIET verging of degenereerde.

Ervoor en erna
Kijk eens naar dit overzicht. Rechts ziet u de gevallen schepping zoals Paulus die beschrijft en zoals wij die vinden vanaf Genesis 3. Links ziet u hoe de schepping van Genesis 1, vóór dit dramatische moment was. Daartussen ligt de grote catastrofe van de zondeval.

Een gigantische neerwaartse spiraal
Door de grote catastrofe en het neerwerpen van de schepping veranderde ALLES. Er ontstonden natuurwetten van de vergankelijkheid; vaststaande, onveranderbare, keiharde wetten, waardoor het leven op aarde tot in de kern veranderde.

Een andere realiteit
De eerste en grootste verandering is dat er iets met tijd, ruimte en materie is gebeurd.

Om deze verandering duidelijk te maken wil ik wijzen naar Openbaring 21 waar de nieuwe hemel, de nieuwe aarde en het nieuwe Jeruzalem wordt beschreven. Wat opvalt is dat het ook daarbij gaat om een schepping binnen tijd, ruimte en materie, vergelijkbaar met ons universum, die toch heel anders is. Er wordt gesproken over muren, poorten, straten, edelstenen, goud en glas (materie), een meetstok om alles op te meten (ruimte) en het feit dat er geen nacht meer zal zijn (tijd). Het grote verschil is echter dat God zelf daar woont en dat Hij de tranen van de ogen zal afwissen. Er is geen moeizaam leven meer, geen lijden en geen dood. Alles is nieuw en niets wordt afgebroken, kapot gemaakt of sterft af. Vergelijkbaar met de schepping in Genesis hoofdstuk 1, waar we óók lezen dat alles zéér goed was. Met andere woorden de bewering dat het in het eerste hoofdstuk van de bijbel gaat om een andere ‘tijd, ruimte en materie’ dan die welke wij kennen wordt ondersteund door het feit dat dit in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde ook zo zal zijn.

Interessant in dit verband is ook nog dat het woord ‘paradijs’ gebruikt wordt voor zowel de eerste schepping, als ook de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Genesis 2:8, Openbaring 2:7). Dat duidt op een overeenkomst.

Paulus vertelt ons in Romeinen 8 (wat we ook vinden in Genesis 3), dat de goede en volmaakte schepping werd overgegeven aan de vergankelijkheid, dat wil zeggen aan de tijd.
Opnieuw: daaruit volgt dat de schepping van Genesis 1 niet vergankelijk was (zoals de nieuwe hemel en aarde niet vergankelijk zullen zijn).
Er was dus een andere tijd vóór onze tijd.
In ‘onze tijd’ en vanaf het moment van overgave sterft alles af.
Daarvoor niet en daarna niet!
Nu maakt de tijd alles kapot.
Daarvoor niet en daarna ook niet!

===============================================================================

Het mysterie tijd
Misschien kunnen wij tijd voorstellen als een dunne lijn die zich voortbeweegt; dat is het moment ‘nu’. Vóór die lijn is niets. Ná die lijn ook niet. De enige werkelijkheid is die lijn en datgene wat zich daarachter verbergt. Eigenlijk zou die lijn met krommingen moeten worden weergegeven omdat we sinds de relativiteitstheorie van Albert Einstein weten dat de voortbeweging van de tijd niet absoluut is en o.a. beïnvloed wordt door de zwaartekracht.

Achter de dunne lijn van de voortbewegende tijd (die we voor het gemak wèl weergeven als een rechte lijn) bevinden zich ruimte, materie en energie. De ruimte is driedimensionaal (hoogte, breedte en diepte). Materie kan alleen zijn binnen die ruimte. Met de voortschrijdende tijd bewegen ruimte (die zich steeds verder uitbreidt) met daarin de materie (die wordt afgebroken) zich voort. De enige realiteit blijft echter het moment ‘nu’. Dat betekent dat uw huis van gisteren op het moment ‘nu’ niet meer bestaat. Ook de straat niet; de wereld niet; het heelal niet, en u niet. En wat ‘doorgeschoven’ wordt naar morgen of de volgende seconde, is er nog niet.
Zo is de tijd de ultieme gevangenis. We kunnen geen milliseconde vooruit of achteruit in de tijd. Ik kan mij niet in de tijd bewegen, maar wel in de ruimte, die wordt vooruitgeschoven door de tijd.

Als de tijdlijn zich voortbeweegt met de snelheid van het licht, zoals mogelijk in Genesis 1 en in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, blijft materie constant en wordt niets afgebroken. Als de tijdlijn zich langzamer beweegt dan de snelheid van het licht, zoals in onze neergeworpen kosmos, wordt materie ‘ingehaald’ door de tijd en wordt afgebouwd en afgebroken. De verlangzaamde tijdlijn breekt alle materie en daarmee ook alle leven af. Het betekent evolutie, groeien, afbreken, afsterven en doodgaan.

========================================================================================

Alles corrupt
Met de veranderde tijd, die alles kapot maakt, is ALLES, werkelijk ALLES, veranderd.
Paulus vertelt ons in Romeinen 8:20 dat de schepping onderworpen werd aan vruchteloosheid. Het woord vruchteloos (Grieks: mataiotēti) kan ook vertaald worden met corrupt.
Corruptie in de natuur betekent ‘rottig’, ‘verdorven’, ‘aan verval onderhevig’.
Maar, ook mensen zijn corrupt. Wij zoeken allemaal ons eigen voordeel en nemen het daarbij niet zo nauw met de waarheid. Hier heeft het woord corrupt de betekenis van ‘omkoopbaar’, ‘bedrieglijk’, ‘oneerlijk’, ‘onbetrouwbaar’.

Hoe vaak gebeurt het dat politici, zakenmensen, wetenschappers, sportmensen, guru’s in de media, of anderen in positie van macht in het geheim en door bedrog hun eigen voordeel zoeken? Het is aan de orde van de dag. En laten wij niet de eerste steen werpen, want die corruptie is in ons allemaal. Niet in die mate waarin bijvoorbeeld dictators miljarden op geheime buitenlandse rekeningen ‘sparen’, maar in wezen gaat het om hetzelfde. Laten wij onszelf niets wijs maken. Nee, we zijn geen goede mensen, maar mensen die mogelijk geleerd hebben ‘het kwade spel goed te spelen’, om zodoende te krijgen wat wij willen. Vindt u dat overdreven? Luister naar wat Jezus te zeggen heeft over ons mensen. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein (Marcus 7:21-23).

Consequenties van de zondeval
In Genesis 3:8-24, het bijbelgedeelten dat spreekt over Gods bezoek aan Adam en Eva na hun zonde, worden enkele consequenties van de zondeval en het neerwerpen van de schepping genoemd. Daaruit voortvloeien een ontelbaar in dat bijbelgedeelten niet vermelde destructieve gevolgen.

Vervloekt
Het meest duidelijk wordt de hopeloze situatie van het gevallen universum weergegeven in de volgende woorden van God zelf: De aardbodem is om uwentwil vervloekt (Genesis3:17). Er ligt een vloek op de schepping waarin wij leven. De oorzaak is de zondeval. Het gevolg is dat God Zijn volmaakte schepping heeft overgegeven (uitgekotst) en neergeworpen.

Veel werk
Omdat alles vervalt en aan alles een einde komt moeten in de gevallen schepping dingen onderhouden worden. Er moet worden opgeruimd en schoongemaakt. Onkruid groeit overal. Het veld moet bewerkt en verdedigd worden. Een schuur moet gebouwd worden om het voedsel te bewaren voor de winter. Ineens is er héél véél te doen. En precies dat werk noemde God na de zondeval als straf toen Hij Adam en Eva uit het paradijs verdreef. Al zwoegende zult gij daarvan (van de aardbodem) eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten (Genesis 3:17-19).

Overlevingsstrijd
Door het verval van alles en de wetenschap dat het leven voorbijgaat is een strijd ontbrand om te overleven. Overleven is niet meer gemakkelijk of vanzelfsprekend. Integendeel, door de overgave aan de vergankelijkheid is ‘ten onder gaan’ de norm geworden. Het gebeurt vanzelf en sneller dan je denkt als je daar niets tegen doet. Alleen als je je weert heb je een kans om (nog even) te overleven.

Angst
Met de overlevingsstrijd is ook de angst gekomen. Enerzijds is angst een ingebouwde waarschuwing tegen mogelijke gevaren. Anderzijds kan de angst om te overleven, of de angst voor allerlei reële of niet reële bedreigingen, het leven behoorlijk kapot maken.

Egoïsme
De keiharde overlevingsstrijd leidt tot egoïsme. Daardoor heeft een, voor het leven in de tijd van de vergankelijkheid noodzakelijk – maar ook destructief – fenomeen zijn intrede gedaan: het recht van de sterkste. De hele schepping – mensen, dieren en de natuur – doet alles om te overleven. Ten koste van anderen!

Het recht van de sterkste betekent willen winnen, domineren, over lijken gaan om jezelf door te zetten. Het betekent manipuleren, bedriegen, met de ellebogen anderen terugstoten, de zwakke plekken van anderen vinden en die uitbuiten. Het betekent vechten, vernederen, kapot maken, doden. Alles of niets! Leven of dood. Vreten of gevreten worden. The winner takes it all.

Het recht van de sterkste heeft niets, maar dan ook niets met liefde en barmhartigheid te maken. Integendeel: het is uitsluitend en alleen gericht op het eigen voortbestaan en is bereid om ongelooflijk veel offers te eisen om de eigen situatie te verbeteren. Dit allesoverheersende basisprincipe is in zijn aard en werking duivels en niet Goddelijk.

Het recht van de sterkste is essentieel voor het overleven van mensen, dieren en de natuur in dit tijdperk van vergankelijkheid, maar het is ook een fenomeen dat verantwoordelijk is voor ontzettend veel pijn en vaak leidt tot de (vervroegde) dood.

Lijden en pijn
Met de vergankelijkheid en het afsterven van leven kwam ook de pijn. Pijn is een heel praktisch signaal dat er met het lichaam iets niet in orde is. Bij aftakeling van het lichaam door ziekte of ouderdom is pijn een waarschuwing dat iets niet meer goed functioneert, zodat indien mogelijk maatregelen genomen kunnen worden. Pijn vinden wij in de schepping van Genesis 1, (en in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde) niet. Dat was ook niet nodig omdat niets afstierf. Er was geen ziekte, geen verval en niemand werd oud of stierf. Nu is dat heel anders. Daarom is pijn nodig. Het probleem is echter dat pijn, pijn doet. Het is een zeer onaangename waarschuwing dat iets niet in orde is. Bovendien kan pijn als instrument worden ingezet om anderen de wil op te leggen. Denk aan martelingen of de dreiging hiervan.

Ook de pijn werd door God als straf genoemd toen Hij Adam en Eva de gevallen wereld inzond. Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren (Genesis 3:16).

Problematische relatie tussen man en vrouw
Naast het verlangen te overleven is de lust op seksualiteit en drang zich te vermenigvuldigen één van de sterkste krachten in ons leven. Opmerkelijk is – zoals in de vorige studie beschreven – dat er in de eerste twee hoofdstukken van de bijbel geen aanduiding is van de seksuele eenheid van Adam en Eva. Ook worden er in het paradijs geen kinderen verwekt en geboren. Pas na de zondeval speelt seksualiteit een rol. God zei tot Eva: naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen (Genesis 3:16). Hier wordt voor het eerst in de bijbel seksuele gemeenschap direct aangesproken. De aanduiding is echter niet onverdeeld positief. Seksualiteit wordt als iets problematisch weergegeven en daarmee ook de relatie tussen man en vrouw.

Van herbivoor naar carnivoor
In Genesis hoofdstuk 1 staat niets vermeld over sterven. Mensen stierven niet, dieren stierven niet en de natuur stierf niet af. In Genesis 3:21, direct na de zondeval, wordt de dood voor het eerst genoemd. En de Here God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede. Dat wil zeggen dat God beesten doodde om kleren te maken. Vóór de zondeval aten de mensen zaaddragend gewas en zaaddragende vruchten (Genesis 1:29). De dieren aten het groene kruid (Genesis 1:30). Sinds de zondeval en het neerwerpen van de schepping eten mensen de dieren en de dieren verslinden andere, kleinere, zwakkere en zieke dieren. De harmonieuze herbivoren schepping degenereerde tot een keiharde allesverslindende carnivoren vreetmachine.

God zelf heeft de mensheid (noodgedwongen) deze weg getoond. Tegen Noach en zijn zonen zei Hij: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde. En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn ze gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb u alles gegeven evenals het groene kruid (Genesis 9:1-3).

Zonder God
Stelt u zich Adam en Eva eens voor. Hun enige werkelijkheid tot de zondeval was het volmaakte paradijs. Ze hadden geen problemen. Ze waren gelukkig. Ze wandelden met God. En ineens moesten ze dat paradijs verlaten. Een verschil van dag en nacht; van geluk naar lijden; van vakantie naar overlevingsstrijd; van leven naar dood; van de hemel in de hel.

God stuurde Adam en Eva weg uit het paradijs en plaatste cherubs met flikkerende zwaarden om de toegang tot het paradijs en de boom des levens te bewaken (Genesis 3:24). Door deze daad maakte God aan Adam en Eva duidelijk: voor jullie is er geen weg terug. Ik heb jullie verdreven uit mijn hof naar de aarde die vanwege jullie vervloekt is.

Maar, dat is nog niet alles. Na de vernietigende woorden waarmee God Adam en Eva uit het paradijs wegstuurde hield de communicatie op. God sprak geen woord meer tot Adam en Eva (wel tot hun nakomelingen) en zij hadden geen toegang meer tot God. In het paradijs waren ze bij God. Ineens was dat alles voorbij. Er was een niet te overbruggen kloof ontstaan. Wat een leegte moet dat hebben achtergelaten! Wat een heimwee moeten Adam en Eva hebben gehad naar God en het volmaakte paradijs.

En is dat niet de heimwee en het verlangen van de hele mensheid? Blaise Pascal, de Franse wis- en natuurkundige en christelijk filosoof (1623-1662) zei eens: “Onze harten zijn rusteloos totdat ze rust vinden bij U.” De gevallen wereld is een rusteloze wereld op zoek naar haar identiteit; op zoek naar God.

Surrogaat god
De Godloze leegte heeft de gevallen mensen ertoe gebracht nieuwe goden te zoeken. Denk aan alle religies en spirituele uitingen. Maar, de belangrijkste surrogaat god is waarschijnlijk geld (met daaraan verbonden macht). Jezus zelf plaatste de ene ware God en deze grote surrogaat god naast elkaar toen Hij zei: Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon (Matthéüs 6:24).

Niemand hoort het graag, maar ook voor veel christenen is geld de ware god. In bezittingen zoeken gelovigen hun zekerheid, hoop en vertrouwen. En dat terwijl Jezus expliciet hiervoor waarschuwt: Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden (Matthéüs 6:33).

De dood
Ten slotte wacht op het einde van de neerwaartse spiraal van de vergankelijkheid de dood. Voor alles en iedereen! Niemand kan ontkomen. Ook dat is een straf die God Adam en Eva heeft meegegeven: totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren (Genesis 3:19).

Niemand kiest er vrijwillig voor om oud te worden en af te takelen en maar weinigen zien uit naar de dood. In de dood vindt alle ellende op deze planeet zijn absolute top. Daarbij komt dat de dood veel gruwelijke vormen heeft.

Miljarden mensen gingen ons levenden voor: verdronken, gestikt, bevroren, verhongerd, verbrand, vergast, vergiftigd, bestraald, gemarteld, in stukken gesneden, levend gevild, geradbraakt, gekruisigd, opgehangen, onthoofd, geëlektrocuteerd, doodgeschoten, gestenigd, gewurgd, door landmijnen uit elkaar gescheurd, ‘eervol’ gevallen op het slachtveld, doorstoken met messen, zwaarden of speren, doodgebloed, gevallen, overreden, vertrapt, geslagen, gebombardeerd, verscheurd en opgevreten door wilde dieren, besmet door insecten en bacteriën met allerlei verschrikkelijke en vaak dodelijke ziekten zoals malaria, rabiës, en hersenvliesontsteking, opgevreten door tuberculose, melaatsheid, de pest, kanker, aids. Of plotseling uit het leven en van geliefden weggescheurd door een hartinfarct, hersenbloeding, een stroomstoot of een blikseminslag.

En dan heb ik het niet eens over al die mensen die een ‘normale dood’ zijn gestorven, zoals mijn vader. Langzaam uitgemergeld totdat zijn lichaam het opgaf. Ook deze mensen die een ‘zachte dood’ zijn gestorven hebben geestelijk en lichamelijk geleden. Zij hebben afscheid moeten nemen van geliefden, van hoop, van een toekomst, van het leven. In absolute eenzaamheid zijn zij allen uiteindelijk weer vertrokken. En dat lot wacht ons allemaal. Niemand kan de dood ontsnappen.

Hoe je het ook draait of keert, ieder leven eindigt uiteindelijk in een drama; het lichaam en het verstand takelen af tot uiteindelijk en onontwijkbaar de dood volgt.

En de levenden, zij die nog even overblijven, moeten geliefden laten gaan. Hoeveel verdriet, wanhoop, eenzaamheid en zorgen brengt dat met zich mee. Nee, de dood is geen goed idee. Het is de top van de berg van opgestapelde ellende en verdriet, die vergankelijkheid heet.

Gods werk
Opmerkelijk is dat Paulus schrijft dat de schepping de neerwaartse spiraal niet vrijwillig heeft aanvaard. Geen wonder! Wie wil van een perfecte, harmonieuze schepping vervallen tot een schepping die nog steeds even mooi, maar tegelijkertijd uitermate vijandig is? Wie wil dat alles kapotgaat en met de dood eindigt?

Maar, wie heeft de prachtige schepping dan overgegeven aan het verderf?
Niemand minder dan God zelf.
Paulus schrijft: Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft (Romeinen 8:20).
God heeft zijn schepping losgelaten, verworpen, overgegeven (of misschien wel uitgebraakt). Hij heeft de verwoestende neergaande spiraal van de tijd die afbreekt en kapot maakt in werking gezet. De bijbel noemt dat Gods toorn.

Toen ik het voorgaande een keer online schreef kreeg ik een boze reactie van een mevrouw. Zij schreef: “Ik ben toch enigszins geschokt over het feit dat je schrijft dat er in Romeinen 8:20 staat dat God zelf de schepping heeft onderworpen aan de vruchteloosheid en heeft overgedragen aan de vergankelijkheid. Hier staat ‘hem’ met een kleine letter, het gaat hier namelijk om Adam, de eerste mens die ervoor heeft gezorgd dat de zonde, het verdriet en de pijn in deze wereld kwam.”

Ik heb haar geantwoord dat zij oorzaak en gevolg door elkaar haalt. Het woord ‘hem’, wat in sommige vertalingen inderdaad klein geschreven wordt, kan onmogelijk verwijzen naar Adam omdat hij als mens nooit de macht heeft gehad om de schepping te onderwerpen. Bovendien blijkt uit Genesis 3:17 dat God zelf om uwentwil de aardbodem vervloekt heeft. De oorzaak was de zondeval; het gevolg was de vervloeking die van God kwam.

Het gaat voorbij
In het bijbelgedeelte waarin Paulus met sterke woorden de dramatische neergang van de kosmos beschrijft klinkt echter ook hoop door. Hij schrijft: Met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods (Romeinen 8:19). De schepping zelf zal van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods (Romeinen 8:21). Ook in deze verzen gebruikt Paulus dramatische woorden om met de ontvangers van zijn brief (Romeinse christenen) en ons te communiceren.
Hij schrijft dat eens de neergeworpen, vergankelijke, corrupte en destructieve toestand van de schepping voorbij zal zijn.
En wanneer is dat?
Bij het openbaar worden van de zonen Gods.
We hebben al gezien dat de uitdrukking ‘zonen Gods’ verwijst naar engelen. Er zal dus iets met betrekking tot engelen geopenbaard worden. Of misschien beter: het wordt duidelijk wie de ‘zonen Gods’ zijn. Dat betekent dat wij op het moment iets niet doorzien met betrekking tot engelen; wij begrijpen niet wie die engelen zijn. Dat wordt ons echter duidelijk gemaakt. Nu hangt er een grauwsluier over de kosmos. Veel is mysterieus en onbegrijpelijk. Maar, met de openbaring van de ‘zonen Gods’ wordt een nieuwe tijd ingeluid waarin alles transparant zal zijn. Een tijd zonder al de problemen van de vergankelijkheid die Paulus beschrijft.

De fantastisch mooie schepping waarin wij leven, met de duistere kapotmakende, destructieve en lijdende kant zal dus eens voorbij zijn. Over dat ‘einde der tijden’ (het einde van de tijd die kapot maakt) wordt uitvoerig geschreven o.a. in de bijbelboeken Ezechiël, Daniël, Jesaja, Jeremia en Openbaring. Na het einde der tijden komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Niet in de zin dat onze hemel en aarde ‘gerepareerd worden’, maar echt een geheel nieuwe hemel en aarde. En die nieuwe hemel en aarde zullen in veel opzichten lijken op de oorspronkelijke schepping uit Genesis 1. Dan zullen mensen wandelen met God en de wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg (Jesaja 65:25). God zelf zal de tranen, die overgebleven zijn uit de tijd van de vergankelijkheid, van onze ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan (Openbaring 21:4).

Samenvatting
Laten wij aan de hand van een afbeelding samenvatten wat wij tot nu toe ‘besproken’ hebben.

A – De eerste hemel en de eerste aarde
God schiep een volmaakte hemel en een volmaakte aarde in de hemelse gewesten, binnen tijd, ruimte en materie. Daarover lezen wij in Genesis 1:3-2:3. Die schepping is vergelijkbaar met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die wij vinden in Openbaring 21.
De buitenste rechthoek stelt de hemel voor. Daarin is het universum met de aarde. Alles is onvergankelijk.

B – De zondeval
Na de perfecte schepping van hemel en aarde volgde de zondeval. Daarover lezen wij in Genesis 3.

C – De neergeworpen schepping
De schepping werd vanuit de hemelse gewesten neergeworpen en overgegeven aan vergankelijkheid en zinloosheid.

D – Het laatste oordeel
Zoals er een begin is van de tijd (die kapot maakt), zo zal er ook eens een einde zijn. De gekartelde rand bij C geeft aan dat het neergeworpen universum eens zal ophouden te bestaan. Als dat gebeurt worden alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd door Jezus Christus geoordeeld.

E – Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
God ‘repareert’ de gevallen schepping niet maar schept een geheel nieuwe hemel en een nieuwe aarde in de hemelse gewesten voor alle mensen die het oordeel van Jezus kunnen doorstaan. Deze nieuwe hemel en nieuwe aarde (binnen tijd, ruimte en materie) zal lijken op Zijn oorspronkelijke volmaakte eerste hemel en aarde uit Genesis 1, die ook in de hemelse gewesten was.

© copyright Leo Habets
Niets uit deze studies mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.

In deze studies heb ik gekozen voor de NBG vertaling (1973)

Klik hier als u de Uitdaging bediening wilt ondersteunen!