Matthéüs 7:9-11 / U weet wat goed is voor mij

0
330
Welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden. Matthéüs 7:9-11

Hemelse Vader, dank U voor de les van gisteren, dat U mij door Uw Heilige Geest wilt influisteren waarvoor ik bidden mag, zodat ik kan bidden naar Uw wil, zodat U mijn gebeden kunt verhoren.

Het Bijbelvers van vandaag sluit daar heel mooi bij aan. Immers wat zou gebeuren als het kind in zijn onwetendheid aan zijn vader een steen en een slang vraagt om op te eten. De vader zou het niet geven, omdat hij weet dat dit niet goed is voor zijn kind.

Dank U Heer, dat U geen gebeden van mij, die ik in mijn kinderlijke onwetendheid tot U richt, wilt verhoren waarvan U weet dat die niet goed voor mij zijn. U wilt mij toch geen stenen en slangen geven.

Dank U Vader, dat U mij beter kent dan ik mijzelf ken. Dank U dat U weet wat goed voor mij is. Dank U dat U alleen gebeden wilt verhoren die goed voor mij zijn en die in overeenstemming zijn met Uw perfecte wil voor mijn leven.

Opnieuw wil ik vandaag stil zijn voor U, zodat Uw Heilige Geest mij influisteren kan wat goed voor mij is en waar ik voor mag bidden.

Amen