In 2008 werd Birgitta Roos gevraagd of ze mee wilde doen aan de Alpe d’Huez. De deelnemers aan deze actie rijden een aantal keren de Alpe d’Huez op om geld bijeen te brengen in de strijd tegen kanker. Het fietsvirus sloeg aan bij Birgitta en inmiddels hoort ze bij de betere baanwielrenners van Nederland. Een verhaal over fietsen én geloof.
“Ik kom helemaal niet uit een fietsfamilie”, begint Birgitta (33). “Ik keek altijd wel naar de Tour de France maar basketbal was mijn sport. Totdat ik meedeed aan de Alpe d’ Huez. Ik wilde wel goed getraind aan de start verschijnen. Je moet wel een berg uit de Tour de France over. Het verbaasde me hoe goed het ging. Ik ben bij een wielervereniging gegaan en ben blijven fietsen.”
Omdat het wegseizoen al voorbij was, maakte Birgitta kennis met het baanwielrennen. “Ze zeiden tegen mij: ‘ga maar op de piste fietsen, daar leer je snel de specifieke fietsvaardigheden’. Eigenlijk was ik direct verkocht. Ik moest nog wel veel leren want ik was toen al 25 jaar. Ik pikte dingen snel op en vond het fietsen heel leuk. Dat plezier is voor mij het allerbelangrijkste. Ik train zo’n tien tot veertien uur per week naast een fulltime baan. Dus ja, plezier is belangrijk om het vol te houden.”
Tijdrijden
Als ik Birgitta spreek, heeft ze net meegedaan aan het NK tijdrijden in Emmen. “Het lag helemaal niet in de planning om hieraan mee te doen”, lacht ze. “Het wegseizoen staat voor mij in het teken van voorbereiding op het baanseizoen in de wintermaanden. Ik ben meer gaan investeren in tijdrijden om daar profijt van te hebben bij het onderdeel achtervolging. Ik wilde vlak leren rijden, een bepaald wattage leren trappen en werken aan mijn aerodynamische houding. Het tijdrijden ging zo goed dat ik me kwalificeerde voor het NK.” Birgitta eindigde daar wel in de achterhoede, ze werd 33ste van de 37 deelnemers. “Maar ik was ook moe, had eigenlijk teveel gereden. Bovendien heb ik geen echte tijdritfiets. Niet eens een dicht achterwiel. Dat scheelt al zo anderhalve minuut.” Birgitta denkt er over na om nog meer te gaan investeren in het tijdrijden. “Ik heb geen ploeg, dus moet zo’n fiets zelf bekostigen. Het gaat dan om veel geld. Ik ben geen achttien meer, weet niet of ik dat nog wil. Ik ga de Olympische Spelen echt niet meer halen.”
Normale benen
De focus van Birgitta ligt sowieso op de achtervolging. “Ik was eigenlijk een sprinter. Maar door een knieblessure heb ik daarmee moeten stoppen. Ik wilde eigenlijk helemaal de fiets aan de wilgen hangen, maar ik kwam er achter dat ik ook goed ben in het kortere duurwerk. Zo kwam ik bij de achtervolging uit, een tijdrit van drie kilometer.“ Ze wijst op haar benen. “En het heeft ook voordelen, want in plaats van stevige sprintersbenen heb ik meer normale benen.” Het NK baanwielrennen is haar grote doel. “Vorig jaar werd ik zevende op de achtervolging, nu mik ik op de top vijf. Het belangrijkste voor mij is om een goede tijd te rijden. Dat eruit komt waar ik zo hard voor heb getraind. Als het kan, rijd ik ook andere baanonderdelen als de keirin en puntenkoers. Maar dat mag niet ten koste gaan van de achtervolging.”
Identiteit
Het geloof is voor Birgitta heel belangrijk. “Het geloof maakt onderdeel uit van mijn identiteit. Ik ben christelijk opgevoed, maar voor mijn ouders geldt dat niet. Zij zijn op verschillende manieren tot geloof gekomen. Ik heb mij laten dopen toen ik achttien was. Voor mij gaat het om de relatie met God.“ Ze vertelt dat er niet veel andere christelijke wielrenners zijn. “Ze zijn er wel, maar destijds niet bij mij in de ploeg. Ik miste dat je samen kon praten over geloofsvragen die juist bij sporters leven. Vandaar dat ik mij destijds bij de organisatie Geloofshelden heb aangemeld. Dat je samen kunt praten over tijdsbesteding, sporten op zondag en hoe je ervoor zorgt dat de sport en prestaties niet je identiteit gaan bepalen. Dat laatste is een grote valkuil. En eigenlijk geldt dat voor iedereen. Je werk of je hobby kan het belangrijkste zijn en niet God. Bij sport is het bovendien zo dat het plotseling afgelopen kan zijn. Bijvoorbeeld door een blessure. Zelf heb ik bijna moeten stoppen door een blessure. Toen ben ik wel na gaan denken. Kan ik zonder de sport? Liever niet natuurlijk, maar als ik stop ben ik nog steeds Birgitta en een kind van God. Natuurlijk is wielrennen wel belangrijk. Maar vooral om dat ik er plezier in heb en er voldoeding uithaal. Ik blijf sowieso fietsen. Al was het maar om mijn hoofd even lekker leeg te maken.“
========================================================
Christelijke sportverenigingen
Birgitta heeft een site ontwikkeld waar christelijke sportverenigingen op te vinden zijn. Zo wil zij een platform bieden voor christenen die juist bij een christelijke vereniging willen sporten. Aanvullingen zijn zeker welkom! Zie www.christelijkesportvereniging.nl
Tekst & Foto: Jacco Stijkel