Wat bedoelt de apostel met vers 10. 11? Ik neig naar een verbinding met Rm. 3, 20.21 waar Paulus zegt dat uit de wet geen vlees wordt gerechtvaardigd, maar dat buiten de wet om er een weg van geloof is open gemaakt. Dan wil ik nog even naar Rm. 10, waar staat dat Christus het einddoel van de wet is.
Misschien wordt het al helder, Paulus zegt in deze verzen dat hoewel een mens, mens is, is hij niet verplicht is als slaaf van de wet te acteren. U hebt de Heilige Geest ontvangen, u mag door het geloof leven; Christus maakt u levend. We zijn aan het vlees niets verplicht, we hoeven onze eigen gerechtigheid die uit de wet is niet te verdienen, integendeel u mag de zonde de wacht aanzeggen.
Paulus denkt hier aan dezelfde zaken als in de brief aan de Galaten worden behandeld, waar men zich opnieuw een wettisch leven wilde aanmeten. Het hoeft niet, het werkt niet en het mag niet. Geen terugkeer naar het Oude Verbond, deze opdracht zit achter deze woorden.
Het is alsof de apostel wil benadrukken: U leeft onder een nieuw verbond. Een verbond bekrachtigd door het bloed van Christus. Hij leeft en heeft u een eeuwige verzoening geschonken. Hij heeft de satan ten toon gesteld en houdt daarom op uw verlossing te zoeken in geboden en regels en tradities.
Rm 8,13-17
Mag ik nog een paar zaken uit deze verzen benadrukken en breder uitwerken ik geloof dat dit belangrijk is. In de vorige studie zijn de verzen als voorbij gekomen met hun globale uitleg.
Wanneer u door het vlees leeft zult u sterven. Even een punt en ik wijs op een vers uit het evangelie van Johannes; Jn. 3,5-7 Vlees blijft vlees een mens is een mens, hij/zij is onderhevig aan de vloek van de zonde. Een mens moet om een geestelijk mens te worden opnieuw worden geboren en dat gebeurt door Water en geest! Opnieuw geboren wordt men als men reageert op de prediking van het evangelie, omdat de Heilige Geest het hart heeft geopend. Dit hart staat in Hd. 16 voor verstand, want men heeft aandacht voor dat evangelie; het doet iemand iets.
Jezus aannemen brengt de wedergeboorte maar deze nieuwe geboorte is tegelijkertijd de stuwende kracht achter dit aannemen. Sterven is wijst in deze verzen niet alleen op de lichamelijk dood maar eveneens op de eeuwige dood.
Als Christus in u is, dan blijft het lichaam aan de dood onderhevig; iedereen zal een keer sterven maar de vraag is wat is na dit sterven de bestemming van u en mij? De geest is levend vanwege de gerechtigheid. Hier komt de nieuwe mens om de hoek kijken die is opgestaan uit het zondegraf zoals de apostel in Efeze 2, 1.11.15 uitlegt. Sla de verzen voor uzelf maar even op en wellicht wilt u deze nalezen?
Hij die Jezus uit de doden heeft opgewekt, zal ook uw sterfelijk lichaam levend maken door Zijn Geest die in uw woont.
Deze uitspraak draagt twee beloften in zich. Een op de lange termijn: Jezus zegt Ik ben de Opstanding en het Leven, wie in Mij geloofd zal leven ook al is hij al gestorven! Het gaat hier om de opstanding op de laatste dag als vrucht van de opstanding van Christus; zie voor uzelf Jn. 5, 25-28.
Beste vrienden de nieuwe geboorte, de wedergeboorte is een voorwaarde zegt de Meest om het Koninkrijk der hemelen binnen te gaan (Jn. 3, 3-5), mijn vraag aan u is bent u wedergeboren?
Een belofte voor nu: Hij zal uw sterfelijk lichaam leven maken door zijn Geest, die in uw woont.
Daar zou ik nu breder op in willen gaan.
Allereerst een klein stukje herhaling uit Rm. 6.3-5 en Gl. 2, 20.
Hier wordt een nieuw leven bedoeld; uw wandel is in de hemel zegt de apostel op een andere plaats.
U bent met Christus gekruisigd. U stierf met Christus, zodat u bevrijd bent van de slavernij van de zonde. U behoeft niet meer door een of ander proces van sterven aan je eigen ik deze bevrijding proberen te bereiken. Het is een feit u stierf en zegt de apostel, u leeft.
Hoe mag u dan nu leven? Door geloof luidt het antwoord, in datgene dat Christus voor u heeft volbracht.
Dan maakt de apostel nog een opmerking: Deze ‘levend – making’ is een feit als de Heilige Geest woning in u heeft gemaakt. Dan bent u zeker van dit nieuwe leven.
De inwoning van de Heilige Geest wat wil dit zeggen?
Het wil zeggen u bent in Christus (Jn. 15,1-8), u hebt de volheid ontvangen door Christus, Deze Geest getuigt met uw geest: Ik ben Gods kind en u belijdt “Abba Vader”!
Dat komt in het vervolg nog even langs eerst de vraag hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot geloof bent gekomen?
Paulus vraagt dit in Hd. 19 aan leerlingen van Johannes de Doper die hij in Efeze ontmoet.
Misschien vraagt u: hoe weet ik dat ik de Heilige Geest ontvangen heb?
Het antwoord mag tweeledig zijn en ik antwoord met voorzichtigheid want ik wil nu correct worden begrepen!
Ten eerste het is een belofte die God nakomt dat leren we uit Hd. 2, 38. Dit vers spreekt over bekering over de doop (daar ga ik hier geen mening over geven) en over het ontvangen van de Heilige Geest. God geeft u inwonend de Heilige Geest als u tot bekering bent gekomen; dat is Zijn belofte en dat mag u vast en zeker geloven.
Ten tweede het is een ervaring en ik nodig u uit Gl. 3,2 samen met mij op te slaan. De gelovigen van deze gemeente weten vanuit hun herinnering dat zij de Heilige Geest ontvangen hebben.
Handelingen 2, 4 spreekt over de vervulling met de Heilige Geest en in hoofdstuk 1, 6-8 over de doop met de Geest en het ontvangen van de kracht van de Geest; wel beste vrienden dat is (wordt) toch merkbaar in een het leven van Gods kind?
Het gaat om geloven en niet om de ervaring maar de ervaring helpt wel om te geloven!
Een leven door geloof doodt de praktijken van het lichaam, overwint de zonde.
Merk op het gaat in Rm. 8, 14 om praktische actieve gehoorzaamheid. Het gaat om navolging en het gaat er om dat het geloof in praktijk wordt gebracht en dus een nieuwe manier van leven produceert.
Het gaat telkens weer om de keuze als Jezus Here is, volg Hem na!
Rm. 8, 15- 23 geeft de praktische reflectie en opnieuw in de volgende studie worden deze verzen weer opgepakt. Trouwens Romeinen 8 zal nog wel wat meer tijd kosten dan twee of drie studies.
Ik voelde mij gedwongen om het bovenstaande nog eens onder uw aandacht te brengen, degene die ongelovig blijft, gaat verloren. Vreselijk maar waar, want de liefde van God dringt mij dit te zeggen.
Er is maar één weg tot het leven en dat is Jezus en geloof in Zijn kruis en opstanding!
We zijn bevrijd van de slavernij van de zonde en de Geest die wij hebben ontvangen is de Geest van de vrijheid van de kinderen van God. Vrij om te dienen door de liefde en niet meer gedwongen door een wet die eist!
Wij hebben de Geest ontvangen Die Jezus belijdt als Here en Heiland maar die ons tegelijkertijd verzekerd van de eeuwige erfenis, samen met Hem
Het Koningschap samen met Hem in de eeuwigheid in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde.
Het loon dat Jezus meebrengt als Hij komt. Hoor Hij zegt ook tegen u en mij over weinig ben u getrouw geweest maar over veel al ik u zetten; zie o.a. Lk. 19, 16-19. Verheerlijking dat is de erfenis. We kijken aan het slot van deze studie nog even naar Rm.8, 18-23.
Paulus staat altijd met voeten op de grond. Hij weegt het lijden in de gebroken wereld af tegen de heerlijkheid. Verheerlijkt worden met Christus en erven samen met Christus houdt in lijden met Christus.
De volgende studie kom ik terug op dit lijden, het houdt in ‘kruisdragen’, maar wat dit wil zeggen leg ik in de volgende studie uit.
Lijden weegt nooit op tegen de heerlijkheid die komt met andere woorden het uitzicht op deze heerlijkheid elimineert bij wijze van spreken dit lijden.
De schepping is rijp om te worden bevrijd van de zinloosheid, omdat door één mens de poort naar de zonde en de dood wagenwijd is open gezet en omdat de dood (Rm. 5, 12.12) iedereen langs gaat doordat iedereen zondigt.
Wij zien uit in dit lijden naar de verlossing van ons lichaam; zie Rm 7, 24-26. De vraag wie zal ons verlossen? Het antwoord Gode zij dank door Jezus Christus.
Tot de volgende keer.
Hartelijke groet,
drs. A. ten Napel