Romeinen 14, 13-15,13

0
350
Inleiding
Deze verzen vormen het slot van de pastorale adviesen van de apostel, Rm. 15,14-33 vormen de afsluiting/ het slot van deze geweldige brief aan Rome. Rm. 15, 33 eindigt al met Amen en dat lijkt het slot te zijn.
Maar (Van Bruggen noemt dit het raadse van Rm. 16) in Het laatste hoofdstuk  doet de apostel de groeten en goede wensen en een enkele vermaning. Paulus lijkt al deze mensen persoonlijk te kennen. Hij schijnt dus een grote band met de gemeente te hebben dan wellicht wordt aangenomen.

In deze Bijbelstudie passeert een vrij uitgebreid gedeelte maar dat kan ook want Rm. 15, 1f.f. lijkt de conclusie van deze verzen te vormen.

Rm. 14,13-23
In de vorige vezen heeft de apostel laten zien dat iedereen voor Gods rechtstoel, of zo u wilt voor de rechterstoel van Christus verantwoording wordt gevraagd voor al zijn of haar daden. Ik geloof dat dit in verband staat met de uitkering van het loon; Jezus zegt Ik kom spoedig en ik heb loon bij Mij.
Nu als dit vaststaat wordt het onnodig elkeaar de maat te nemen m.b.t. het eten van wel of geen vlees en tot het eten van gerechten die aan de afgoden zijn aangeboden. Het gaat om spijwetten en al of niet houden van feesten en dagen. De apostel zegt in deze zaken ben je elkaar geen verantwoording/ rekenschap schuldig; zie voor de gebruikte woorden Lk. 16, 2; Hd. 19,40 en Hb.13,17. Zowel de sterke als de zwakke worden aan gesproken en het gaat er om elkaar ruimte en vrijheid te gunnen, in broederliefde. Paulus is heel helder, als je God voor voedsel hebt gedankt is er niets onrein; zie Hd. 10 het lakenvisioen van Petrus. Maar voedsel kan wel onrein zijn als je dit niet wilt eten omdat het geweten tegenstribbelt.
Paulus gaat altijd uit van de liefdeband en het is voor hem een onmogelijke zaak elkaar tot ergernis te zijn.
Alles wat u hebt is geschonken door God, Gods Koninkrijk is groter dan eten en drinken.
Het draait om de Here ( welbehagen, vreugde 2 Cor. 5, 9; Hb. 12, 9), want degene die de Here Jezus volgt, richt zich niet op eigen verlangens, maar wil de andere behagen, gelukkig maken, liefhebben.
Het gaat om het niet kwetsen van de broeder of zuster, maar let op het gaat bovenal om een goed getuigenis naar buiten toe.

X Opmerking wat moet de wereld nu vinden van al die gelovigen die zo vaak ruzie hebben om zaken welke niet de fundamenten van het geloof in de Heiland vormen. Paulus zegt in Efeze: Houdt voor zover het van u afhangt vrede met elkaar!!

Het gaat dus om de onderlinge opbouw, het gaat om het najagen van vrede. Het najagen van de vrede. Het najagen van vrede is echo van Ps. 34, 15. En de gemeente wordt vaak voorgesteld als gebouw; zie Hb. 3,6. Petrus wijst erop dat de gemeente wordt gebouwt met of door middel van levende stenen! Onderlinge opbouw wijdt geloofsgemeenschap, op éénheid en liefde; zie 2 Thes. 5, 11.

X Afbreken is het tegenovergestelde van opbouwen, Paulus zegt ergens breek niet omwille van eten Gods werk af. Elkaar afbreken, is elkaar kwetsen, pijn doen, door hoogmoed en het zoeken van eigen belang. Hoeveel kwaad heeft de gemeente van Christus hier van binnenuit maar ook naar buiten toe niet door geleden; ik denk voorzichtig aan de misbruikschandalen.

Dient elkaar door de liefde, waak ervoor dingen te doen waardoor een ander gekwetst wordt in verleiding wordt gebracht. Een voorbeeld ik heb een gezin gekend die beide al bij de Here zijn.
Ik kende echter de man ook verslaafd aan alcohol waarvan hij later door de Heer is bevrijd.
Nu in zijn gezelschap, als ik hun gast mocht zijn, heb ik nooit geen bier/wijn of iets sterkers gedronken. Thuis drink is een blikje bier en een glas wijn en dan is er niets mis mee,
Paulus besluit met : Let op alles wat niet uit het geloof is is zonde en dat luistert soms nauw.
Een kind van God mag fijn gevoeligheid leren en mag de leiding van de Geest leren herkennen; bedroef de Heilige Geest niet waardoor u bent verzegeld.

Rm. 15, 1-7  
In deze verzen richt de apostel zich tot zgn. sterken. Deze groep, weet zich vrij van beperkingen m.b.t. eten, geesten, sabatten enz. In de gemeente in Rome is ook een groep broeders/zusters, die moeite hebben met deze vrije opvatting. Paulus roept op om deze zwakheden van de anderen te verdragen, dit verdragen kan soms inhouden meedoen, je vrijheid opgeven en lasten op je nemen.
Jezus zelf heeft de sabat gehouden en kosjer geleefd, ondanks zijn duidelijke mening over deze zaken. Het kan gaan om geen offervlees te eten , als anderen in verleiding worden gebracht.

X Op een verjaardag de alcohol laten staan als er zwakke broeders zijn of dat je als voorganger weet als ik het nu doe werp ik een horde op die het evangelie kan schaden.
Christus heeft vrijwillig afstand gedaan van al zijn rechten; zie Mt. 20, 28; 2Cor.8, 9; Filip. 2,5.
Christus heeft alles verdragen.

De apostel wijst op het OT; geschreven tot ons onderricht zie 1 Tim. 3, 16. Het Oude testament wordt door Paulus ingezet om gelovigen in Rome ( en ons) te onderwijzen; zie Rm. 4, 23.24; Gl. 3,8.
Wat is nu het doel van dit ondewijs, dit staat in het vijfde vers: volharding en niet zomaar in de lucht slaan maar om als één man het einddoel te bereiken. Het eindoel wordt aangewezen in vers 13.
Het gaat om de levende hoop broeders en zusters, de hoop díe verwoord wordt in 1 Thes. 4, Opb. 19 en 21 waar de gloedvolle beschrijving van het nieuw Jeruzalem wordt gevonden.

X Jezus komt spoedig en laten wij geen dwaze jonge vrouw zijn maar een wijze en olie meenemen wat inhoudt dat we gereed zijn om met Jezus de bruiloftzaal binnen tegaan.
Anders gezegd ligt ons bruiloftskleed klaar! God heeft het klaargelegd, maar nemen wij dit mee?

De God van volharding moge u vertroosting geven. Gemeente er is eigenlijk niets nieuws onder de zon. Alle strijd welke zich in ons geloofsleven afspeelt is door eerdere gelovigen ervaren, o.a Paulus in optima forma. Vertroosting, gelovigen doen elkaar nu eenmaal pijn dat wordt door iedereen ervaren. Vertroosting om éénsgezind te zijn (sterken en zwakken) Eenheid lijkt een toverwoord maar deze eenheid wil niet zeggen dat je het allemaal met elkaar eens bent! Nee het om het aanvaarden van elkaar omdat iedereen is wedergeboren tot een levende hoop. Geeft elkaar de ruimte. Verheerlijk zo de God en Vader van onze Here Jezus Christus en Paulus lijkt hier te zeggen dat Jezus als de gezalfde, mens is geworden en hoewel Hij het God zijn nog helemaal in zich droeg, leefde Hij toch als mens door geloof. Het gaat om de God van Jezus Christus, maar ook om de Vader van Jezus Christus. Denk aan het Hogpriesterlijk gebed. Vader Ik wil dat zij allen een zijn zoals U en Ik één zijn. En Ik dat zij de heerlijkheid ontvangen die Ik heb genoten toen Ik bij U was.

Rm. 15, 8-13
Jezus is een dienaar geworden van de besnijdenis en Hij is besneden op de 8e dag. Nazareth heeft Hem verworpen en Hij is buiten Jeruzam gekruisigd. Hij vervulde de levende hoop voor de twaalf stammen (Hd. 13, 32); de beloften aan Abraham, Izak en Jakob. In de uitleg van Romeinen 4. 9 zijn deze zaken uitgebreid aan de orde geweest. Jezus is een dienaar geworden en heeft vrijwillig een kruis op zich genomen. Hij heeft Zijn leven gegeven als een losprijs voor velen en deze dienstbaarheid is grote en ruimer dan alleen geldend voor Israël.
Integendeel door de verharding van Israël is het evangelie naar de heidenen verhuist, maar legt de apostel in Romeinen 11 uit ook geheel Israël zal zalig worden.

Paulus citeert vervolgens 2 Sam. 22, 50; Dt. 32, 43; Ps. 117, 1 en Jes. 11, 10. Het eindgebed van David als God hem rust heeft gegeven van al zijn vijanden, de uittocht uit Egypte welke bij alle heidenvolken bekend is geworden, Loprijzing tot de Here en Jezus als komende verlosser zal ook over de heidenen heersen.
Jezus wordt op deze wijze, de hoop voor alle volken en de gelovige mag leren te leven uit de levende hoop door de werking van de Heilige Geest. Vergelijk Rm. 5 over het roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. Wanneer de gelovige zich richt op deze hoop vallen alle verschillen tussen sterk en zwak en plantaardig en vleselijk voedsel weg. Dan hoeft er geen spanning meer te liggen tussen de gene die de sabbat in acht nemen en de gene die alle dagen gelijk acht. Dan gaat het niet meer om een feestdag of nieuwe maan maar om de dankbaarheid tot de Here Jezus. Deze houding bewerkt de ruimte naar elkaar toe.
Dan is er eensgezindheid in het dienen van elkaar.

X Met deze woorden wordt de applicatie/ de toepassing van het leerstellig gedeelte afesloten.
Volgend jaar nog één studie wel Rm. 15,14-16,27 nalopen. Ook Romeinen 16 wordt dan breder bekeken, m.b.v. Prof. dr. J. van Bruggen “Het Raadsel van Romeinen 16.”

Goede kerst, goede jaarwisseling en zegen .

Drs. A. ten Napel