Romeinen 12, 9-21

0
390
Dit gedeelte geeft praktische aanwijzingen voor het dagelijkse Christelijke leven.
Het zijn tegelijkertijd aanwijzingen voor een leven in de liefde; liefde mag in de praktijk worden getoond.

Vandaag de dag wordt liefde gelijk geschakeld met: “ik voel me goed…” Liefde is een ervaring maar volgens Joh. 15, 9-17 eveneens een gebod. Paulus behandelt in 1 Cor. 13 (na de gaven van de Geest) de liefde en hij doet hetzelfde in de Romeinenbrief. Gaven kunnen hoogmoedig maken, vooral de gaven die in er uitspringen; zoals genezing, tongen en profetie.
De apostel roept op tot oprechte dienende liefde (agapé). Gespeelde liefde ( anupokritus)is ongewenst. Liefde van God afkomstig offert zichzelf op.
Het kwade moet door en door worden verafschuwd, het goede moet als lijm aan je vastgeplakt zitten; speel dus niet met de zonde want er is geen grijs gebied. Vervolgens spreek de apostel over broederliefde ( zie opnieuw Jn. 5, 7-19). Paulus gebruikt voor de broederliefde een woord dat ook vriendschap inhoudt; vriendschap kan heel diep gaan en heel teer zijn. In de familieband word de vriendschap geleerd.
In ons gezin zei mijn moeder dan: trap het even onder je been wees de wijste maak geen herrie.
In de gemeente mag onderling respect zijn (pro-hegomai). Scheidsrechters dragen op hun mouw het woord respect. Paulus doelt niet primair op een gezagsverhouding zoals in het voetbalveld, ik denk dat hij ook wil zeggen laat de ander beter dan jezelf mogen zijn.
Enthousiasme is goed, Paulus gaat er van uit dat deze door de Heilige Geest in de gemeente wordt bewerkt; liefde en respect en vurig van geest zijn worden in het Christenleven het resultaat van de vervulling met de Heilige Geest; zie Efeze 5, 18.

Paulus gaat verder met een algemene vermaning deze geeft hij heel vaak aan Christenen door. Het gaat om volharding of lijdzaamheid. Ik geloof dat Paulus hier het kruisdragen bedoelt. Kruisdragen is lijden om Christus wil. Het gaat om verdrukking/ wellicht vervolging. Jezus zelf heeft hier al voor gewaarschuwd in Jn. 16, 33. Johannes 16, 16-31 komt qua inhoud overheen met Mt. 24/ Mk. 13 en Lk. 21. Jezus heeft het in Johannes 16 over “die dag” en deze dag lijkt te wijzen datgene dat Jezus bijv. in Mt. 24, 15 de grote verdrukking noemt; de toorn van God over Jeruzalem.
Het gaat bij volharding om blijdschap in de levende hoop zoals deze in Rm.5, 1.2 wordt genoemd; blijdschap is een vrucht van de Geest; zie Gl. 5, 22.
Verdrukking (thlipsis) is veelal verdrukking van buitenaf. Mt. 24, 21 gebruikt hetzelfde woord.
Verdrukking is het onvermijdelijke gevolg van het volgen van de Meester; zie Jn. 16,33; Hd. 14,22.
Standhouden kan alleen op dezelfde manier als Jezus Zijn lijden tegemoet gaat, Hij zag op de heerlijk na het lijden.

Kracht ontstaat door gebed, Filip. 4, 6. God is een God van volharding en vertroosting Rm. 15,5.
Treffend is dat Paulus juist als spreekt over saamhorigheid in het lijden/verdrukking. De apostel Johannes noemt zich in Opb. 1, 9 een broeder een deelgenoot in de verdrukking. Paulus bedoelt hetzelfde de gemeente is het lichaam van Christus, als een lid pijn lijdt het hele lichaam.
Vervolgens spreekt de apostel de gemeente en ook wij als lezers aan op ons geven van financiële hulp aan broeders en zusters die dat nodig hebben; ook de noden van één lid geldt als nood van de gehele gemeente; zie Hd.2,45, zie ook de praktische toepassing van de apostel in Rm. 15, 25-26.

De gastvrijheid kent in de Bijbel vele voorbeelden. Weest gastvrij zegt de apostel en hijzelf is op zijn zendingstochten vaak afhankelijk van de gastvrijheid van anderen.
Gastvrijheid lijkt een gave van de Heilige Geest te zijn; zie 1 Pt. 4, 9.10. Petrus zegt daar weest gastvrij zonder mopperen! Vindt u het echt fijn om mensen te logeren te hebben?
Lot trekt zich het lot van de twee engelen aan, Abraham vraagt de Jahweh zelf te eten en uit te rusten; zie ook Hb. 13, 2.3. Samen met Jezus (Mt. 5, 44; Lk. 6, 27.28) roept de apostel de gemeente op tot liefde en gebed voor vijanden. Moeilijk, maar door gehoorzaamheid aan deze opdracht heeft God wonderen gedaan.
In het 15e vers wijst de apostel op de onderlinge liefde. Hij benadrukt de éénheid van het lichaam. Als één lid lijdt lijden alle leden, er in de gemeente een geloofs-organische eenheid aanwezig.
Paulus legt dit uit in 1 Cor. 12 als hij de gemeente met een lichaam vergelijkt.
Pijn aan arm of been maakt iemand het functioneren als persoon al moeilijk. Een nog beter voorbeeld is kiespijn; je kunt als mens de dag schudden. De apostel zegt Christus is ons hoofd en wij het lichaam en dus leden met en van elkaar.
Blijdschap geldt elk lid verdriet ook. Het is een praktische opdracht maar deze gevoelsuitingen zijn niet  na te spelen als acteur in een film doet. Nee je leeft met de ander mee in voor en tegenspoed in blijdschap en verdriet. De heilige Geest geeft echtheid.  In Rm. 12, 16 komt de apostel terug op de bescheidenheid welke hij in vers 3 aanhaalt. Wellicht zijn er in de gemeente velen die leraar willen zijn; zie Jk. 3, 1. In 1 Cor. 14 verdringen de profeten elkaar om maar aan het woord te komen. De apostel adviseert voeg u bij het eenvoudige voeg u bij de nederigen.  Omdat als iemand een taak als oudste begeert, een voortreffelijke taak begeert, en een leraar in de gemeente dubbel eerbewijs toekomt, zal de apostel hier de innerlijke motivatie op  het oog hebben. Mensen streven soms door hoogmoed gedreven naar een leidende positie soms met ellebogenwerk; dit is in de gemeente ondenkbaar.

De zonde is wraakzuchtig en overheden vergelden aanvallen en bombardementen en aanslagen zijn een vergelding voor aangedaan leed; soms uit een ver verleden.
In de gemeente geldt wreek uzelf niet geliefden. Lamech in Gen. 4 is een voorbeeld hoe het niet moet. Zijn egoïstisch zegelied staat bol van pochen op eigen kracht. In de wereld zeggen we wat een kerel; Lamech straft degene die hem slaat al of niet met zweet en knuppel. Ps. 137 is een wraak psalm en er worden verschrikkelijke dingen in gezegd. Hoe mag dit dan worden opgevat. Nu in ieder geval niet persoonlijk om zelfs maar eigen rechter te spelen. Het gaat hier om de wraak van de Here zelf over Edom en Babel. Edom juicht als Jeruzalem valt maar komt niet uit hun eigen ballingschap terug laat Mal. 1,3 weten. Babel wordt verovert door de Kores en op deze manier wordt ook Babel ter verantwoording geroepen voor zijn wandaden (Lees maar eens rustig Jer. 50 en 51 door).

De wraak over de zonde is niet aan ons maar aan God zelf en elk mens zal verantwoording afleggen voor zijn daden als God recht spreekt.
In het OT in Israël is de weg van persoonlijke wraak al verboden en door billijke rechtspraak vervangen; vrijsteden zijn ingesteld om uitwassen te voorkomen.
Liefde is in de gemeente geen groepscode, maar een herstel van Gods beeld.

In vers 18 wordt een praktisch uitvoerbare opdracht uitgelegd, van de gelovige in de wereld wordt ook niet het uiterste gevraagd. Houdt het, voor zover het u mogelijk is, vrede met alle mensen. Dus niet ten koste van alles. Met de mensen die gelovigen haten is het tenslotte slecht kersen eten. De religieuze wereld weet vaak heel goed hoe een Christen moet leven, voorbeeld de Farizeeën, zij bedenken religieuze regels maar raken deze zelf met geen vinger aan.
Je hoeft je niet altijd van wetten aan te trekken wel de traditie heeft bedacht maar geen grond vinden in de Bijbel.
Christelijke liefde mag worden aangeboden, maar de zonde beperkt in de gebroken wereld de macht van de liefde; deze kan worden afgewezen.
Wraak nemen is er niet bij voor de gelovige; God blijft de auteur van de ultieme wraak; zie Dt.32,35
De apostel schildert in dit gedeelte  alle toonaarden van de liefde.
Hij gebruikt de uitdrukking: vurige kolen op iemands hoofd stapelen. Iemand goed behandelen die jou (heel) slecht heeft bejegend.  2 Kon. 6 laat een mooi voorbeeld zien. Het Syrische leger wordt door Elisa uiteindelijk, met blindheid geslagen, Samaria binnen gebracht en ze zitten in de val.
Joram één van de zonen van Achab is koning van Israël, hij wil hen doden maar Elisa gebiedt hem de soldaten brood en water voor te zetten en hen dan terug te sturen.

Nu tot zover Romeinen 13 is de volgende keer, de laatste Bijbelstudie voor de vakantie maanden, aan de beurt (juni ) dit wordt een stevige studie. Eind augustus pakken we zo de Here wil tot het eind van het jaar de rest van de brief aan de Romeinen weer op.

Moge God zijn woord zegenen

Mei 2019  drs. A. ten Napel