Hanna

0
271
1 Samuël 1 Hoofdstukken 1- 2

Elkana had twee vrouwen – Hanna en Peninna. Peninna had kinderen, maar Hanna niet (1 Samuël 1:1-8). Hanna’s naam betekent ‘vrouw uit genade’ of ‘genadige vrouw’. Tenslotte schonk ze, na jaren van proberen onder wrede spot en hoon van Peninna voor het kinderloos zijn, het leven aan Samuël.

Een onheuse behandeling
Hanna had wat velen ‘een onheuse behandeling in haar leven’ zouden noemen. Ze was kinderloos in een maatschappij die het niet hebben van een kind als de ultieme mislukking beschouwde. Een hartsverlangen dat miskend wordt kan veel pijn veroorzaken. In plaats van haar pijn toe te laten om bitterheid jegens God te veroorzaken gebruikt Hanna de pijn in haar hart als een katalysator om te bidden (1 Samuël 1:12-20).

Hanna ontwikkelde een meer vertrouwelijke relatie met de God van Israël dan de priester van Israël had. Eli was een man die naar lippen keek in plaats van harten waar te nemen (1 Samuël 1:12-24). Hoe vaak applaudisseren we tegenwoordig niet voor diegenen die ‘de geruchten spreken’ ten koste van degenen die rustig ‘de levenswandel lopen’.

Eli was de priester, zelfs toen God sprak hoorde hij niets (1 Samuël 3:4-6). Aan de andere kant converseerde Hanna, een kinderloze vrouw, openlijk met God en ontving haar verzoek. God honoreert de meest verachten in de samenleving met de genade van Zijn zegeningen.

De waarneming dat God vrouwen in het Oude Testament niet goed behandelde is niet waar. Het was de cultuur van die tijd die vrouwen verafschuwden, niet God.

Na Hanna’s ontmoeting met God veranderde haar houding nog voordat haar toestand dat deed. Ze begon weer een gewoon leven te leiden voorafgaand aan het krijgen van een kind (1 Samuel 1:18). Tevredenheid komt met het geloven van God en het rust vinden in Hem. Tevredenheid begint in het hart niet met bezittingen. Hanna beviel spoedig van Samuel. Toen het kind gespeend was gaf ze hem terug aan de Heer (1 Samuël 1:24-28). Van wat we weten van de cultuur uit die dagen zou Samuël op dit moment ongeveer drie jaar oud zijn.

Laten gaan
Alle moeders weten dat er een tijd zal komen (of gekomen is) dat hun kinderen volwassen zullen worden en vertrekken. Dat is de tijd om hen te laten gaan. Niet langer hun emotionele koorden vasthouden en eraan trekken. Het is tijd om ermee op te houden om hen te beïnvloeden. Laat hen los om te zijn waartoe God hen geroepen heeft om te zijn.

Dit zou kunnen inhouden hen te roepen en voor hen te bidden. Hen loslaten om weg te gaan en om hun door God gegeven bestemming te vervullen. Je zult altijd hun ouder zijn, maar niet langer hun gids. Voor enkele ouders is dit niet gemakkelijk. Van jouw kant kan het een paar tranen met zich meebrengen. Maar het is het juiste om te doen (Genesis 2:24).

Ze kunnen nog in de buurt zijn en je vaak bezoeken, maar ze zijn nu op veel manieren onafhankelijk van jou

God gebruikte Hanna om ons te laten zien dat dit mogelijk is. Als iemand van haar kind hield, dan was Hanna dat. Maar zelfs zij wist dat kinderen een geschenk van God zijn. We hebben het voorrecht gekregen om voor hen te zorgen, hen te begeleiden en hen te op te voeden en hen later los te laten in het leven.

Het verhaal van Hanna eindigt met dat zij God prijst en verheerlijkt (1 Samuël 2:1-11). Ze had een vervuld leven. Het feit dat ze op enkele dingen had moeten wachten betekende niet dat ze verdoemd was.

Het wachten op dingen is geen vloek. In feite gebruikt God het altijd om een zegen te voorschijn te halen als we Hem getrouw blijven. Houd je vertrouwen in God. Dat vertelt het leven van Hanna je.

Vragen

1. Wie zorgde ervoor dat Hanna zoveel verdriet had?
2. Hoe stortte ze de bitterheid en pijn uit die in haar hart was?
3. Wat was het punt van verandering in het leven van Hanna?
4. Was ze bereid om haar kind te laten gaan nadat ze hem ontvangen had?
5. Waar komen onze zegeningen vandaan?
6. Hoe kunnen we omgaan met onvervulde verlangens in ons leven?
7. Vergelijk het gebed van Hanna in 1 Samuël 2:1-11 met dat van Maria in Lukas 1:46-56. Zie je enige overeenkomsten? Wat leren deze gebeden ons over gebed?