Het boek, waaraan vijftig gastschrijvers meewerkten, biedt een overzicht van wat eigenlijk als een beweging tegen kerkelijke structuren begon, maar daarin langzaam steun kreeg en afscheid nam van de polemiek. Hoewel er weer nieuwe neo-pinkstergroepen en –organisaties zijn ontstaan die juist opnieuw de verschillen lijken te nadrukken en door de evangelische hoofdstroom dan ook min of meer als ‘omstreden’ worden beschouwd.
Vrezen
Binnendijk, jarenlang een boegbeeld van de EO, die het boek kreeg uit handen van redacteur Henk Bakker, zei in deze tijd het typisch evangelisch te vinden louter over de liefde van God te spreken en niet of nauwelijks over Zijn toorn. “Wie verkondigt in deze tijd in de evangelische wereld nog dat God is te vrezen? Hij is een veterend vuur”, hield hij de verzamelde evangelicals voor. In hun beweging is volgens hem een soort concurrentiestrijd tussen gemeenten gaande, waarbij soms de ene wordt overschaduwd door de andere die als gevolg van bijvoorbeeld betere muziek en een geëngageerde prediker meer mensen trekt.
“Zij creëren christelijke baby’s en maken God tot een mantelzorger met onze milde vorm van Godsdienst. Ik merk de laatste jaren dat ik de boodschap beter kwijt kan in de traditionele kerken dan in de evangelische beweging,” zei hij. Henk Binnendijk drong er op aan een boodschap te prediken die recht doet aan de Bijbel en tot meer volwassen christendom leidt.
De verzamelde predikers bond hij – met een verwijzing naar Mozes, die één keer niet op God wachtte, maar in eigen kracht water uit een rots sloeg en vervolgens Kanaän niet in mocht – op het hart niet ‘met de eer van God te gaan strijken’. Dat gevaar doet zich onder meer voor als men na een preek van sommige toehoorders toch wel bewonderende reacties krijgt. “Dat men zegt: goed gedaan, Henk. Ik ben daar heel sterk gevoelig voor. Maar God heeft er veel moeite mee. Het is een ernstige boodschap die wij brengen.” Hij drong aan op de ‘vreze des Heeren’ bij de aanwezigen.
Veelzijdig
Een van de initiatiefnemers voor het boek, dat symbolisch op het kantoor van Youth for Christ werd gelanceerd, is Teun van der Leer, rector van het Baptistenseminarium aan de VU. In het boek komen heel veel organisaties en personen voorbij die aan de groei, wandel en praktijken van de beweging bijdroegen. Men mist er ook namen in, maar dat is niet te voorkomen. “Het is een ontzettend veelzijdige beweging”, zei Laura Dijkhuizen die les geeft aan diverse theologische instellingen in binnen- en buitenland, coördinator van de opleiding Missionair Werk bij het Evangelisch College is en een van de twee redacteuren van het boek. Zij wees er op dat het de laatste tien jaar onderzoeken naar de evangelische beweging regent, maar het doel van ‘Typisch Evangelisch’ was er een overzicht van te geven. Vandaar dat er met zoveel mogelijk mensen aan is gewerkt, onder wie uiteraard de onvermijdelijke prof. Willem Ouweneel, ds. Hans Eschbach, Miranda Klaver, Jeff Fountain. Wim de Knijff, Henk Medema, Peter Sleebos en vele anderen.
Valkuil
Natuurlijk zijn er wel talloze scheuringen en incidenten in de beweging geweest. Maar die zijn, bleek uit wat Dijkhuizen zei, onder de tafel geveegd of ‘door een roze bril’ bekeken. “Wij wilden een positief mooi monument neerzetten. Een monument om trots op te zijn.” In dat verband zei iemand die aan het boek, waaraan 2,5 jaar is gewerkt, heeft meegewerkt: ‘Het lijkt wel een bijbel naast de Bijbel.’ Een wat kritisch geluid kwam er behalve van Henk Binnendijk bij de lancering ervan ook van Katie Vlaardingerbroek, die zich in Glasgow verdiept in de veranderende relatie tussen christelijk geloof en seculiere samenleving en onder meer wees op ‘culturele relevantie’ die de evangelische beweging geneigd is zich eigen te maken. Zij stelde als zelfbenoemde ‘seculiere theoloog’ de vraag: “Is het niet mogelijk dat het succes van de evangelische beweging een valkuil is.” Er kwam geen antwoord.