Jihadisten in Centraal-Mali hebben drie christelijke dorpen overvallen. Bij de aanval zijn zevenentwintig christenen neergeschoten of verbrand.
De aanval op de dorpen Bankass, Koro en Tillé, richting de grens met Burkina Faso, vond op 26 mei plaats door gewapende strijders op motorfietsen. Op 3 juni werden veertien dorpsbewoners in het Fulani dorp Niangassadiou, in de omgeving van de stad Mopti, gedood. Op 5 juni doodden gewapende mannen in militaire kleding twintig mensen in het Fulani-dorp Binedama. De Fulani-organisatie Tabital Pulaaku gaf Malinese soldaten de schuld van de aanslag. De Malinese overheid beloofde de zaak te onderzoeken.
Ook op 5 juni protesteerden tienduizenden Malinezen in de hoofdstad Bamako. Ze eisten het ontslag van president Keita, die in 2018 was herkozen voor vijf jaar. Hij beloofde destijds om vrede te bewerkstelligen in het land. De Arabische nieuwszender Al Jazeera stelt: “Keita heeft het lastig om steun te vinden, terwijl het land steeds onveiliger wordt en duizenden zijn gedood, honderdduizenden zijn hun huizen ontvlucht en de economie staat er slecht voor”.
De situatie in Mali is complex. Jihadistische groepen zorgen sinds 2012 voor instabiliteit in Mali en omliggende Sahellanden. Maar ook lokale milities en legereenheden worden beschuldigd van dodelijke aanslagen.
Mali staat op plaats 29 van de Ranglijst Christenvervolging. Van de 20 miljoen Malinezen zijn circa een half miljoen christen.
Bron: Open Doors, Barnabas Fund / Foto: Dorpsbewoners in Mali – Foto Open Doors
