In zijn brief van 1 november beweert hij vals beschuldigd te zijn van ‘acties tegen de nationale veiligheid door het leiden van een huiskerk’. Volgens hem erkennen de artikelen 13 en 26 van de Iraanse grondwet het christendom.
Naser schrijft in zijn brief:
Evin-gevangenis, vrijdag 1 november 2019
“Geliefde mensen in Iran,
Ik ben een gevangengezette Farsi-sprekende christen die in de Bijbel gelooft. Het is goed om te weten dat het houden van religieuze bijeenkomsten in het Farsi die plaatsvinden in het huis van christenen wordt beschouwd als een actie tegen de nationale veiligheid van de islamitische republiek.
De artikelen 13 en 26 van de grondwet erkennen echter religieuze minderheden als het zoroastrisme, jodendom en christendom, die in vrijheid uiting mogen geven aan hun geloof. Ik zit nu al meer dan twee jaar gevangen en begrijp niet door welke logica of door welke misdaad ik deze zware straf heb verdiend.
Ik hoop dat de liefde van de Here Jezus Christus wordt verspreid door de stemmen van christengevangenen in deze wereld heen. Ik spreek mijn dank uit naar een ieder die mensenrechten bevordert.”
De gevangen christen, Naser Navard-Goltapeh
Naser werd op 24 juni 2016 gearresteerd toen hij drie christenen uit Azerbeidzjan ontmoette. Ze werden alle vier gearresteerd en na vier maanden voorlopig op borgtocht vrijgelaten. De Azeri’s keerden terug naar Baku, maar Naser werd veroordeeld tot tien jaar cel. Vanaf september 2017 zit hij zijn straf uit in de Evin-gevangenis in Teheran.
Bron: Mohabat News