Een lange weg heeft schrijver van door hem zelf uitgegeven boeken Ahmad Quraisy (niet zijn echte naam) afgelegd sinds hij een protestantse kerk in Jakarta bijna opblies. Hij was destijds commandant van de gevreesde Islamitische Staat Indonesië (NII), een Indonesische militante groep. Maar de voormalige islamitische terrorist leidt nu een ondergrondse beweging in Indonesië van bekeerde moslims. In zijn woorden: “Mensen die tot persoonlijk geloof in Christus kwamen”.
Liefde
Quraisy (48, getrouwd, drie kinderen) vertelde christelijk persbureau BosNewsLife, partner van Uitdaging, dat zijn beweging is uitgegroeid tot zo’n 7.000 leden. “Allemaal voormalige moslims. Ze ontmoeten elkaar in huiskerken in het hele land”, zegt hij in een beveiligde aparte ruimte in een restaurant in Jakarta. Het verlaten van de islam blijft een risicovolle onderneming in wat ’s werelds grootste moslimnatie is. “Maar het was alle ontberingen waard die we hebben doorstaan”, benadrukt Quraisy.
Zijn reis naar het christendom begon eind jaren negentig. “Na de economische crisis was ik geradicaliseerd. Als jonge commandant van de NII gaf ik de schuld aan christenen. Op een dag nam ik een tas met een tijdbom mee naar een protestantse kerk in de Indonesische hoofdstad. Ik was klaar om die te laten ontploffen en veel mensen te vermoorden. Maar toen hoorde ik de voorganger tegen de gelovigen zeggen dat ze van hun vijanden en degenen die hen vervolgden zouden moeten houden.”
Nooit eerder had hij naar zijn zeggen die christelijke liefde in zijn leven gezien. “Ik raakte ervan overtuigd dat ik mijn destructieve plan niet moest uitvoeren.” Hij weigert de exacte naam van de kerk te zeggen om meer repercussies van NII of andere islamitische hardliners te vermijden. “Nadat ik de tas met de bom had teruggebracht, werd de NII-leiding woedend. Ik werd een maand in detentie geplaatst.”
Vreemde visies
Kort nadat hij had besloten christenen niet te doden, kreeg hij visioenen van de Heer, zegt hij. “Begin 2000 ontmoette ik Jezus Christus voor het eerst op een wonderbaarlijke manier. Uiteindelijk werd ik in 2001 christen.”
Quraisy gelooft dat Christus hem genas van ziekte. ‘Ik leed aan tyfus. Op een dag zag ik in een visioen een persoon in witte gewaden en gloeiend licht Die zei: ‘Sta op en word genezen’. Ik wist niet dat het Jezus was, Die mij genas. Maar volgens mijn oude islamitische overtuiging kan iemand een spiritueel wezen als hem vergezellende leraar hebben.”
Maar vijf maanden later keerde Jezus Christus terug, zegt hij. “De Heer raakte mijn hoofd aan. Ik beefde en werd heet in mijn hele lichaam. Ik realiseerde me nog steeds niet dat dit spirituele wezen Jezus was. Maar de volgende ochtend zeiden de buren dat ze op de binnenplaats van mijn huis een wezen zagen dat er uit zag als een draak. En een week later zagen zij daar harige mannen in jachtkleding en een wezen verschijnen als een tijger. Ik geloof persoonlijk dat de Heer demonen uit mijn huis joeg.”
Magie
Nadat wat hij ‘zwarte magie’ noemt zijn leven verliet, ging hij op zoek naar het licht, vertelt hij. Quraisy opende een van een christelijke buurman geleende Bijbel. “Toen ik die begon te begrijpen, kwam er wind in mijn kamer en er was een helder licht.” In allerlei visioenen zag hij niet in het boek des levens te staan en in de hel terecht te komen. “Wegens de islam begreep ik dat mensen in de hel levend worden verbrand. Dat zag ik ook in een visioen gebeuren.”
De visioenen, Bijbelstudies en gesprekken met christenen brachten hem tot het inzicht dat Christus naar hem op zoek was. “Toen hij in 2001 tot de Heer kwam, was dat een antwoord op mijn gebeden”, zegt zijn vrouw. Ze was als voormalige moslim al christin geworden. “Mijn man wist het niet. Ik had in het geheim voor hem gebeden.”
Woedend
Toen hij tot geloof kwam, begonnen de problemen. Het paar werd verwijderd uit het landhuis van de vader van Quraisy. “Hij was woedend dat ik de islam had verlaten en een christen was geworden.” Quraisy en zijn jonge vrouw en twee kleine kinderen werden gedwongen op straat te leven. “Twee maanden woonden we in een busstation, omdat we nergens heen konden.” Maar medegelovigen ontdekten hun hachelijke situatie. Voor hen was Quraisy geworden als de Bijbelse Paulus, die eerst de kerk vervolgde voordat hij apostel werd. “Maar voor mijn familie was ik een verrader. Ze hebben alles meegenomen. Maar ik zei tegen mijn vader: ‘Ik heb je erfenis niet nodig. Ik heb alleen Christus nodig.”
Het echtpaar probeerde hard te werken om de kost te verdienen. “Mijn vrouw werkte in een Indiaas restaurant en ik deed allerlei klusjes. Het was een enorm verschil met mijn vorige leven als NII-officier. In die tijd waren we rijk en hoefden we ons nergens zorgen over te maken. Nu moesten we nadenken over hoe we onszelf en onze twee kinderen van drie en vier jaar konden voeden.”
Intussen verkondigde hij wel het Evangelie. In 2012 wilde een kleine rondom hem verzamelde groep dat ook doen. “We gingen bidden en kort daarna mijn boeken en ander materiaal te publiceren. En we besloten de beweging uit te breiden en daarin ook discipelschapstraining te starten.” Er werd hem een kerk met huis en auto aangeboden als voorganger, maar dat sloeg hij af, omdat hij zich wik concentreren op het bereiken van de moslimgemeenschap voor Christus. De duizenden die daaruit zijn gekomen en nu in christelijke ondergrondse huisgemeenten bijeenkomen, communiceren via sociale media over speciale evenementen. De kleinste huiskerk heeft ongeveer 20 leden, de grootste honderden in hetzelfde dorp. Hij hoopt eens een grote gemeente vol mensen met een moslimachtergrond te hebben. Hoog op zijn verlanglijstje staat een trainingscentrum voor Bijbelstudie en discipelschap. “Op deze manier kunnen ze teruggaan en hun familie en vrienden helpen in het geloof te groeien.”
Ironisch
Volgens hem sluiten veel moslims zich bij zijn beweging aan, omdat zij – ironisch genoeg – de waarheid vinden, nadat hij hen vroeger de koran had uitgelegd. Maar christelijke evangelisatie is toch gevaarlijk in Indonesië. De strikte wetgeving kan leiden tot zware gevangenisstraffen voor degenen die beschuldigd worden van godslastering tegen de islam. Leden van verschillende geloofsgemeenschappen, onder wie christenen, zijn de afgelopen jaren gevangen gezet. Quraisy: “Onder de wet op godslastering kan ik geen slechte woorden zeggen over de islamitische profeet Mohammed of de koran. Ik moet wijs zijn en de juiste technieken gebruiken om ze met het evangelie te bereiken.”
Om problemen met autoriteiten te voorkomen, adviseert hij voormalige moslims hun kleding te blijven dragen. “Ik heb in mijn eigen leven gezien dat christen zijn veel problemen zal veroorzaken. Aan de buitenkant zien leden van onze kerken er misschien uit als moslims. Velen dragen zelfs een hijab. Sommigen van hen geven les op islamitische scholen. Maar van binnen is hun hart veranderd door Christus. In Indonesië kun je tegenwoordig een moslim of een christen vaak niet meer alleen herkennen aan hun uiterlijk.”
Hij noemt de herkozen president van Indonesië, Joko Widodo, erg beleefd, maar constateert dat zijn regering geen voorstander is van christenen. Quraisy spreekt scepsis uit over moslimpolitici die beweerden tolerant te zijn, zoals de secretaris-generaal van de Islamitische Gerechtigheidspartij’ (PKS).
Ondanks de moeilijkheden gelooft hij dat veel moslims de strikte islam zullen verlaten en christenen zullen worden. En hij beweert dat veel meer van hen zich tot het geloof in Christus wenden dan officieel wordt erkend. “We hebben niet het exacte aantal. Maar het kunnen jaarlijks honderdduizenden moslims zijn. Ik ben niet de enige die christen is geworden. Mijn droom is om Indonesië voor Christus te winnen.”
Tekst: Johan Th. Bos
