“Al langere tijd had ik het idee om in de toekomst door te ontwikkelen richting een bestuurdersfunctie, bij voorkeur in de humanitaire of ontwikkelingssector. Ik had niet een specifiek tijdstip in gedachten, maar toen de functie van CPO bij ZOA onverwacht open kwam, sloot dit wel heel goed aan bij mijn toekomstplannen. Zo is het ervan gekomen.”
Hoe ben je met ZOA in aanraking gekomen?
“Ik ken ZOA al vanaf mijn jeugd. Zo organiseerde ik tijdens mijn VWO-tijd op de Guido de Brès in Rotterdam een keer spontaan een collecte voor ZOA die ruim 5000 gulden opbracht. De afstudeeropdracht van mijn HBO-opleiding op de Christelijke Hogeschool Ede was ook bij ZOA. Ik onderzocht ZOA’s relatie met de kerkelijke donoren. Ook in mijn tijd als manager Partners en Programma’s bij Woord en Daad was er een goede band met ZOA. We werkten samen aan noodhulp in onder meer Haïti, de Filippijnen en Ethiopië, waarbij de twee organisaties elkaar versterkten. Toen ik voor Medair in Jordanië werkte heb ik met veel plezier samengewerkt met ZOA-collega’s. Het inspireert enorm om verbinding te zoeken en gezamenlijk te streven naar meer impact. Vanaf mei 2018 ben ik in dienst gekomen bij ZOA. Het moest er gewoon een keer van komen…”
Wat vind je mooi aan ZOA als organisatie?
“Bij ZOA hebben we volop ambities op gebied van groei, kwaliteit, professionaliteit. Tegelijkertijd worden we gedreven door het verlangen om Gods opdracht tot naastenliefde en zorg voor zijn schepping gestalte te geven. Die formule maakt ZOA sterk. Het is belangrijk dat we als ZOA de mensen voor wie we werken altijd vooropzetten. Ze zijn mede-schepselen, door God gemaakt en gewild. Door ons werk willen we hen iets laten ervaren van Gods liefde. Wanneer mensen verworden tot projecten, gaat het mis.”
Waarom voel je je gedreven om dit werk te doen? What makes you tick?
“Ik zou er heel veel over kunnen zeggen… maar laat ik het kort samenvatten. Het feit dat ik ben geboren in een Nederlandse wieg heeft me een enorme voorsprong gegeven op de meeste andere wereldbewoners. Niets daarvan is mijn eigen verdienste. Wat mij drijft, is om iets van de enorme voorrechten en de rijkdom die ik heb gekregen te delen met anderen. Het delen is geen doel op zich, maar juist een manier om te laten zien hoe God Zijn schepping oorspronkelijk heeft bedoeld: als een plek waar voor armoede en ongelijkheid geen plaats is.
Soms lijkt het dat het kwaad in deze wereld meer en meer de overhand krijgt. Het heeft geen zin om kwaad met kwaad te bestrijden. De bijbel leert juist dat onze opdracht is om er iets goeds tegenover te zetten. Het staat heel krachtig verwoord in de Romeinenbrief: Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.” (Rom. 12:21)
Waar kan ZOA in groeien? Waar ligt je ambitie voor de komende tijd?
“Het werkveld van noodhulp en wederopbouw verandert heel snel. Nieuwe technologieën openen nieuwe mogelijkheden, zoals block chain technologie, digitale datacollectie en -visualisatie. Er is ook een voortdurende nadruk op schaalvergroting: meer omvang, meer samenwerking, efficiëntie en impact. Het is belangrijk dat we als ZOA soepel inspelen op deze veranderingen. Daarin moeten we niet alleen volgend zijn, maar ook onze nek uit durven steken en aanjager van veranderingen zijn. Dat kan alleen als we voortdurend samenwerking zoeken met andere partijen, in Nederland en daarbuiten.
Verder wil ik graag werken aan een versterking van ZOA’s relatie met de achterban in Nederland. Dat er zo veel mensen, kerken en bedrijven in Nederland zijn die zich verbonden voelen met ZOA, is iets waar we echt zuinig op moeten zijn. Het is belangrijk dat we in gesprek blijven met elkaar en kijken hoe we de verbondenheid kunnen laten groeien. Dan gaat het zeker niet alleen om financiën, maar juist ook om het in contact brengen van ZOA’s werk in de landenprogramma’s met de leefwereld van mensen in Nederland. Vanuit die verbinding kan de verbondenheid verder groeien.
Vanaf 1998 heb je op en af in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gewoond. Wat heb je met die regio?
“Al tijdens mijn opleiding verbleef ik veel buiten Nederland. Het Midden-Oosten trok me het meest aan. Tussen 1998 en 2007 was ik gestationeerd in Egypte. In die tijd reisde ik veel binnen het Midden-Oosten en Noord-Afrika en zag met eigen ogen hoe mensen leden onder enorme armoede. Dat heeft me ertoe gebracht om de overstap te maken naar humanitair werk. Ik kwam terecht in Sudan – eerst in Darfur en daarna in Zuid-Kordofan, op het grensgebied met Zuid-Sudan. Later heb ik ook nog in Somalië gewerkt. Mijn ervaringen daar hebben mijn leven voorgoed veranderd. In Somalië kwam ik in aanraking met armoede zoals ik nog nooit eerder had gezien. Ik heb kinderen voor m’n ogen zien sterven van de honger. Die herinnering raakt me nog steeds.”
Wat ga je missen nu je na zo’n lange tijd weer in Nederland gaat wonen?
“Het klink wat cliché, maar ik kan wel zeggen dat ik hier een stuk van mijn hart verloren heb. Het leven hier bruist, is veelkleurig en dynamisch. De bloemrijke Arabische taal is ontzettend mooi en je kunt er zo veel gevoel in kwijt. Wat me ook altijd opvalt is hoe men gericht is op delen. ‘Sharing is caring’. Loop ik langs iemand die net zit te eten, dan nodigt hij me direct uit om mee te eten. De aandacht voor elkaar en het denken vanuit het collectief in plaats van het individu ga ik zeker missen.”
Wat uit die cultuur neem je mee naar ZOA?
“Dat mensen veel belangrijker zijn dan dingen.”
Wanneer begin je aan je nieuwe baan?
“Ergens rond 1 april. Tot die tijd moet er nog veel gebeuren. Ik ben net terug uit Damascus, waar we goede voortuitgang maken in het opzetten van een ZOA landenkantoor. De komende weken zullen in het teken staan van afronden in Jordanië, zoeken van woonruimte in Nederland, inrichting – onze enige bezit in Nederland zijn een paar dozen ergens op een zolder – en een school voor de kinderen zoeken. Een flinke klus dus, maar het komt vast goed. Het vooruitzicht van de nieuwe functie bij ZOA geeft veel energie. ”
Bron: ZOA