Rijkdom is in deze wereld niet verkeerd, maar de verleiding – volgens sommigen een onmogelijke opgave – daarop te vertrouwen. De Bijbel kent het begrip ‘overvloed’ en die geeft de ruimte weer, waarin men op grond van genade staat. “Maar God heeft een grens ingesteld. Die bevindt zich op de plek waarin we met onze overvloed onszelf behagen of zelfs in de zonde van gierigheid vervallen”, schrijft de auteur, die voorts er op wijst dat in de Bijbel tal van rijke mensen worden genoemd, zoals de rijke jongeling, Zacheüs en de rijke raadsman Jozef van Arimathéa. Zij gingen allemaal anders met hun rijkdom om.
In tegenstelling tot de rijke jongeling (die bedroefd heen ging, omdat de Heer hem vertelde dat hij alles moest verkopen en aan de armen geven) was het geld voor Zacheüs geen hindernis om in Jezus Christus te geloven en hem te volgen. Materiële zegen, die God christenen overigens niet belooft, is geen zonde, maar rijk willen worden wel. “Met deze begeerte naar rijkdom gaat zowel de gierigheid als de geldliefde gepaard.”
Paulus, zegt Graf, gebied tevreden te zijn met voedsel en kleding. Maar er zijn veel mensen die foute wegen inslaan om op kosten van anderen zich te verrijken. Soms vallen ook christenen in die strik. “Ze leven alleen nog om rijk te worden en hebben niet in de gaten hoeveel schade zij zichzelf en hun omgeving aandoen. Sommigen zijn daardoor zelfs van het geloof afgedwaald en hebben zich met veel smarten doorboord (1 Tim. 6:10).”
Men kan met geld wel een bed, maar geen slaap en eten, wel medicijnen, maar geen gezondheid kopen, verzucht de schrijver aan het einde van zijn stuk, waar hij enkele adviezen geeft om van gierigheid en geldzucht te worden bevrijd. En de verlossing door Jezus Christus is helemaal niet voor geld te koop, jubelt hij. “Want die is gratis.”
