Als een van de voorbeelden die hij geeft, neemt hij de Bergrede. Daarin zijn volgens hem principes weergegeven van het koninkrijk dat in de toekomst op aarde wordt geopenbaard. Als men die letter toepast op déze tijd (de bedeling der genade), wat in kerkelijke kring aan de lopende band voorkomt, leidt dat tot misverstanden, zegt de auteur. “De kromme en vaak verwarrende uitleg van deze verheven toespraak van de Heer Jezus, die vandaag te horen is in zowel kerkelijke als evangelische kring, getuigt niet van geestelijke wijsheid, maar van een schromelijk gebrek aan Schriftkennis.”
Foute conclusies
Belangrijk is volgens hem dat een tekst niet wordt losgemaakt van de context. Wie daar geen rekening mee houdt kan voor elke leer, hoe kwalijk ook, wel een Bijbelse grond vinden, waarschuwt Slagter.
“Het is een ernstige zaak dat men soms op basis van een enkel woord, of een enkele tekst, uit zijn verband gelicht, tot geheel verkeerde conclusies en uitleggingen komt. Zo worden bijvoorbeeld aan de verzegelden uit Openbaring 7 allerlei identiteiten toegeschreven, terwijl uit het verband duidelijk blijkt, dat het hier gaat om verzegelden uit Israël en wel uit elke stam 12.000.”
Slagter geeft aan dat men in elk geval moet weten wie en aan wie een Bijbelgedeelte is geschreven, op welke tijd het betrekking heeft en waarom het is geschreven. Als voorbeeld noemt hij de brief van Jacobus, waarover naar zijn mening in de loop der kerkgeschiedenis veel verwarring ontstond. Noch over de afzender (een apostel der besnijdenis), noch over de geadresseerden (de twaalf stammen in de verstrooiing) kan misverstand bestaan, meldt hij.
Harmonie
Omdat twee elementen – geloof en werken – er in worden benadrukt, gaat het volgens hem om het evangelie van het koninkrijk, waarin dat de twee voorwaarden zijn om behouden te worden. “Dat wil zeggen: het koninkrijk op aarde in te gaan (zie Matth. 24:13 en 14). Deze dingen laten zien dat de brief niet handelt over de wezenlijke zaken die te maken hebben met de gemeente van Christus. Die God in deze tijd bezig is te vormen, maar betrekking hebben op Gods handelen met het volk Israël.” Het is intussen niet zo dat christenen van nu eigenlijk niets aan deze brief hebben, voegt hij er aan toe. “Wij moeten echter steeds bedenken: Heel de Schrift is wel vóór ons, maar niet heel de Schrift handelt óver ons.”
Hij verwijst ook naar Augustinus, die ooit gezegd schijnt te hebben: ‘Onderscheidt de tijden en de Schrift is met zichzelf in harmonie.’ Slagter: “Wie dat onderscheid niet kent, of er geen aandacht aan schenkt, moet wel tot de conclusie komen dat de Bijbel tegenstrijdige uitspraken bevat.”