‘‘Christelijk’ wonder kan duivels zijn’

0
200
Wat door menige christen als door God verrichte wonderen wordt gezien, ook (en vooral) op het evangelische erf, kan in werkelijkheid werk van de duivel zijn. Met die waarschuwing komt Peter Slagter in het jubileumnummer van ‘Amen’. Het blad, waarvan hij hoofdredacteur is, ontstond naar zijn zeggen 20 jaar geleden uit zorg omdat bij veel gelovigen goede Bijbelkennis ontbrak.

Vooral ging het de initiatiefnemers om wat aan Paulus werd geopenbaard. Een kenmerk van wat Amen, uitgegeven door Everread Uitgevers in samenwerking met stichting Het Morgenrood, leert is het onderscheid tussen ‘vroege’ en ‘late’ brieven van die apostel. Die zou bij het schrijven van zijn eerste brieven nog niet alles hebben geweten wat de Heer hem (later) wilde openbaren. Op basis daarvan is een, vooral door wijlen dr. E.W. Bullinger, voor veel christenen nogal ingewikkelde visie ontwikkeld, met onder meer ‘bovenhemelse’ en andere gradaties gelovigen en domeinen.

‘Net echt’
Hoewel ook anderen in de brede school van het dispensationalisme (leer der bedelingen) menen dat tot veel christenen – onder meer als gevolg van de verbondstheologie – Gods plan niet volledig is doorgedrongen, vinden die geen grond in de Schrift voor de opvattingen van Slagter c.s. Die worden daar tot de ‘ultra-dispensationalisten’ gerekend. De stichter van Het Morgenrood, evangelist en Bijbelleraar Jacob Klein Haneveld behoorde daar overigens niet toe en bestreed hun opvattingen. Na diens dood kregen Peter en Hoite Slagter de leiding, die ook de aangepaste leer introduceerden.

In bredere kring wordt overigens met hen betwijfeld of genezingen, opwekken van doden, boze geesten uitdrijven, spreken in tongen, handen opleggen en andere – vooral in charismatische kring gebruikelijke – manifestaties wel volledig van God komen. ‘Wat satan doet, lijkt net echt en is moeilijk te onderscheiden. Sterker nog: Het is eenvoudig niet te onderscheiden als we afgaan op wat we zien en horen. Alleen dor het kennen van Gods Woord is geestelijk onderscheid mogelijk’, schrijft Slagter. Werk van satan wordt, verwijst hij naar 2 Thess. 2:9, in de Bijbel verklaard als ‘allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen’. Die komen in de Bijbel vaker voor, zegt de auteur. Satan bedient zich volgens hem van precies dezelfde dingen die door Christus in Zijn komende koninkrijk worden geopenbaard. ‘Uiterst bedrieglijk. En hij werkt uiteraard graag met pseudoniemen.’

Vandaar Slagters twijfel over veel wat tegenwoordig als christelijk, evangelisch of manifestaties van de Geest wordt aangediend. ‘We moeten er rekening mee houden dat veel van wat als Gods werk wordt geproclameerd in onze dagen niets anders is dan de valse, pseudo-activiteit van de tegenstander. Het gebruik van allerlei Bijbelse termen geeft geen enkele garantie dat het goed is, zelfs niet het noemen van de Naam van de Heere God of Jezus.’

‘Wind van leer’
God werkt nu door Zijn Woord op een verborgen wijze, tot de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus, schrijft Slagter. ‘Ons enige houvast is het Woord, door Gods Geest geïnspireerd. Dat is onze maatstaf en ons criterium.’

Hij maant tot voorzichtigheid nu de satan zijn verleidende werk vermenigvuldigt in allerlei occulte zaken en pseudo-christelijke activiteiten. ‘Voorzichtig met allerlei krachten, tekenen en pseudo-wonderen, wel te verstaan. Wat het Woord mogen wij altijd en overal krachtig en duidelijk verkondigen. En de wereld heeft het niet nodig te horen van allerlei bijzondere belevenissen, hoe waarachtig die ook kunnen zijn. Wat de wereld nodig heeft, is de duidelijke prediking van het Woord, van het Evangelie van de Heere Jezus Christus, die gestorven is voor de zonde.’

Slagter signaleert dat nu weinig rekening met Gods plan wordt gehouden, wat oneigenlijk Schriftgebruik in de hand werkt (‘teksten worden uit hun verband gelicht’) en een enorme hang naar de gevoelskant van geloven. ‘Het beleven van het geloof overstijgt het bestuderen van Gods Woord. Daardoor ontbreekt een solide basis en wordt de deur open gezet voor allerlei wind van leer: zolang het maar goed voelt.’