Alsof nieuwe en oude afgoderij elkaar ontmoetten, verzucht Ter Berghe. Maar in de christenheid lijkt men daar ook niet ver van verwijderd, omdat men van zichzelf een afscheid maakt, voegt zij er aan toe. Men kan volgens haar trouw naar de kerk gaan, stille tijd houden, moreel op de rechte weg blijven en de verwachte financiële bijdrage leveren. Maar heel dat christelijke leven heeft als doel succes en zegen te ontvangen. “In feite is dat niet anders dan de eilanders die hun wierookstokjes branden voor de natuurgoden. Uiteindelijk gaat het dan niet om de eer van God, maar om wat ze er zelf mee winnen. De volgorde is omgedraaid.”
Iets dergelijks ontdekte ze, voorzien van een christelijk sausje, tijdens een bezoek aan een even christelijke boekwinkel. “Meters en meters boeken van allerlei stralende predikers die het helemaal hadden gemaakt en ons ook wilden vertellen hoe we het als christen konden maken”, schrijft de zendelinge. “Als we maar zo vriendelijk wilden zijn een paar tientjes neer te tellen voor hun boek. Want die privéjets vliegen niet op slootwater. De onderliggende boodschap was duidelijk, daar hoefde je alleen de achterkant van de boeken voor te lezen. God=succes. En dan vooral financieel, maar je kunt ook op Hem rekenen als het gaat om een leuk huwelijk, een fit lijf en carrièrekansen.”
Zij gelooft wel dat God machtig is, kan genezen en Zijn kinderen zowel materiële als geestelijke zegeningen – zoals vergeving van zonden en eeuwig leven – kan schenken. Welvaartspredikers hebben gelijk als zij zeggen dat God Zijn kinderen het goede wil geven, constateert Ter Berghe. “Maar er zijn twee zaken die fundamenteel afwijken van de boodschap van de Bijbel. Het ene (…) is de gedachte dat God belooft alle aardse problemen van Zijn kinderen op te lossen en hun aardse leven in een groot feest te veranderen. Het andere is dat God door welvaartspredikers, maar ook door veel andere populaire christelijke leiders, wordt gepresenteerd als een middel om een doel te bereiken.”
Men kan God ontmoeten in Zijn woord, volgelingen, natuur en (misschien zelfs) dromen, schijft ze. Verschillende reacties zijn dan volgens haar mogelijk. “Een is dat je zo onder de indruk bent van Zijn liefde en genade dat je Hem wilt volgen en dienen. De andere is dat je denkt ‘hoe kan ik Hem zo tevreden houden dat Hij me geeft wat ik wil’. Eigenlijk ben je dan nog je eigen afgodje (…). God is dan het decor en wij zijn dan het stralende middelpunt.”