“Christenen worden opgeroepen de Joodse feestdagen te vieren en men spreekt ook niet meet over Joodse feestdagen (zoals de Bijbel in bijvoorbeeld Johannes 6:4 en 7:2), maar van ‘Bijbelse feestdagen’. Spijswetten, de gehele ceremoniële wet, de Tien Geboden, sabbatsvieringen, ja zelfs de besnijdenis, het geldt ook allemaal voor ons christenen”, schrijft Niemeijer, die het daar allesbehalve mee eens is. “De gemeente is niet een voortzetting van Israël, maar een nieuw begin, ‘een nieuwe mens’.”
De vraag was hem gesteld of de gemeente in Bijbelse tijden op de sabbat bijeenkwam, zoals een bepaalde theologische stroming meent. Volgens Niemeijer staat er letterlijk ‘een van de sabbatten’, maar is het woord sabbaton uit het Grieks doorgaans vertaald met ‘week’. Men kwam samen op een van de dagen tussen de twee sabbatten, denkt hij.
De voorstanders van diensten van de gemeente op sabbat verwijzen onder meer naar Handelingen 20 vers 7, maar dat kan nooit een sabbat zijn geweest, omdat Paulus – na een samenkomst tot middernacht – ’s morgens vroeg zegt te vertrekken. “Paulus zou het niet in zijn hoofd halen in de morgen van de sabbat met een schip te vertrekken, want hiermee zou hij de sabbatsrust openlijk schenden. De juiste vertaling moet zijn: ‘op één van de dagen tussen de sabbatten’.” De sabbat in Israël duurt namelijk van ’s avonds tot de volgende avond, geeft Niemeijer als toelichting.
Maar volgens hem is het de laatste tijd ‘in’ onder christenen zich ‘Joods’ te gaan gedragen. “Vanuit de gevestigde kerken heeft men de laatste tijd eindelijk ontdekt dat de Here Zijn verbondsvolk Israël niet heeft verworpen, maar er nog een geweldig plan mee heeft.” Overigens werd al in 1832 door de Vergadering van Gelovigen in Wales een conferentie gehouden over Gods toekomstige plan met dat volk.