De rabbijn wil kennelijk niets van de Here Jezus weten en zegt dus vervloekt te zijn in de ogen van christenen. Hij deelt kennelijk nog de haat die ooit de schrijver van dat Bijbelfragment, Paulus, jegens christenen had, toen hij nog Saulus heette en namens de Joodse theologen christenen vervolgde.
De overleden ds. Abma stond bekend als iemand met veel liefde voor Israël. Maar blijkbaar had bij zijn begrafenis niet uit het Nieuwe Testament gelezen mogen worden. Wat daarin wordt keer op keer de Here Jezus als Enige Weg tot de Vader geproclameerd. De rabbijn profileert zich evenwel als iemand die de Here Jezus geenszins lief heeft. En een oproep dat wél te gaan doen had achterwege moeten blijven, vindt hij.
Als Christenen voor Israël overwegend uit christenen bestaat die trouw aan Jezus willen blijven en Hem als enige Middelaar zien, kan die club wat hem betreft kennelijk de boom in.
Dat is in elk geval duidelijker dan zogenaamde christelijke Israël-vrienden betogen, die alles doen om maar niet over de Here Jezus te hoeven praten. Lody van de Kamp heeft ook gelijk als hij het gepraat over een ‘Joods-Christelijke samenleving’ onzin vindt. Die bestaat niet. Men is Christen of Judaïst. De Here Jezus als enige Middelaar staat daartussen. De rabbijn zegt: ‘Met bloed aan de handen moeten deze Christenen zich realiseren dat ik als ‘vervloekte’ hun bemoeienis niet wens. Sterker nog, niet nodig heb. Ik niet. Maar ook de Jood in Israël niet of waar dan ook.’
Hij moet niks hebben van de christelijke barmhartigheid voor Joden in Oekraïne en adopteren van overlevenden van de Holocaust. De mooiste daad die christenen zich nog kunnen veroorloven tegenover Joden is hen met rust te laten, vindt hij. Daar staat de opvatting tegenover dat degenen die Christus hebben gevonden en dat niet aan Joden vertellen in feite antisemitisme plegen. Waarvan akte.