Ze komen niet alleen van buiten, maar – naar Paulus al zei – ook van binnenuit, waarschuwt Horjus in Het Zoeklicht. Herders van de kudde van de Heer moeten bedacht zijn op dwaalleraars, citeert hij Paulus, door zich aan Gods Woord te houden en dwaalleer te ontmaskeren. De schrijver beseft daarmee iets moeilijks te zeggen in het door veel tolerantie gekenmerkte hedendaagse kerkelijke klimaat. Hij constateert bijvoorbeeld dat men het tegenwoordig voornamelijk heeft over een ‘lieve God’ en sporadisch wordt gepreekt over zonden.
Welvaart
Ook het welvaartsevangelie rukt op, alsmede het ‘dikke ik’ dat ruimte moet krijgen door zichzelf te verwerkelijken. “Ik hoor daar niets in van de zelfverloochening die het evangelie van ons vraagt. Zelfontplooiing kan op een volstrekt on-Bijbelse manier worden begrepen.” Zulke ‘wolven’ sluipen geruisloos via allerlei leringen binnen waarschuwt Horjus, die er overigens nog wel meer kan noemen. Allemaal het gevolg van ontbreken van gezond Bijbels onderwijs, voegt hij er aan toe. “Als er gepreekt wordt, maar de Schrift blijft dicht. Van binnenuit kan de gemeente worden bedreigd door sympathieke mensen die echter kwade bedoelingen hebben of door onwetendheid of verblindheid achter een bepaalde overtuiging dan wel leer aanhollen.”
En dan zijn er kleine vossen die volgens Hooglied de gehele wijngaard bederven. Horjus ziet ze bijvoorbeeld in de gemakkelijke manier waarop mensen van gemeente wisselen. “Snelgroeiende gemeenten, waarin sterk het accent ligt op een spetterende praise, timmeren flink aan de weg. Mensen gaan dan vooral hun muzikale smaak achterna. Meestal hoor ik niet dat zij van de ene gemeente naar de andere gaan omdat dáár een veel ernstiger boodschap wordt gebracht. Gemeentebesef en trouw aan de mensen met wie je samen verbonden bent, lijken steeds meer plaats te maken voor consumentengedrag.”
Verbindende teksten
Om mensen binnenboord te houden, worden voorgangers steeds meer vatbaar voor een goed in het gehoor liggende boodschap en zeggen zei geen ongemakkelijke dingen. “Daar zitten de mensen niet op te wachten”, dus wordt weinig of niet over zonde en dat soort lastige termen gesproken. “Vooral ‘verbindende’ teksten spreken, die als lauw water in de oren van mensen worden gegoten. Men noemt dat preken met een missionair bewustzijn, maar de vraag is wel of dit nog het eigen authentieke geluid van het evangelie is. Dat is immers een tegendraads verhaal, dat bij voorbaat niet op een gunstig onthaal kan rekenen, maar uiteindelijk wel het antibioticum is dat ons doodzieke leven kan genezen.”
Leiderschap kent volgens Horjus vele valkuilen. “Leiders moeten in de eerste plaats herders zijn. Daarbij ook in de eerste plaats herders over hun eigen ziel (…). Laten die herders zelf ook schapen mogen zijn, die de grote Herder volgen naar de grazige weiden.”