Marketingkerk geestelijk onderscheiden

0
176
Gelovigen die helder geesten onderscheiden, doorgaans op basis van Gods Woord, worden al gauw gezien als kritisch, lastig of negatief en zijn daarom vaak niet welkom in leiderschap van kerken en organisaties. “Hoewel ze daar veel ellende zouden kunnen voorkomen”, schrijft Kim ter Berghe in Het Zoeklicht.

Zij ontkent niet dat sommigen louter afbreken, maar wijst er op dat ook christenen soms uit diverse bronnen kunnen putten. Dus is het goed na te gaan of ideeën van God komen of uit de duivel, de wereld en het vlees. “Maar de Bijbel leert dat de duivel, de wereld en onze oude natuur vijandig staan tegenover God en ons bij Hem weg proberen te houden.”

Hippe leider
Dingen die rechtstreeks van de duivel komen, zijn vaak het gemakkelijkst te herkennen (hoewel bijvoorbeeld slavenhandel en antisemitisme met de hand op Bijbel door de eeuwen heen zijn verdedigd), maar het wordt moeilijker met ‘wereldse’ zaken, omdat er in de wereld nu eenmaal ook veel wijs en goeds is, die de scheppingsbedoeling van God reflecteren, zegt Ter Berghe. “Maar in de grondslag is de wereld gebroken en los van haar Schepper. En daarom kunnen we niet zomaar wereldse principes toepassen op kerk of christelijk werk.”

Zij denkt daarbij aan marketingaanpak in de kerk, de trend om haar (of een christelijke organisatie) als bedrijf en het Evangelie als te verkopen product te zien. “Daarvoor moeten we een sterk merk hebben, een hippe leider, een paar goede managers en een duidelijke strategie. De nadruk die dit denken legt op succes, op aantallen en op imago laat zich echter niet rijmen met de totale onverkoopbaarheid van het Bijbelse Evangelie, met de kracht en de soevereiniteit van God en met de Bijbelse principes als je leven willen verliezen, nederig zijn, lijden omwille van het goede en dienstbaar zijn.”

Godsmannen
Nog lastiger wordt het als dingen niet duivels of werelds lijken, maar afkomstig zijn van zogenoemde ‘Godsmannen’ die op podia hun specifieke geestelijke product verkopen, schrijft Ter Berghe. Meestal zijn ze volgens haar voor 90% orthodox, maar trekken zij met die 10% volgelingen, want die bestaat uit iets nieuws of opzienbarends. “Dit kunnen (soms bizarre) geïmporteerde charismatische uitingen of verschijnselen zijn, maar ook bepaalde opzienbarende eindtijd-ideeën of psychologische methoden die een oplossing bieden voor allerlei problemen en ‘je leven zullen veranderen’.”

Geen hobby
Behalve die geestelijke ZZP’ers kunnen ook gewone dominees constateren dat alles anders moet. Zij willen wel het evangelie vertellen, maar dat moet dan wel aansluiten bij hun publiek. “Niet alleen de vorm, ook de inhoud moet worden aangepast op het huidige denken. Daarbij moet de kerkelijke bagage zoveel mogelijk worden achtergelaten, gaan dogma’s overboord en gaan we op zoek naar wat God doet op straat. De confrontatie wordt vermeden, het spirituele in welke vorm ook wordt gewaardeerd. We moeten luisteren en verbinding zoeken.”

Dat klinkt allemaal wel christelijk, maar Ter Berghe vraagt zich af of het dat ook is. Of de verandering voortkomt uit het verlangen verloren mensen bij Jezus te brengen of uit het verlangen het christelijke geloof om te vormen tot een inclusieve maatschappelijke beweging voor menslievendheid en geestelijke inspiratie, waar niemand wat op tegen kan hebben. “Onderscheiden is geen hobby van lastige mensen, maar een geestelijke noodzaak.”