De Bijbel werd onder de wetten van Rome uitgehaald en opnieuw aan het kerkvolk gegeven, schrijft hij. Zoals er steeds meer pauselijke bevelen kwamen, die geen draagvlak in de Bijbel hadden, is ook in deze tijd een deel van het kerkelijke leven niet meer op Gods woord gebaseerd, schrijft Niemeijer. “Waarom proberen verschillende theologen van deze tijd de Bijbel aan te passen aan de geldende wetenschap en pogen sociologen Gods Woord aan te passen aan de normen van de huidige maatschappij? Geloven we nog wel in Gods Woord dat nooit zal veranderen en gezaghebbend is voor kerk, huwelijk en gezin, maar ook voor ons maatschappelijk leven?”
Voor velen nemen bepaalde personen zo’n belangrijke plaats in, dat alles als het ware om hen draait. Niemeijer: “In veel liederen die tegenwoordig in de kerk worden gezongen, gaat het steeds meer om ons zelf. Als we maar geliefd worden en waardevol zijn, waanneer we maar veilig zijn en op Hem kunnen vertrouwen, zit het wel goed.” Hij vraagt zich ook af of het in de prediking wel om Christus of om de christen zelf gaat, die het goede gevoel heeft en alles krijgt wat hij of zij nog heeft. Hij citeert iemand die heeft gezegd dat God steeds meer tot een soort ‘mantelzorger’ wordt gedegradeerd. Maar de mens is er voor God, niet omgekeerd, betoogt Niemeijer.