Volgens hem is het Systeem soms een vervanging van het Lichaam van Christus. “Omdat men de Bijbel open heeft, bidt en lofliederen zingt, denkt men dat God erbij is en blij is, maar dat is niet altijd het geval.” Natuurlijk is God wel blij als Zijn kinderen samenkomen, maar dat is niet hetzelfde als een bevestiging van Zijn plan. Maar leidinggevenden zien dat vaak anders en menen op ‘de goede weg’ te zijn, voegt hij er aan toe.
De werkelijke kerk vindt men vaak als individuele gelovigen spontaan samenkomen, zegt De Groot. In de massa komen individuele gelovigen, als zij deze frustratie onder ogen zien en ermee naar God gaan, op een driesprong, meent hij: zij blijven leven met hun frustratie (met kans op bitterheid), zij verstoppen de frustratie en leggen zich erbij neer óf zij durven uit het Systeem te stappen met alle gevolgen van dien (verlies van relaties en vrienden, eenzaamheid en isolatie). Soms probeert met in het laatste geval gelijkgestemden te vinden om alsnog een gemeenschap der heiligen te vormen.
In het Nieuwe Testament kwamen mensen in huizen bij elkaar, constateert De Groot en ziet men eigenlijk weinig structuur. “Jammer genoeg hebben sommigen ook dit weer tot een ‘systeem’ gemaakt en men móét per se in huizen samenkomen. Zelfs de naam is ervan afgeleid: Huiskerkbeweging. Maar het huis is niet de kerk. De kerk kan in een huis zijn, maar ook ergens anders. Het allerbelangrijkste blijft dit: Eerst moet de natuur van Christus ontvangen worden en dan kunnen we, vanuit die natuur, samenkomen zoals Hij ons zal leiden. En niet andersom.”