Tirannieke secularisatie contra geloof

0
199
Allerlei ontwikkelingen in de laatste decennia, die steeds sneller gaan, kenmerken de eindtijd. Daar wijst Hans Frinsel op in Het Zoeklicht. Homohuwelijk, spermabanken en de daaraan voorafgaande seksuele revolutie van vijftig jaar geleden noemt hij bijvoorbeeld.

Hij wijst er op dat Angela Merkel, hoewel zij daarmee het tij niet kon keren, uit gewetensnood tegen een wet was die in Duitsland het homohuwelijk moest regelen. Het moderne secularisme is niet tevreden met registratie van de relatie tussen mens van hetzelfde geslacht, maar wil een fundamentele verandering van de scheppingsorde, “de ontmanteling van een institutie die alle eeuwen de basis vormde in elke succesvolle samenleving,” zegt Frinsel. Aan de basis ligt niet nieuw inzicht, maar een opstand tegen God, schrijft hij.

Aanslag
Op een tirannieke manier krijgt volgens hem elk daarvan afwijkend denken het karakter van een gerichte aanslag op gewetensvrijheid. Die dwang wordt als onbetwistbaar recht en ‘correct’ gepresenteerd, zonder de gevolgen te overwegen. Hoewel ook veel niet gelovige en dokters er moeite mee hebben, stoomt het euthanasie-schip (‘voltooid leven’) onverbiddelijk door. De moeizame kabinetsformatie laat zien hoe belangrijk het nieuwe dogma is voor bepaalde politici, zegt Frinsel. Want naar zijn mening heeft de links-liberale politiek de gang van zaken tot ‘correct denken’ verklaard en zal die niet rusten voor het arrogant aan de samenleving is opgelegd.

Dat via een spermabank verwekte kinderen hun biologische vader willen zoeken, had men kunnen voorzien, maar de ‘correcte’ politiek heeft geen boodschap aan wat natuurlijk is. “Moderne liberale politici stappen met zevenmijlslaarzen over de grote ethische vragen heen.” Dus is ook de wenselijkheid van kinderen door homostellen geen taboe meer.  Het is vloeken in de kerk te zeggen dat een kind voor een gezonde psychologische ontwikkeling het best kan opgroeien in een gezin met een vader en een moeder. “Wat men gemakshalve negeert, is dat er allerlei ongewenste zaken zijn, die logischerwijs voortkomen uit de nieuwe verworvenheden”, zegt de auteur. En het is niet toevallig volgens hem dat de stroom van onthullingen van seksueel kindermisbruik in de zeventiger en tachtiger jaren is ontstaan. Kinderporno is volgens hem verbonden met het feit dat gewone porno als normaal werd beschouwd. En met het pleidooi van liberale politici, gesteund door ‘progressieve’ figuren in de kerk, voor pedofilie werd wéér een grens overschreden. Pedofilie lifte volgens Frinsel mee op de homobeweging, want ja men is nu eenmaal zo geaard.

Wetteloosheid
De auteur waarschuwt dat men de openbaring van de mens der wetteloosheid meemaakt, die) ook wetmatig!) loslaat wat ‘vast’ is eb eigen regels bepaalt. “Zijn drijfveer is opstand tegen God en elke norm van buitenaf. De Bijbel geeft zijn opkomst als één van de belangrijkste kenmerken van de eindtijd.”
In de tijd van wetteloosheid zijn   er nog christenen die vasthouden aan de Vaste Rots, die niet meegaan in de nieuwe cultuur. Spelbrekers zijn zij daar eigenlijk. “Zij vormen als het ware een irritant appèl op het geweten. Zulke meningen zouden toch verboden moeten worden.” En dáár wordt volgens Frinsel hard aan gewerkt. “Het zal sneller gebeuren dan ons lief is.”