‘Waakzaam met handoplegging bij voorbede’

0
204
Met handen opleggen, of gewoon een hand op de schouder leggen, bij mensen die men niet kent, moet de gelovige voorzichtig zijn. Dat zegt ds. Theo Niemeijer in Het Zoeklicht in reactie op de vraag van een lezer, die – op advies van zijn gemeente – deelnam een ‘cursus bidden’ van New Wine.

De cursusleidster moedigde de deelnemers (overigens vooral vrouwen) aan in tongen spreken, tijdens voorbede elkaar de handen op te leggen en zich in een kringsessie open te stellen voor Gods Geest om iets aardigs over een ander te zeggen. De vragensteller constateerde een laag Bijbels gehalte en een hoog emotioneel niveau.

In tegenstelling tot wat New Wine adviseert (de hand op de schouder van een ‘cliënt’ te leggen) vindt ds. Niemeijer dus dat men daarmee voorzicht moet zijn. Hij verwijst naar de brieven van Paulus aan Timotheüs en Titus, waarin hij de opdracht geeft in alle steden waar gemeenten zijn ontstaan oudsten aan te stellen.

Met daarbij kwalificaties waaraan oudsten moeten voldoen. Primair heeft Paulus’ oproep niet overijld iemand de handen op te leggen daarmee te maken, denkt Niemeijer. “Door het aanstellen van verkeerde oudsten, krijg je ook deel aan de zonde die daardoor in de gemeente ontstaat. Ook met het leggen van je hand op de schouder van een ander bij de voorbede moeten we waakzaam en soms terughoudend zijn. Maar al te nauw verbinden we ons fysiek met elkaar, waardoor we ons openstellen voor de invloedsfeer van demonische machten waarmee de ander besmet zou kunnen zijn. Bij mensen die we niet kennen, dienen we uiterst voorzichtig te zijn om hen de handen op te leggen of eenvoudigweg hen de hand op de schouders te leggen. We weten niet met wie we ons op deze manier verbinden. Het zou zo maar kunnen zijn dat je deel krijgt aan de zonde van de ander en besmet wordt met zijn of haar onreinheid.”