Wedergeboorte is de eerste stap van dat proces, zegt Farias. Hij citeert ook uit Markus, waar de Heer de opdracht gaf uit te gaan in de hele wereld en het Evangelie te prediker aan alle mensen. Hij zei erbij dat degenen die geloven en worden gedoopt gered zullen worden. Vervolgens wijst Farias op de tekenen die de gelovigen zullen volgen. Volgens hem wordt in de kerk tegenwoordig te weinig belicht dat de waterdoop het begin is voor een volgeling van de Here Jezus. “Ik werd in water gedoopt op de dag dat ik werd gered”, zegt hij. “Dat maakte voor mij een reisachtig verschil (…). Ik kwam tot leven uit de dood. De oude mens stierf toen ik werd ondergedompeld in het water (symbolisch, ik weet het, maar er moet een reden zijn waarom Jezus daartoe de opdracht gaf) en de nieuwe mens regeerde toen ik uit het water omhoog kwam”.
Handen opleggen
Volgens Farias is de waterdoop gelijk aan het opleggen van handen. Het is een christelijke leer, die het geloof ondersteunt. Volgens hem genazen meer mensen tijdens de (aardse) bediening van de Here Jezus door oplegging van handen dan door iets anders. Handoplegging, de lichamelijke aanraking, maakt het gemakkelijker te geloven, vindt hij. En met waterdoop is naar zijn mening iets dergelijks aan de hand. “Als een brug tussen de wedergeboorte en discipelschap, een eerste stap in gehoorzaamheid aan de geboden van Jezus.”
De Here Jezus gaf nooit de opdracht mensen tot wedergeboorte te brengen, constateert hij. Wel discipelen te maken, te dopen en daarna te leren zijn geboden te gehoorzamen. Het bewijs van waar geloof ligt in gehoorzaamheid aan de geboden van de Here Jezus. In het westen is men teveel gericht op belijdenis, zondaarsgebed en dat als nieuwe geboorte aan te merken, vindt hij. “Een paar jaar geleden deed ik een campagne in een kerk waar tweehonderd namen werden vergaard van mensen die het zondaarsgebed baden. Weken later kon niemand van hen worden gevonden. Niemand van hen kwam in de samenkomsten (…). Magnetron redding mislukte weer eens jammerlijk. Ik neem tijd en knoop relaties aan om discipelen te maken. Dat vergt geduld en overgave van ons leven. Maar wat een vreugde als ze ziet groeien.”
Groei in geloof
Farias vertelt de laatste vier jaar een jonge gelovige – getrouwd en vader van twee tieners – in zijn woonplaats te begeleiden. Omdat de man ‘s nachts werkt, is hij niet in staat geregeld zondagmorgen diensten bij te wonen. Toch groeit hij in geloof, leest hij de Bijbel, bidt hij in tongen, geneest hij zieken, drijft hij demonen uit en grijpt elke kans aan om te getuigen van het evangelie, zegt de auteur. Toch komt hij weinig in een kerk. En sinds hij is vervuld met de Heilige Geest nam zijn leervermogen sterk toe, omdat de Geest zijn werkelijke Leraar werd, zegt Farias. Als iemand in water is gedoopt, moet dat volgens hem ook in de Heilige Geest gebeuren.
“In het westen hebben we geleerd nieuwe gelovigen over te dragen aan een kerkelijk systeem in plaats van hen persoonlijk zelf tot discipelen te maken. Als je hen tot de Heer leidt, ben je verantwoordelijk voor hen. Als je hen uitnodigt naar een kerk te komen en zij ontvangen Christus, ben je verantwoordelijk voor hen. Jezus beval je hen tot discipelen te maken.”