‘Lijden moet meer plaats hebben in liturgie’

0
200
‘Tranen van mensen, tranen van God’ heet het proefschrift dat Léon van Ommen vrijdag 27 maart 2015 verdedigde in de kapel van de Evangelisch Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, waar hij assistent Praktische Theologie is. Zijn dissertatie gaat over de relatie tussen lijden en liturgie. Centrale vraag: hoe voelt de lijdende mens zich erkend in de liturgie? Het zwaartepunt van zijn narratieve onderzoek ligt op interviews met mensen die door zware tegenslag getroffen zijn. Zo verbindt hij een pastorale benadering met liturgische theologie.

Volgens de promovendus moet de eredienst plaats bieden aan de lijdende mens door hernieuwde aandacht voor de klacht in de liturgie. Ook mag het meelijden van God met de mens, naast Zijn plaatsvervangende lijden, meer nadruk krijgen.

Op basis van de interviews beargumenteert Van Ommen dat de verbinding tussen lijden en liturgie voornamelijk ligt in de viering van het Heilig Avondmaal, voorbede, liederen en schriftlezingen. Hij verbindt deze onderdelen van de eredienst vervolgens met ‘gedenken’, een kernconcept in theologie en liturgie en in het bijzonder in de viering van het Heilig Avondmaal.

Ook de context waarin de viering plaatsvindt, is cruciaal voor de liturgische ervaring, zegt Van Ommen. Hij pleit voor het stimuleren van een warme liturgische gemeenschap, waarin de lijdende mens zich erkend voelt.

Léon van Ommen is praktisch theoloog, gespecialiseerd in liturgie, ritueel en narratief onderzoek. Hij is, behalve assistent in de praktische theologie, ook coördinator van de ETF Open University. Van Ommen is lid van een internationale Anglicaanse kerk in de omgeving van Brussel.

A. L. van Ommen: ‘Human Tears, Divine Tears: A Narrative Analysis of Anglican Liturgy in Relation to Stories of Suffering People’. (PhD diss., Evangelische Theologische Faculteit, 2015). Promotor: dr. René Erwich.
Co-promotor: prof. dr. canon Paul. F. Bradshaw (University of Notre Dame).

De ETF heeft op dit moment 51 studenten uit 15 verschillende landen in het doctoraatsprogramma.