Sandalen in de winter

0
225
België mag dan al tot de rijkste landen ter wereld behoren, in de hoofdstad is de armoede vaak schrijnend. Uit een recente studie van de ULB, de Franstalige vrije universiteit in Brussel, blijkt dat 4 op de 10 kinderen geboren worden in een arm gezin. In ongeveer 1 op 10 van de gevallen gaat het zelfs om diepe armoede, bijvoorbeeld als een alleenstaande moeder moet rondkomen met minder dan 860 euro per maand.

Dat de kinderarmoede in Brussel zo hoog ligt, heeft onder andere te maken met het feit dat 1 op de 6 kinderen wordt geboren in een eenoudergezin. Daarbij komt dat de helft van de moeders geen werk heeft. Opvallend is ook dat de alleenstaande moeders die wel werk hebben vaak onvoldoende verdienen om enigszins comfortabel te kunnen leven.

De cijfers tonen ook aan dat drie kwart van de Brusselse kinderen een moeder heeft die niet uit België afkomstig is en dat verhoogt het armoederisico. Vooral kinderen van moeders uit zwart Afrika zijn erg kwetsbaar. Van moeders die uit landen als Congo, Angola of Senegal komen, leeft maar liefst 70 procent onder de armoederisicogrens.

De statistieken laten zien wat de gevolgen zijn voor iemand die in armoede geboren wordt. Brusselse kinderen van wie de moeder uit zwart Afrika komt, hebben twee keer meer kans om te sterven bij de geboorte – of kort daarna.

Een vergelijking tussen Brussel en andere grootsteden levert een verdeeld plaatje op: Gent en Antwerpen doen het beter dan onze hoofdstad, maar in Luik en Charleroi is de situatie nog slechter.

Biance Debaets is staatssecretaris voor Gelijke Kansen in Brussel en ze is niet verrast door de cijfers. Aan de VRT verklaarde ze: “Deze studie bevestigt wat we op het terrein zien: kindjes die met een lege brooddoos naar school komen, of op sandalen in het midden van de winter”.

Er worden in Brussel veel pogingen gedaan om de armoede te bestrijden – er wordt geïnvesteerd in jobs voor ouders en in goede zorg en onderwijs voor kinderen. Dat heeft tot gevolg dat de werkloosheidcijfers in de hoofdstad al 25 maanden achter elkaar dalen. Dat de resultaten tot nu toe veel te wensen over laten, heeft te maken met het feit dat mensen die iets boven de armoedegrens uit geraken, vaak naar randgemeenten trekken, en daarmee weer plaats maken voor nieuwe armen. Brussel schijnt nog altijd aantrekkelijk te zijn voor mensen die hun geluk willen beproeven.

In Vlaanderen lijkt de situatie wat armoede betreft mee te vallen: uit nieuwe voorlopige cijfers zou blijken dat het armoede risico is gedaald van 11,1 naar 10,3 procent – een daling die bij minderjarigen en eenoudergezinnen nog groter zou zijn. De regering spreekt van een trendbreuk, maar de oppositiepartijen zijn minder positief. Wim van Lancker van het centrum voor sociaal beleid aan de Universiteit Antwerpen ziet armoede hoe dan ook nog altijd als een groot probleem in Antwerpen. Hij is van mening dat er in Vlaanderen de afgelopen jaren eigenlijk nauwelijks een trend valt op te tekenen. Er is eerder sprake van schommelingen, die net zo goed verklaard kunnen worden binnen de foutenmarge van de steekproef.

Met een armoederisico van 10,3 procent zijn er in Vlaanderen nog altijd meer dan 600.000 armen – nog altijd ruim meer dan de doelstelling van 430.000 tegen 2020. Er is dus nog heel wat werk te doen, en de organisaties – ook van christelijke zijde – die zich bekommeren om de situatie in ons land en in onze hoofdstad, zijn zich daar terdege van bewust.

(bron: deredactie.be)