Inkeer

0
301
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. Daarom bidde iedere vrome tot U ten tijde dat Gij U laat vinden. Psalm 32:5,6a

Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid; was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht. Psalm 51:3-6

Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan. Matthéüs 18:3

En verder: Psalm 51:19, Jesaja 6:5, Klaagliederen 1:20, Lucas 5:8, Lucas 18:13,14, Johannes 16:7-11, 1 Corinthiërs 14:24,25, Handelingen 16:29-30.