Door Rineke Peterson
Het is leuk daar les over te krijgen, maar het dan doen in de praktijk is iets anders. Ik wist niet van deze vrouw of ze God kende, of ze behoefte had aan gebed, of mijn gebed misschien faliekant zou afwijzen. Allemaal ‘maren.’ Allemaal ‘wat-alsen.’ En toch… Ik had misschien genoeg reden om dit te negeren, maar ik had nog meer reden om dit niet te negeren. Dus trok ik de stoute schoenen aan, liep naar haar toe en begon voorzichtig een gesprekje.
De vrouw vertelde me dat ze al een paar weken met vreselijke pijn in haar onderlichaam liep, wat doorstraalde naar haar benen en wel zo heftig dat ze er misselijk van was en niet eens meer fatsoenlijk kon lopen. De krukken hielpen haar om de druk, en zo de pijn te verminderen. Maar het was niet goed. Dokters dachten aan nierstenen, maar op de scan was niks te zien.
Ik luisterde naar haar en toen ze klaar was met vertellen zei ik: ‘Daar is niks aan. Zal ik voor je bidden?’ Zo, het hoge woord was er uit. Nu alleen nog afwachten hoe ze reageerde. Haar reactie viel me alles mee. Ze zei: ‘Helpt dat dan?’ Tja, die vraag was ik niet op voorbereid, dus een beetje onhandig antwoordde ik: ‘Ach, nooit gebeden, altijd mis.’ Dat was nou niet bepaald een krachtig geloofsantwoord, maar iets anders kon ik zo snel even niet bedenken. Schijnbaar was dat toch het goede antwoord, want ze zei: ‘Nou, oké dan.’
Ik legde mijn hand op haar schouder, dankte Jezus voor Zijn striemen die ons genezing betekende, ik dankte dat Hij ook voor haar ziekte geleden had en ik stuurde met een kort bevel de pijn en de ziekte weg in Zijn Naam. Dat was dat. En nou maar afwachten. Ik hoopte eigenlijk per direct verandering te zien, maar dat was er niet.
Een paar weken na dat bewuste gebed, ontmoette ik haar weer… zonder krukken. De pijn was weg, de klachten waren voorbij en ze kon weer normaal functioneren en dat zonder tussenkomst van een dokter. Wat het geweest was, wist ze nog niet en de dokter wilde ook geen onderzoek meer doen, omdat ze geen klachten meer had.
Later, toen ik weer thuis was, bedacht ik dat dat het moment was waarop ik haar had moeten vertellen over de genade van Jezus en had ik haar naar de Heer had moeten leiden, voor zover ze nog geen gelovige was. Stom van mij! Helemaal niet aan gedacht. Nee, ik ben er nog lang niet, maar ondanks dat kan God gewoon door mij heen werken. En de volgende keer durf ik al weer iets vrijmoediger op iemand af te stappen. Gelukkige hangt het niet van mij af, maar is God het die het doet. En Hij is betrouwbaar.