Toen onze kinderen nog klein waren, spraken mijn man en ik wel eens met elkaar in het Engels wanneer we iets wilden bespreken wat niet geschikt was voor die kleine potjes met hun grote oren. Dat hebben we maar een paar jaar kunnen doen. Via internet spelen onze kinderen games met kinderen van over de hele wereld. De voertaal is meestal Engels. Het is ongelofelijk hoe snel kinderen een nieuwe taal oppikken en leren beheersen. Ze zouden ons nu feilloos verstaan als wij privézaken in het Engels zouden bespreken. Sterker nog, ze zouden ons taalgebruik corrigeren, zo goed zijn ze inmiddels.
Nu hebben onze kinderen de leeftijd bereikt waarop zij zelf privézaken willen bespreken. Of beter gezegd: ze willen niet dat wij horen wat zij met elkaar te bekokstoven hebben. Daar hebben ze dan weer een mooie oplossing voor gevonden. Ze zijn nu Japans aan het leren. En wederom verbaast het mij hoe snel ze zich de taal eigen maken. Na een half jaar kunnen ze zich al aardig verstaanbaar maken in het Japans. Terwijl ze aan het afwassen zijn hoor ik ze hele gesprekken voeren in een taal waarvan ik alleen het woord sushi ken. En als ik ze dan een beetje schaapachtig aankijk, hebben ze de grootste lol. Mama snapt het niet. En zij wel! De rollen lijken nu omgedraaid.
Een nieuwe taal leren is leuk. Je vergroot je wereld er mee en je krijgt een mogelijkheid om bruggen te slaan tussen jou en iemand uit een andere cultuur. Door middel van de taal kun je je dan ook verdiepen in de gewoontes uit dat andere land. Daardoor ontstaat er wederzijds begrip en respect. En dit gaat niet alleen over talen zoals Engels, Duits, Frans of Japans. Dit gaat ook over kerkelijke talen. In Nederland hebben we veel kerken waarvan we de taal niet spreken en zelfs niet eens verstaan. Iedere gemeenschap heeft weer een eigen manier van uitdrukken, terwijl er vaak wel hetzelfde wordt bedoeld. Heeft de ene geloofsgemeenschap het over mediteren, de andere noemt het ‘stil worden voor God’ en een derde noemt het ‘bidden’. En wat het ene kerkgenootschap zal omschrijven als leiding van de Heilige Geest, zal de ander ‘die stille stem binnenin je’ noemen.
Bij de torenbouw van Babel zei God dat door het spreken van één taal niets meer onmogelijk zou zijn voor de mensen. Wat zou het geweldig zijn als wij als christenen uit verschillende denominaties zouden leren elkaar te verstaan. Dan zou misschien niets meer onmogelijk zijn! Het leren van een nieuwe taal begint met goed luisteren naar een ander en het gewoon vragen als we iets uit die taal niet begrijpen. Ik zou zeggen: probeer het eens. Wie weet hoe snel je de taal van de ander oppakt. Je zou wel eens verbaasd kunnen staan!
Tekst: Rineke Peterson