Lezen: Exodus 20:1-17 (Marcus 10:17-27)
Vers voor vandaag: “Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God.” (Exodus 20:3,5)
De kameel en het oog
Heel wat mensen hebben een afgod in hun leven zonder dat zij zich dat realiseren.
Heel wat christenen hebben iets in hun leven dat hun relatie met God in de weg staat.
Dat kan van alles zijn: geld, begeerte, tradities, godsdienst, hoogmoed, drank, sport, wetenschap, werk, enz. enz. Dat zijn allemaal dingen die ons leven kunnen beheersen, die de eerste plaats in ons leven kunnen innemen. Soms gaat het om verkeerde dingen; vaak gaat het om goede dingen die verkeerd worden als ze ons leven gaan beheersen.
Er was een afgod in het leven van de rijke jongeling. Die afgod was geld. Op zich is het niet verkeerd om rijk te zijn, zolang geld het leven niet gaat beheersen. Ook Jezus veroordeelt rijkdom niet. Jozef van Arimathéa en Nicodemus waren beiden discipelen van Jezus. Beiden waren vooraanstaande, rijke mannen. Toch benadert Jezus die twee mannen heel anders dan de rijke jongeling. Waarom? Omdat geld en bezit voor Jozef van Arimathéa en Nicodemus geen afgoden waren. In tegendeel, zij gebruikten hun bezittingen om God te dienen (Matthéüs 27:57-60 en Johannes 19:39).
Toen Jezus die oprechte jongeman voor een keuze stelde gebeurde er iets afschuwelijks. In Marcus 10:22 staat: “Maar zijn gelaat betrok bij dat woord en hij ging bedroefd heen, want hij bezat vele goederen.” Op het meest beslissende moment in zijn leven maakte hij de verkeerde keuze. Hij koos er voor om zijn afgod te blijven dienen in plaats van het eeuwige leven te vinden, waar hij zo naar verlangde.
“Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.” Of om het anders te zeggen: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor iemand om het Koninkrijk van God binnen te gaan met een afgod.
Hebt u wel eens een kameel door het oog van een naald zien kruipen? Natuurlijk niet. Dat kan niet. Op dezelfde manier is het onmogelijk voor iemand die rijk is en die rijkdom koestert als een afgod, om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Of, om het nog directer te zeggen: je komt niet binnen als je andere goden probeert mee te smokkelen. Wat voor afgoden dan ook. Onmogelijk.
Het eerste gebod van de tien geboden luidt als volgt: “Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God.” (Exodus 20:3-5a)
Er is niets mis met beelden, gestalten of rijkdom. Deze zaken worden echter een groot probleem als wij ons daarvoor gaan neerbuigen en die gaan dienen. Dat accepteert God niet. Hij alleen wil de eerste plaats in ons leven hebben. De eerste plaats of geen plaats. Dat is de radicale boodschap. En die boodschap kon de rijke jongeling niet aan. Bedroefd keerde hij Jezus de rug toe.
Toepassing: Zou het kunnen zijn dat er haast onopgemerkt ook een andere god in uw leven is binnengeslopen? Een god, die uw relatie tot De God in de weg staat? Het advies kan alleen zijn: reken onmiddellijk en radicaal af met deze god. Draai Jezus de rug niet toe. Kom en volg!
Gebed: Heer, ik wil niemand anders volgen en dienen dan U alleen. Amen.
© Maximum Life