Ezra – deel 2 van 4

0
252
Ezra wilde de relatie met God weer te herstellen!

Lezen: Ezra 2:68-3:13

Vers voor vandaag: “Enige van de familiehoofden schonken toen zij bij het huis des Heren, dat te Jeruzalem is, aankwamen, vrijwillige gaven voor het huis Gods, om het weder op te richten op zijn plaats; naar hun vermogen droegen zij bij tot de schat, benodigd voor het werk.” (Ezra 2:68,69a)

Het koninkrijk van Juda was zeventig jaar in ballingschap in Babel. Toen het Nieuw-Babylonische Rijk echter onder de voet werd gelopen door de Perzen gaf koning Kores het Joodse volk bijna onmiddellijk toestemming om terug te keren naar Jeruzalem. We lezen dit in de laatste paar verzen van 2 Kronieken. “Maar in het eerste jaar van Kores, de koning van Perzië, wekte de Here, opdat het woord des Heren, door Jeremia verkondigd, zou worden voltrokken, de geest van Kores, de koning van Perzië, op, om door zijn gehele koninkrijk, ook in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan: Zo zegt Kores, de koning van Perzië: alle koninkrijken der aarde heeft de Here, de God des hemels, mij gegeven en Hij heeft mij opgedragen Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort – de Here, zijn God, zij met hem, hij trekke op.” (2 Kronieken 36:22,23) ‘Het woord des Heren verkondigd door Jeremia’, verwijst naar Jeremia 25:11b en verder, waar onder andere staat: “Deze volken nu zullen de koning van Babel dienstbaar zijn zeventig jaren …”

Het boek Ezra begint waar 2 Kronieken ophoudt. De eerste verzen in Ezra zijn zelfs identiek aan de laatste verzen in 2 Kronieken. Alleen wordt hier toegevoegd dat diegenen die niet meereisden naar Jeruzalem geld en goederen moesten meegeven aan diegenen die wel gingen. De heidense koning gaf zelfs de opdracht om de tempelschatten die zeventig jaar eerder waren gestolen weer terug te brengen naar Jeruzalem (Ezra 1:1-11). Hoewel het niet zo eenvoudig is om een duidelijk beeld te krijgen van al de groepen die terugkeerden naar Jeruzalem (waarschijnlijk waren er ook heel wat kleinere groepen die de tocht waagden) worden voornamelijk drie groepen genoemd.

Zerubbabel was de leider van de eerste groep die terugkeerde (Ezra 2:1-6:22). Hij gaf leiding aan de oprichting van het altaar en later aan de herbouw van de tempel. “En al het volk juichte met groot gejuich en loofde de Here, omdat het fundament van het huis des Heren gelegd was. Maar vele van de priesters, van de Levieten en van de familiehoofden, de ouden die het eerste huis hadden gezien, weenden luid toen de grondlegging van dit huis voor hun ogen plaats had.” (Ezra 3:11,12) In Haggaï 2:4 staat waarom de mensen zo verdrietig waren: “Wie onder u is overgebleven, die dit huis in zijn vroegere heerlijkheid gezien heeft? Hoe ziet gij het nu? Is het niet, daarbij vergeleken, als niets in uw ogen?” De tempel van Salomo was kennelijk veel mooier geweest.

Ezra was de leider van de tweede groep (Ezra 7:1-10:44). Hij was een geestelijk leider. We kunnen lezen dat hij zeer ontdaan was over de morele en geestelijke situatie van het volk. Het enige wat hij wilde was de relatie met God weer te herstellen. In de volgende studie zullen wij zien wat voor geweldig voorbeeld deze man was en is.

Ten slotte keerde Nehemia terug (bijbelboek Nehemia). Hij gaf leiding aan de herbouw van de muren rond Jeruzalem. (Ook het bijbelboek Nehemia met het prachtige voorbeeld van Nehemia als leider komt te zijner tijd in Manna aan de orde).

Toepassing: Toen de mensen na een vermoeiende reis in Jeruzalem aankwamen, moesten ze daar een nieuw bestaan opbouwen. Ondanks die onzekerheid van een nieuwe start schonken enige van de familiehoofden vrijwillige gaven voor het huis des Heren. Hoe zit het met uw ondersteuning van het werk van en voor de Heer?

Gebed: Heer, geef mij oog voor Uw genade. Amen.

© Maximum Life