Geld – deel 6 van 7

0
235
Echte en valse zekerheid!

Lezen: Matthéüs 6:19-24

Vers voor vandaag: “Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” (Matthéüs 6:21)

John Rockefeller was één van de rijkste mannen die ooit geleefd heeft.
Toen hij overleed vroeg een journalist zijn accountant: “Hoeveel heeft Rockefeller nagelaten?”
De accountant antwoordde: “Alles!”

Gedurende ons leven zijn velen van ons ontzettend druk om zoveel mogelijk te verzamelen. Als wij overlijden moeten wij echter alles achterlaten. De rijkdommen van deze wereld spelen geen enkele rol in het leven hierna. Wat wij aan hemelse schatten verzamelen speelt echter wel degelijk een rol in de eeuwigheid. Vandaar de aanmoediging in het bijbelgedeelte van vandaag om het juiste perspectief te hebben en de juiste prioriteiten te stellen.

In een eerdere studie hebben wij gezien dat geld als volgt gebruikt zou moeten worden:
1. voor de eigen levensbehoeften;
2. voor de opvoeding en de opleiding van de volgende generatie;
3. als een appeltje voor de dorst;
4. om anderen te helpen en het werk van de Heer te ondersteunen.

Het is dus prima (en bijbels) om geld te verzamelen voor moeilijke tijden en voor de oude dag, als wij ons maar goed realiseren dat wij geen zekerheid mogen zoeken bij geld.
Onze zekerheid is in God alleen.

Echte zekerheid en valse zekerheid
“De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets.” (Psalm 23:1a)

“Indien ik op het goud mijn verwachting gesteld heb, en tot het fijne goud heb gezegd: Gij zijt mijn vertrouwen; indien ik mij verheugd heb, omdat mijn vermogen groot was en mijn hand geweldige rijkdom had verworven; …, zodat mijn hart heimelijk verlokt werd, …, dan zou ook dat een ongerechtigheid zijn geweest, …, want ik zou God daarboven hebben verloochend.” (Job 31:24-28)

“Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs.” (Spreuken 6:6-8)

“Wie verzamelt in de zomer, is een verstandig zoon; wie slaapt in de oogsttijd, is een zoon die zich schandelijk gedraagt.” (Spreuken 10:5)

“De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe.” (Spreuken 10:22)

“Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding.” (Spreuken 18:11).

“In de woning van de wijze is kostelijke voorraad en olie (hij heeft het opgespaard), maar een dwaas van een mens brengt het door (maakt het direct op).” (Spreuken 21:20)

Toepassing: Wat is uw schat? Waar is uw hart?

Gebed: Heer, help mij om altijd en overal mijn zekerheid te zoeken in U. Amen.

© Maximum Life