Lezen: Lucas 2:22-39
Vers voor vandaag: “Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.” (Johannes 1:14)
Geboorte en jeugd van Jezus Christus
Vandaag en morgen willen wij, in chronologische volgorde, stilstaan bij datgene wat de Bijbel heeft te zeggen over de geboorte en de jeugd van Jezus Christus.
Geboren uit de maagd Maria (Lucas 1:26-38)
Lucas geeft het meest gedetailleerde verslag van alle gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus. Waarschijnlijk had hij een goede persoonlijke relatie met Maria. Het verslag van het bezoek van de engel Gabriël aan Maria moet hij wel uit haar mond vernomen hebben. Ongetwijfeld was het niet gemakkelijk voor Maria en Jozef om hun bijzondere verhaal te vertellen. Het was wel belangrijk om duidelijk te maken dat Jezus Christus uit God geboren werd.
Geboren in Bethlehem (Lucas 2:1-7)
Bethlehem was bekend omdat David daar geboren en opgegroeid was. Bovendien werd met verwachting naar het kleine stadje gekeken omdat de profeet Micha had aangekondigd dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden (Micha 5:1). Opmerkelijk is dat God de zwangere Maria en Jozef (haar man in ondertrouw) door middel van een volkstelling, uitgeroepen door de heidense keizer Augustus, naar Bethlehem deed reizen. Dat Jezus geboren werd in een stal denken wij af te kunnen leiden van het feit dat Maria Jezus in doeken wikkelde en in een kribbe legde. Het staat echter niet in de Bijbel. Ook de zo bekende os en ezel komen in de geboorteverhalen niet voor.
Het geboortekaartje (Lucas 2:8-20)
Nog in de nacht van Jezus’ geboorte zond God een heel leger engelen naar de eenvoudige mensen die buiten de stad de wacht hielden bij de schapen. Deze herders werden de eerste evangelisten. Er staat: “Zij maakten bekend, hetgeen tot hen gesproken was over dit kind. En allen, die ervan hoorden, verbaasden zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd.” (Lucas 2:17b,18)
Besnijdenis (Lucas 2:21)
Gehoorzaam aan Gods woorden uit Genesis 17:9-14 werd Jezus op de achtste dag besneden. De besnijdenis was een teken van Gods verbond tussen Hem en Abraham en zijn nageslacht.
Voor het eerst in de tempel (Lucas 2:22-39)
Méér dan een maand na de geboorte (vergelijk Lucas 2:22 met Leviticus 12:4) namen Maria en Jozef het kindje Jezus mee naar de tempel om Hem op te dragen aan God. Volgens Oud-Testamentische voorschriften moesten de ouders een eenjarig schaap als brandoffer en een jonge duif als zondoffer brengen (Leviticus 12:6). Arme mensen konden volstaan met het offeren van twee duiven (Leviticus 12:8). In de tempel vond de wonderlijke ontmoeting plaats met de twee oudjes Simeon en Anna. Voor hun dood mochten zij getuige zijn van het komende heil. “Mijn ogen hebben uw heil gezien.” (Lucas 2:30)
De wijzen uit het Oosten (Matthéüs 2:1-12)
Daarover meer op 6 januari; Driekoningen.
Toepassing: Er bestaan veel fantasievolle verhalen over de jeugd van Jezus Christus. Waarom zouden de schrijvers van de Evangeliën ons niet meer verteld hebben?
Gebed: Dank U Heer, dat wij Uw heil mogen zien met geestelijke ogen. Amen.