David wilde een tempel bouwen voor God. Uit deze gebeurtenissen kunnen wij tien belangrijke lessen distilleren ten aanzien van leiderschap.
Door Leo Habets
Lezen: 1 Kronieken 17:1-15, 28:1-5
Vers voor vandaag: “Doe al wat in uw hart is, want God is met u.” (1 Kronieken 17:2b)
David is één van de meest boeiende personen in de Bijbel.
Hij was een intelligente man met veel gaven en talenten.
Hij kon keihard zijn, maar ook wegdrijven in melancholische gevoelens.
Hij was een leider, maar ook een kunstenaar.
Hij was goed en slecht. In ieder geval komt hij over als een ‘echt’ mens.
De Bijbel noemt hem een man naar Gods hart (Handelingen 13:22).
Tien lessen over leiderschap
1. Wees voorzichtig met je hart
Hebt u ook wel eens iemand horen zeggen: ‘God heeft dit op mijn hart gelegd’.
Zo’n zin klinkt heel goed en waarschijnlijk is het ook waar, maar het hoeft niet.
In 1 Kronieken 17:2 kunnen wij lezen dat de profeet Nathan (overigens dezelfde persoon die David veroordeelde na zijn zonde met Bathséba), David aanmoedigde om te doen wat hij op zijn hart had. In hoofdstuk 28:2 zegt David zelf dat hij het voornemen had om een tempel te bouwen.
David had voor zichzelf een mooi paleis gebouwd (17:1). Toen hij daar was ingetrokken had hij er moeite mee dat hij in zo’n luxe vesting woonde, terwijl de ark van het verbond was ondergebracht in een tent. Daarom groeide in zijn hart het verlangen om een mooie tempel te bouwen. Hij maakte plannen, zijn motieven waren zuiver, en toch stak God er een stokje voor. In hoofdstuk 28:3 wordt als reden hiervoor gegeven dat David een krijgsman was en dat er bloed aan zijn handen kleefde.
In deze verzen vinden wij een heel belangrijke les. Ook wij kunnen soms overtuigd zijn van Gods leiding in ons leven en denken dat God ons iets op het hart heeft gelegd, terwijl dat niet het geval is. We moeten voorzichtig zijn met ons hart, en de impressies en verlangens van ons hart toetsen aan het Woord van God. En de moed hebben deze gedachten te overleggen met volwassen christenen.
In Jeremia 17:9 staat: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?” Dus oppassen geblazen!
2. God kiest de leider
In zijn toespraak tot de leiders van het volk maakt David in 1 Kronieken 28:4 duidelijk dat God Zelf hem had uitgekozen om koning te zijn over Israël. Het lijkt wel alsof hier onzekerheid doorklinkt; alsof David zeggen wil: Ook al mag ik de tempel niet bouwen, ik ben toch jullie uitverkoren koning.
Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk het is in het functioneren als leider dat de mensen die je mag leiden de overtuiging hebben dat God je heeft aangewezen voor een bepaalde taak. Natuurlijk kunnen wij ook daarin fouten maken, zoals blijkt uit punt 1. God zal echter leiderschap dat naar Zijn wil is bevestigen en zegenen.
Toepassing: Hebt u wel eens gezegd: “God heeft dit op mijn hart gelegd”? Zo ja, was dat ook zo? Hebt u uw verlangens getoetst aan het Woord van God en aan het inzicht van volwassen christenen?
Gebed: Heer, help mij om Uw stem te horen en te gehoorzamen. Amen.
© Maximum Life