Lessen in leiderschap van David – deel 3 van 3

0
205
Geef God alle eer!

David wilde een tempel bouwen voor God. Uit deze gebeurtenissen kunnen wij tien belangrijke lessen distilleren ten aanzien van leiderschap.

Lezen: 1 Kronieken 28:20-29:9

Vers voor vandaag: “Wees sterk en moedig, en doe het: vrees niet en wees niet verschrikt, want de Here God, mijn God, is met u. Hij zal u niet begeven en u niet verlaten, totdat al het werk voor de dienst van het huis des Heren gereed is.” (1 Kronieken 28:20)

Vandaag de laatste lessen in leiderschap die wij kunnen leren van het project ‘tempelbouw’.
Tot nu toe hebben wij besproken:
1. Wees voorzichtig met je hart
2. God kiest de leider
3. Gehoorzaam God (en de leider)
4. De leider moet God dienen
5. God geeft het plan

6. Doe het
Plannen maken op zich verandert helemaal niets. De plannen moeten ook uitgevoerd worden. Dat is natuurlijk een waarheid als een koe, maar het is een belangrijke waarheid. Hoeveel plannen komen niet verder dan de ontwerptafel? Daarom is het zo mooi dat David zijn zoon Salomo op het hart bindt: “Doe het” (28:20).

7. Wees ervan overtuigd dat God met jou is
Als wij in afhankelijkheid van God aan het werk gaan, dan mogen wij geloven en vertrouwen dat Hij ons, ondanks onze fouten en tekortkomingen, zal leiden. De prachtige, bemoedigende woorden van David gericht tot zijn zoon Salomo (28:20) doen denken aan de woorden van God gericht tot Jozua (Jozua 1) en de laatste woorden van Jezus voor Zijn hemelvaart (Matthéüs 28:16-20).

8. De mensen zullen jou volgen
Een leider is nooit alleen. Hij wordt altijd gevolgd door mensen. Belangrijk is natuurlijk wat voor soort mensen dat zijn en wat hun instelling is. David vertelt zijn zoon dat het in dit geval gaat om “bereidwillige lieden, die bedreven zijn in elke arbeid; de oversten en het gehele volk staan bij alles tot uw dienst” (28:21b). Hij was daarbij zo slim om deze woorden hardop uit te spreken. Hij bemoedigde zijn zoon en maakte de toehoorders duidelijk wat van hen verwacht werd.

9. Wees een voorbeeld
Ik heb eerder aangehaald dat een leider geen ‘doener’ dient te zijn. Zijn taak is om mensen te leiden het werk te doen. Bij dat alles moet hij wel het voorbeeld geven en een voorbeeld zijn. In 1 Kronieken 29:1-9 kunnen wij lezen dat David een voorbeeld was in het geven voor de dienst van God. Hij vertelde aan het hele volk hoeveel hij van plan was om te geven. Daarna riep hij het volk op om ook te geven. Wat gebeurde er? Het volk gaf met grote blijdschap aan de Heer (29:9).

10. Geef God alle eer
Als u tijd hebt wil ik u aanraden de laatste verzen van 1 Kronieken te lezen (29:10-30). Het zijn prachtige, emotionele woorden van lofprijzing en aanbidding. Ondanks alle fouten en zonden van David, eindigt deze man zijn leven met een loflied op God. Dit was echt een man naar Gods hart (Handelingen 13:22).

Toepassing: Kijkt u eens naar bovenstaande tien lessen in leiderschap. Welke punten kunt u vandaag omzetten in de praktijk van uw leven?

Gebed: Heer, ik verlang ernaar om een man/een vrouw naar Uw hart te zijn. Amen.

© Maximum Life