Pentateuch – deel 6 van 6

0
293
Mozes de leider!

Lezen: Deuteronomium 31:14-29

Vers voor vandaag: “Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem.” (Numeri 12:3)

Deuteronomium
Dit bijbelboek begint als volgt: “Dit zijn de woorden, die Mozes tot geheel Israël gesproken heeft aan de overzijde van de Jordaan, in de woestijn.” (Deuteronomium 1:1a) Het boek eindigt met de beschrijving van Mozes’ dood in hoofdstuk 34. Het boek Deuteronomium bevat de laatste woorden, adviezen en wetten van Mozes. Het is alsof hij vlak voor de intocht in het Beloofde Land een moeilijk en weerspannig volk een laatste keer wilde wijzen op hun verantwoordelijkheden ten opzichte van de Heer en van elkaar.

Een deel van Deuteronomium is een herhaling van datgene wat wij ook in Exodus, Leviticus en Numeri hebben aangetroffen. Dat alles heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat het hier ging om een ander volk, een nieuwe generatie. De mensen die uiteindelijk het Beloofde Land mochten binnentrekken waren nog niet geboren of waren kinderen toen de Israëlieten uit Egypte vertrokken en bij de wetgeving op de berg Sinaï.

Mozes begint met de jonge generatie een terugblik te geven over de afgelopen veertig jaar in de woestijn. Hij verhaalt over Gods trouw en de voortdurende opstand en ontrouw van het volk (hoofdstukken 1-3). Daarna herhaalt hij de wet, legt die uit en roept de Joden op deze wetten gehoorzaam na te komen in het land van Kanaän. “Nu dan, o Israël, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de Here, de God uwer vaderen, u geven zal. Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.” (Deuteronomium 4:1,2)

Mozes zelf mocht het Beloofde Land niet binnengaan omdat hij in een woeste bui gezondigd had tegen God. “Aangezien gij op Mij niet vertrouwd hebt en Mij ten aanschouwen van de Israëlieten niet geheiligd hebt, daarom zult gij deze gemeente niet brengen in het land, dat Ik hun geef.” (Numeri 20:12)

Ongeduld en boosheid waren twee negatieve karaktereigenschappen van Mozes die door het lastige volk naar de oppervlakte kwamen (Exodus 5:22; 32:19). Maar de Bijbel heeft ook veel goeds te vertellen over het karakter van deze bijzondere man. Hij vertrouwde God (Hebreeën 11:24-28) en was trouw (Hebreeën 3:1-6). Hij wordt de meest zachtmoedige mens op aarde genoemd (Numeri 12:3), en uit Exodus 33:8-10 blijkt dat het volk Mozes respecteerde. Mozes was ook een goed leider die verantwoordelijkheden kon overdragen aan anderen (Exodus 18:13-26).

Het boek Deuteronomium kan als volgt ingedeeld worden:
1. Terugblik van Mozes (1-3)
2. Vermaningen aan het volk om Gods wet te onderhouden (4-11)
3. Toepassing van de wet in het Beloofde Land Kanaän (12-30)
4. De afscheidswoorden van Mozes (31)
5. Het lied en de zegen van Mozes (32,33)
6. De dood van Mozes (34)

Toepassing: In Deuteronomium 31:17b staat: “Hebben die rampen ons niet daarom getroffen, omdat onze God niet in ons midden is?” Welke les valt hieruit te trekken?

Gebed: Heer, ik wil dat U in het midden van mijn leven bent. Amen.

© Maximum Life