Lezen: Johannes 21:15-23
Vers voor vandaag: “Hebt gij Mij waarlijk lief?” (Johannes 21:15,16,17)
Petrus in ere hersteld
Sinds de verloochening van Jezus door Petrus was er veel gebeurd. Jezus was een afschuwelijke kruisdood gestorven. Men had Hem begraven in het graf van Jozef van Arimathéa. Op de derde dag was Jezus opgestaan uit de dood, precies zoals Hij voorspeld had. Hij was enkele keren verschenen aan de discipelen. Ook aan Petrus.
In het laatste hoofdstuk van het evangelie naar Johannes staat beschreven dat Jezus Zich opnieuw aan de discipelen openbaarde. Ze waren met z’n allen aan het vissen. Zonder succes. Toen Jezus een wonder deed herkenden zij Hem. De impulsieve Petrus sprong overboord en zwom naar Jezus toe.
Ze aten samen. Niemand durfde iets te zeggen. Per slot van rekening hadden ze allemaal Jezus in de steek gelaten. Na een tijd verbrak Jezus de pijnlijke stilte. Hij richtte Zich tot Petrus, de ongekroonde leider van het stel. “Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen?” Zo moest Petrus zijn eigen woorden opeten. Had hij niet beweerd dat hij Jezus nooit in de steek zou laten, zelfs als de anderen dat wel deden? Maar, hij had zich niet beter gedragen dan de anderen. Hij was net zo zwak geweest als de andere apostelen. Met zachte stem antwoordde Petrus: “Ja, Here, Gij weet, dat ik U liefheb.” Hij had zijn les geleerd. Hij zei maar niets meer over de anderen.
Tot drie keer toe vroeg Jezus aan Petrus of hij Hem werkelijk liefhad. Dat moet door het hart van Petrus gesneden hebben.
Natuurlijk heeft hij toen gedacht aan het feit dat hij zijn Heer en Meester drie keer verloochend had. Drie keer had hij Jezus verloochend en drie keer vroeg Jezus hem of hij Hem echt liefhad. Eén keer voor iedere keer dat Petrus ontkend had dat hij Jezus kende.
Petrus begreep die boodschap natuurlijk heel goed. Hij zei: “Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb.” Heer, U weet precies wat er allemaal gebeurd is. U weet hoe zwak ik ben geweest. Maar U weet ook dat ik in al mijn zwakte veel van u hou.
Ja, dat wist Jezus. Daarom gaf Hij Petrus, na zijn geloofsbelijdenis, de opdracht om Zijn schapen te weiden. En Hij voegde daar aan toe: “Toen gij jonger waardt, omgorddet gij uzelf en gij gingt, waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet wilt.” Dit zei Jezus volgens de schrijver Johannes, om daarmee aan te geven welke dood Petrus eens sterven zou.
Petrus werd door Jezus in ere hersteld. Zijn fout werd hem vergeven. Hij mocht opnieuw beginnen. Hij kreeg ook een speciale taak als leider van de overgebleven gelovigen. En Jezus vertelde hem dat hij eens voor Hem zou mogen sterven. Tijdens het eten van het Pascha had Petrus vrijwillig gezegd dat hij bereid was om voor Jezus te sterven. Jezus hield hem aan zijn woord.
Toen dat allemaal gebeurd was; toen Petrus wist dat Jezus hem vergeven had; toen het duidelijk was welke taak Petrus in de toekomst zou hebben; en toen Jezus hem had duidelijk gemaakt dat hij eens voor Hem zou mogen sterven, toen zei Jezus voor de tweede keer tegen Petrus: “Volg Mij.”
Toepassing: Misschien wilt u vandaag eens een aantal keren hardop zeggen: Jezus, ik heb U lief.
Gebed: Jezus Christus, ik wil U van harte liefhebben en U volgen. Amen.
© Maximum Life