Lezen: Titus 1:1-16
Vers voor vandaag: “Want een opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods.” (Titus 1:7a)
Toen ik mij eens voorbereidde om aan de hand van 1 Timótheüs 3:1-13 en de brief aan Titus te spreken over leiderschap heb ik al de verschillende voorwaarden geteld die Paulus noemt voor leiders. Ik ontdekte toen iets heel nieuws en iets heel belangrijks.
Door Leo Habets
Ik telde maar liefst 34 verschillende voorwaarden.
Van die 34 voorwaarden hebben 23 te maken met het persoonlijke leven van de leider.
Verder 9 met zijn gezin.
En maar twee voorwaarden hebben direct te maken met zijn werk.
Laat dat eens tot u doordringen.
Paulus zet op een rijtje waaraan christelijk leiders en al diegenen die actief zijn in christelijk werk moeten voldoen. Van al de voorwaarden die hij noemt heeft 68% te maken met het persoonlijke, innerlijke leven van de leider; 26% heeft te maken met het gezin van de leider, en maar 6% heeft direct te maken met de taak en de bediening van de leider.
Waarom?
Omdat een christelijke bediening niets anders is dan de uiterlijke en zichtbare expressie van een innerlijke overtuiging. Een christelijke bediening is niet iets wat je ‘bewerkt’, het is wat je leeft. Het is niet primair wat je doet, maar wat en hoe je bent.
Heel anders kan dat liggen als je leiding geeft in ‘de wereld’. Daar kun je directeur zijn van een chocoladefabriek, ook als je de eigen chocolade helemaal niet lekker vindt. In christelijk werk is dat onmogelijk. Je moet leiden wat jezelf beleeft en naleeft. Alleen als je ‘staat’ op de boodschap van het Evangelie mag je leiding geven in het werk van de Heer.
Wat zijn dan voorwaarden en eisen die wij op grond van de brieven van Paulus mogen stellen aan allen die actief zijn binnen het werk van de Heer?
Ik heb al die 34 punten van Paulus samengevoegd in 17 hoofdpunten.
Laten wij ieder punt vandaag en de komende dagen kort bekijken.
1. Onbesproken
Letterlijk staat er: ‘niets op aan te merken’. Dat wil zeggen: als je het leven van een christelijk werker (en eigenlijk ieder christen) tegen het licht houdt, dan mag je geen donkere vlekken zien. Er mag niets zijn dat het werk van de Heer en de gemeente in de weg staat.
2. Rein
Een leider moet de man zijn van één vrouw. Sommigen beweren dat dit betekent dat een leider getrouwd moet zijn. Daar gaat het echter niet om: het gaat niet om getrouwd zijn, maar om trouw zijn. De waarschuwing is dat een christelijk werker zich niet moet inlaten met onreinheid. Seksuele verlangens zijn niet verkeerd; hoe we daar mee omgaan, kan verkeerd zijn. Een christelijk werker hoort gedisciplineerd te zijn ten aanzien van één van de sterkste menselijke drijfveren: de seksualiteit.
Toepassing: Denk vandaag eens na over het belang van innerlijke kracht en uiterlijke expressie. Begrijpt u waarom de Bijbel zo’n nadruk legt op de innerlijke kracht?
Gebed: Heer, dank U dat U mij innerlijke kracht wilt geven. Amen.
© Maximum Life