Psalm 23 – deel 3 van 12

0
292
De Herder geeft zekerheid!

Lezen: Exodus 21:1-11

Vers voor vandaag: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.” (Johannes 5:24)

Hij geeft zekerheid – “De Here is mijn herder” (Psalm 23:1a)
De Amerikaan Phillip Keller heeft een mooi boek geschreven over Psalm 23 dat ook in het Nederlands beschikbaar is. Toen hij het boek schreef was hij predikant. Jarenlang is deze man echter herder geweest in Afrika. Gebaseerd op die ervaring schreef hij zijn boek. Een boeiend boek dat ons veel leert over het leven van schapen en hun afhankelijkheid van de herder.

In zijn boek beschrijft Phillip Keller onder andere de grote blijdschap die hij had toen hij zijn eerste dertig schapen kocht. Hij was geweldig trots op zijn kleine kudde. ’s Avonds zat hij op het hek van zijn weide naar de schapen te kijken. Een buurman kwam erbij staan. Samen genoten zij van de aanblik van deze nieuwe kleine kudde schapen.
Maar toen haalde die buurman ineens een lang, scherp mes tevoorschijn en gaf het aan hem. Phillip wist precies wat zijn buurman bedoelde. Met pijn in zijn hart nam hij het mes aan, ging naar zijn schapen toe, pakte er een beet, legde dat schaap met de kop op een steen, nam het vlijmscherpe mes en zette zijn merkteken in het oor van zijn schaap. Voor altijd zou iedereen weten dat dit zijn schaap was. Hij zette zijn merkteken in het oor van zijn schaap en nooit zou iemand dat merkteken nog kunnen wegnemen.
Zo deed hij met al z’n schapen.

Een prachtige parallel van deze gebeurtenis vinden we in Exodus 21. Daar worden regels ten aanzien van huisslaven beschreven. Er staat dat een slaaf na zes jaar dienst in het zevende jaar weer vrijgelaten moest worden. Zonder dat hij zijn heer iets hoefde te vergoeden mocht die slaaf in het zevende jaar als een vrij man weg gaan.
Het was zijn recht om weg te gaan, maar de slaaf kon ook uit eigen vrije wil kiezen om bij zijn heer te blijven. Als hij uitdrukkelijk te kennen gaf: “Ik heb mijn heer lief … ik wil niet als een vrij man weggaan”, kon hij blijven.
In dat geval nam zijn heer hem mee naar de deur van zijn huis, plaatste de slaaf voor de deurpost en spijkerde hem met zijn oor aan die deurpost vast.
Dat was het teken dat de slaaf zich voor altijd vrijwillig aan het huis van zijn heer had verbonden om hem te dienen. Zijn heer had zó een merkteken op zijn slaaf aangebracht. Een merkteken dat nooit meer iemand zou kunnen wegnemen. Een vreemde niet, de slaaf niet, zelfs de meester niet.

Precies zo is het met ons christenen.
Als wij tot Gods ‘stal’ gaan behoren en de Heer onze Herder wordt, dan plaatst Hij zijn onuitwisbaar merkteken op ons. Hij geeft ons Zijn Heilige Geest als een blijvend teken van Zijn verbond met ons. In Efeziërs 1:13,14a kunnen wij daarover lezen: “In Hem (Jezus Christus) zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis.” “Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland (en) God verscheen, heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest, die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland, opdat wij, gerechtvaardigd door zijn genade, erfgenamen zouden worden overeenkomstig de hope des eeuwigen levens.” (Titus 3:4-7)

Toepassing: Ziet u verband tussen de deurpost en de spijker en de doop?

Gebed: Heer Jezus, ik wil aan Uw deurpost gespijkerd zijn. Amen.

© Maximum Life