Talenten

0
317
God verwacht opbrengst van ons leven.

Lezen: Matthéüs 25:14-30

Vers voor vandaag: “Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.” (Matthéüs 25:21;23)

God verwacht opbrengst
In de gelijkenis van de talenten lezen wij over een rijk man die op reis ging. Voordat hij vertrok riep hij zijn drie slaven bij zich en gaf hen de opdracht om zijn bezittingen te beheren tijdens zijn afwezigheid. De eerste slaaf kreeg vijf talenten; de tweede slaaf twee talenten; de derde slaaf een talent. (Een talent bestond uit 49 kilogram zuiver goud. Een heel kapitaal dus.) “Ieder naar zijn bekwaamheid” staat er. Dat betekent dat niet elke slaaf even begaafd was, maar ieder kreeg talenten in beheer die correspondeerden met zijn mogelijkheden. Dat is fair.

Toen de heer vertrokken was, ging de eerste slaaf aan het werk met de talenten van zijn meester. Wij weten niet wat hij deed, maar we weten wel dat hij succesvol was. Hij verdubbelde de talenten van zijn meester. Honderd procent rendement. Er staat niet in het bijbelgedeelte hoe lang de meester weg bleef, maar een verdubbeling van de bezittingen is natuurlijk een uitstekend resultaat. Ook de tweede slaaf ging hard aan het werk. Hij was niet zo begaafd als de eerste slaaf. Daarom had hij minder talenten ontvangen. Maar ook hij was succesvol. Ook hij verdubbelde de bezittingen van zijn meester.

De derde slaaf was een beetje bang uitgevallen. Hij redeneerde als volgt: als ik met het geld van mijn meester aan het werk ga, dan bestaat natuurlijk de kans dat ik fouten maak en de bezittingen van mijn meester verspeel. Weet je wat ik doe? Ik graaf een diep gat in de grond; stop het geld van mijn meester in dat gat. zodat ik hem bij zijn terugkomst in ieder geval zijn geld weer kan teruggeven. Dat was niet eens zo’n slecht plan. In ieder geval verkwanselde hij het geld van zijn meester niet. Hij gebruikte het niet voor zichzelf, maar bewaarde het zorgvuldig voor zijn heer.

Wat gebeurde er toen de meester terugkeerde van zijn reis? De eerste en de tweede slaaf gaven hem het dubbele terug van wat hij hen had toevertrouwd. Natuurlijk was hij daar blij mee. Hij dankte zijn slaven en beloonde hen. Hij zei tegen beide slaven hetzelfde: “Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.” (Matthéüs 25:21 en 23)

De derde slaaf gaf zijn meester het ene talent terug dat hij ontvangen had. Niet meer, maar ook niet minder. En hoe reageerde de meester? Was hij blij met deze derde slaaf? Helemaal niet. Hij zei: Waarom heb je niets met mijn geld gedaan? Op zijn minst had je mijn geld op de bank kunnen zetten, dan had ik het in ieder geval met rente weer kunnen opvragen. Je hebt helemaal niets gedaan met datgene wat ik jou heb toevertrouwd. Je bent een slechte slaaf. En toen strafte hij deze slaaf. Hij zei: “Neemt hem dan het talent af en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. Want aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. En werpt de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars.” (Matthéüs 25:28-30)

God verwacht opbrengst van ons leven. Hij heeft ons allemaal talenten toevertrouwd. Niet dezelfde talenten en ook niet dezelfde hoeveelheid talenten. Hij wil dat wij met die talenten aan het werk gaan en onze mogelijkheden uitbuiten. Hij wil dat wij iets moois van ons leven maken.

Toepassing: Schrijf eens op welke talenten u van uw Meester hebt ontvangen. Probeer daarna eens te evalueren hoe u met deze talenten aan het werk bent.

Gebed: Heer, ik wil een goede en trouwe slaaf zijn die tot Uw feest genodigd wordt. Amen.

© Maximum Life