Lezen: Psalm 103:1-22
Vers voor vandaag: “Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.” (Psalm 103:10a)
God is getrouw
Nadat Johannes ons in 1 Johannes 1:9 heeft opgeroepen onze zonden te belijden wijst hij erop dat God bereid is, en ook in staat is, om onze zonden te vergeven omdat Hij getrouw en rechtvaardig is. God verlangt ernaar zonden te vergeven. Hij ziet er naar uit om weg te doen wat tussen ons en Hem in staat als wij onze zonden belijden. “Want Gij, o Here, zijt goed en gaarne vergevend, rijk in goedertierenheid voor allen die U aanroepen.” (Psalm 86:5)
In Psalm 103:12 schrijft David in een loflied op God: “Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons.”
Hier staat in de eerste plaats dat God onze overtredingen van ons wegdoet.
Hij vergeeft onze zonden. Hij neemt ze als het ware van ons weg.
Maar, daarnaast schrijft David dat God onze zonden niet zomaar van ons wegdoet.
Nee, Hij doet die zonden heel ver weg.
Hoe ver?
Zover het oosten is van het westen.
Hoe ver is dat dan?
Oneindig ver, want oosten en westen zijn geen vaste punten.
Als David hier had geschreven: Hij doet onze overtredingen van ons zover het noorden is van het zuiden, dan hadden wij dat nog kunnen nameten, omdat het noorden en zuiden wel vaste punten zijn. Oosten en westen echter niet. Je kunt dan ook nooit meten hoe ver God onze zonden wegdoet wanneer wij die belijden. Hij doet onze zonden onmeetbaar ver weg.
Een zelfde gedachte vinden wij in Jesaja 38. Hier kunnen wij lezen over een dankgebed dat koning Hizkia opschreef nadat de Heer hem van een ongeneeslijke ziekte had genezen. In vers 17 schrijft hij: “Want Gij hebt al mijn zonden achter uw rug geworpen.” Koning Hizkia begreep al dat wanneer wij zonden belijden God ons niet alleen die zonden vergeeft, maar dat Hij ook die zonden vergeet. Hij werpt ze achter Zijn rug en wil ze niet meer zien. Hij kiest ervoor om er niet meer aan herinnerd worden. Voor Hem is het alsof wij nooit gezondigd hebben.
Diezelfde waarheid vinden wij in Micha 7:18 en 19 waar staat: “Wie is een God als Gij, die ongerechtigheid vergeeft en de overtredingen van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! Hij zal zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.” God vergeeft onze ongerechtigheid. Hij gaat voorbij aan onze overtredingen. Zijn boosheid blijft niet voor eeuwig. Hij vertrapt ongerechtigheden onder Zijn voeten. Hij werpt onze zonden in de diepten der zee. Hij wil ze niet meer zien. Hij wil er niet meer aan herinnerd worden.
Als wij onze zonden belijden, dan is Hij getrouw, want Hij heeft het beloofd. Hij is trouw aan Zijn eigen woorden. Hij zal ons elke zonde vergeven die wij Hem belijden. En als God vergeeft, dan kiest Hij ervoor om te vergeten. Dat betekent dat Hij die zonden nooit meer tegen ons zal gebruiken. Voor Hem is het alsof wij nooit gezondigd hebben.
Toepassing: Vertrouwt u dat God uw zonden echt vergeeft als u die belijdt?
Gebed: Heer, dank U dat ik U vertrouwen kan. Amen.
© Maximum Life