Vriendschap – deel 2 van 12

0
282
Het begin van een mooie en bijzondere vriendschap.

Lezen: 1 Samuël 17:1-30

Vers voor vandaag: “De strijd is des Heren.” (1 Samuël 17:47b)

Gisteren hebben wij het gehad over Jonathan, een man van geloof (1 Samuël 13:15-14:15). Vandaag ontmoeten wij David, zijn toekomstige vriend.

David, een man van geloof
David kwam in de legerplaats aan met wat lunchpakketten voor zijn broers. Daar zag hij Goliath, de reus. Letterlijk een boom van een vent; drie-en-een-halve meter lang, gestoken in een pantser van méér dan 100 kilo, met een lans als een weversboom, waarvan de punt alleen al 12 kilo woog.
David hoorde wat Goliath allemaal zei, of beter gezegd vloekte. Hij hoorde hoe hij het volk van Israël voor de gek hield. Hij hoorde hoe deze grove man de God van Israël tartte. Dat deed een heilige woede in hem opkomen. Hij kon niet aanzien en aanhoren hoe zijn volk en zijn God te schande werden gemaakt. Zo kwaad was hij dat hij die reus persoonlijk te lijf wilde gaan.

Saul wilde daar eerst helemaal niets van weten. De inzet was te hoog. Maar toen David aanhield, en omdat hij geen andere oplossing zag, stemde Saul uiteindelijk schoorvoetend toe. Hij gaf zijn eigen harnas aan David. Maar daar had de jonge David niets aan. Hij kon zich nauwelijks in dat veel te grote, stramme pak bewegen. Hij wilde en hij kon niet vechten in het harnas van een ander. David zocht vijf gladde stenen in een beek en ging Goliath tegemoet. Zo stond hij daar, een dwerg tegenover een reus. Een ongelijke strijd. Een onmogelijke strijd. Goliath voelde zich in zijn eer gekrenkt dat de Israëlieten een jongen op hem afstuurden. Hij begon te vloeken en te tieren. En wat zei David? “De Here verlost niet door zwaard en speer. Want de strijd is des Heren en Hij geeft u in onze macht.” (1 Samuël 17:47)

Denkt u nu nog eens aan de woorden van Jonathan (1 Samuël 14:6) uitgesproken in een soortgelijke situatie. Opnieuw woorden van vertrouwen in God. Opnieuw was iemand ervan overtuigd dat de Heer de overwinning zou geven nog voordat er iets gebeurd was. En de Heer gàf de overwinning. Op een slimme manier wist David de reus te overmeesteren. Goliath werd gedood en het Filistijnse leger sloeg op de vlucht. Een deel van het machtige leger van de Filistijnen werd afgeslacht.

Opnieuw gaf de Heer de overwinning; niet op grond van de inzet van het leger van Saul, maar op grond van het vertrouwen van één persoon. God handelde niet op grond van werken, maar op grond van geloof. Daarin zit mijns inziens een heel belangrijke les voor ons. Wij proberen vaak God te behagen door veel voor Hem te doen, door activiteiten, door hard werken; maar als wij zulke gebeurtenissen op ons laten inwerken, dan moet het wel duidelijk worden dat God bovenal geloof en vertrouwen zoekt. De Heer zoekt eerst ons hart en dan pas onze daden.

Zo ontmoeten wij in deze hoofdstukken van de Bijbel twee mannen van geloof. Twee mannen die de Heer van harte liefhadden. Twee mannen die bewezen hadden dat ze hun vertrouwen durfden te stellen op de Heer, hun God. In 1 Samuël hoofdstuk 18 ontmoetten deze twee mannen elkaar voor het eerst. Dat was het begin van een mooie en bijzondere vriendschap. Een vriendschap die als voorbeeld kan dienen hoe wij christenen als vrienden en vriendinnen met elkaar om kunnen gaan.

Toepassing: God wil dat wij de talenten, die Hij ons gegeven heeft, vermenigvuldigen. Nog belangrijker is het echter voor Hem dat wij Hem vertrouwen. Misschien wilt u vandaag opnieuw tegen God zeggen dat u uw leven bewust aan Hem wilt toevertrouwen en dat u Hem wilt vertrouwen voor alle gebeurtenissen en uitdagingen van deze dag.

Gebed: Heer, maak mij bewust van het feit dat de strijd ‘des Heren’ is. Amen.

© Maximum Life