Romeinen 1,1-17 Vervolg

0
207
De vorige studie fungeerde als een inleiding en in deze vervolgstudie is het de bedoeling meer op de tekst zelf in te gaan.
Het gedeelte wordt opgedeeld in een serie verzen en deze worden vervolgens dieper bekeken.
Het is steeds de bedoeling de Bijbel erbij te houden, mee te lezen en soms kan het nodig zijn een verwijstekst op te zoeken; studie dus.
Gods zegen met deze studie Drs. A. ten Napel

Rm. 1,1-7.

In de vorige studie is er op gewezen dat Rm. 1,16.17 de kern van de brief weergeeft. Dit is uiteraard wel vol te houden als niet wordt vergeten dat na Rm. 1,17, Rm. 1,18 volgt. Een streng vers.
Paulus is een dienstknecht, maar ook een geroepen apostel. Nu dat is het eerste waar even de aandacht op wordt gevestigd. Een dienstkencht (doelos ). Hij is opgevoed als Farizeeër, hij is Romeins staatsburger (Hd. 16, 37.38) en komt uit Tarsus. Paulus is voor de Here een geschikt instrument om vanuit het Jodendom het evangelie te brengen naar de heidenen. Hij is een ex-Farizeeër maar is duidelijk ook op de hoogte met de Griekse cultuur; zie 2 Pt. 3,15.15; Hd. 17,28 Paulus citeert een Griekse dichter.
Deze man, hoog opgeleid noemt zich dienstknecht en apostel. Hij zegt verder in Rm. 1,16.17 Ik schaam mij niet voor het evangelie, maar weet ook dat dit evangelie de enige weg tot zaligheid is; zie Rm. 1,17.18.

Opmerking: Lees voor uzelf Mt. 10,32.33 willen wij getuigen zijn?

Een dienstknecht, letterlijk, een slaaf van Christus. In Jh.15,15 noemt Jezus zijn leerlingen slaven maar veel meer vrienden; de Meester heeft hun alles bekend gemaakt wat de Vader Hem heeft laten horen. Paulus kan dit ook zeggen (Rm. 1,1) toch noemt hij zich slaaf, want hij is gekocht en betaald door het dure bloed van Christus; zie Mk. 10.45. Hij is dus het eigendom van zijn Meester.
Paulus is geroepen als apostel, gezondene. Efeze 4, 11,12 (zie Rm. 12, 4-8 en 1Cor.12, 28-31) en de Heilige Geest heeft de gemeente apostelen gegeven; het is een gave van de Geest.
Wat is/doet een apostel? Jezus kiest zelf 12 apostelen uit en daarvan heeft één Hem (Judas) uitgeleverd. In Hd.1, 21.22 staat dat een apostel getuige is van de opstanding van Jezus en Hem levend moet hebben gezien. Paulus heeft in Hd. 9 de Heiland levend ontmoet Paulus noemt zich in een van zijn brieven de grootste van de zondaren, hij heeft de gemeente van God vervolgd, hij is als ontijdig geboren als apostel. Jezus wordt in Hb.3, 1 de Hogepriester en Apostel van onze belijdenis genoemd. Beide termen hebben te maken met de hemelvaart van Jezus, langs een levende weg die ook voor de gelovige is opengesteld.

Paulus is afgezonderd en in dienst gekomen van het evangelie van God. Hij is op deze manier een soldaat van Christus geworden,
Het evangelie bestaat niet uit menselijk wijsheid, het is geen filosofie. In tegendeel het evangelie is door God beloofd, het is profetie, want de profeten van het OT hebben het al opgeschreven.
Petrus zegt hetzelfde in 2 Pt. 1,16. 20.21. Legt daar eens naast 2 Tim. 3,16.17.
Later zal ongetwijfeld de Bibliologie nog wel aan de orde komen maar nu al een paar dingen.
Mag ik even vooruit grijpen op Rm. 1,19.20; zie ook Ps. 19, 2 f. Het gaat om de stelling dat God

niet door de mensen gevonden kan worden tenzij Hij zich openbaart. De schepping laat zien dat God, God is, maar vertelt niet wie God is. Algemene openbaring, d.m.v. de schepping is onvoldoende om God te leren kennen.
Vanuit de schepping en de paradijstoestand is dit wel genoeg geweest, maar de zonde heeft in deze roet in het eten gegooid; zoals Paulus in Rm. 1,18-20 gaat aantonen.
Rm. 3,23 komt nog wel aan de orde, maar de conclusie van de apostel is: allen hebben gezondigd… enz. Sla ook maar op Rm. 5, 12 en opnieuw hier de conclusie allen hebben gezondigd.

Opmerking: Wij mensen moeten aanvaarden dat God voor ons onvindbaar blijft als Hij zich niet uit liefde aan ons openbaart! Dit is wat Paulus in de eerste verzen van Romeinen 1 laat zien.
Jezus geprofeteerd door de profeten, een bekende profetie is te vinden in Jes. 42,1-4; Jes. 53 terwijl Ps. 22 er ook mag zijn.
God heeft zich laten kennen in de Openbaring door Zijn Woord.
Jezus, Zijn komst Zijn werk is geopenbaard in het Woord; zie Jh. 1,1-3.14.
Openbaring is er door Gods genade, deze openbaring werkt door in de prediking; zie Hd. 16, 14.15
Hd. 13, 48 wijst er eveneens op, heidenen die gereed waren om het eeuwige leven aan te nemen komen tot geloof.

Paulus schetst verder het leven van de Meester met een paar pennenstreken.
Jezus stamt af van David (zie Lk, 1, 33; 2,4; Mt. 1,6.20). Hij is geboren uit een vrouw, geboren onder de wet zeg de apostel in Gl. 4,4. Rm. 1,4 laat een belangrijke waarheid zien welke in de brief wordt uitgewerkt.
Jezus is de Zoon van God, daar is geen verder bewijs voor nodig. Zijn opstanding bevestigt dit, bewijst dat God de Vader Zijn offer heeft aangenomen en er een totale verzoening is aangebracht; zie Rm, 4, 25-5,2; Hb. 9, 24-26.
Paulus spreekt hier in navolging van Jezus zelf van een geweldig stuk genade. Hij wijst op gebeurtenissen welke Jezus ook gebruikt als Hij in Jh. 5, 25-30 Zich verdedigt tegen de aanklacht van de Joods raad.
Rm. 1-5 spreekt van de genade en het doel van het apostelschap. De volgende verzen, lees deze eens rustig door, spreken over het verlangen naar de gemeente in Rome (zie de vorige studie).
Let op de houding welke de apostel laat zien, hij gebruikt geen apostolisch gezag (hij mag dit wel gebruiken), hij komt nederig en wil de ander hoger stellen dan zichzelf.
Paulus weet zich een schuldenaar bij de Griek en alle anderen, zijn schuld/last is de verkondiging van het evangelie

Opmerking: Staan wij stil bij het feit dat wij een geweldige boodschap hebben. Het evangelie van Christus en Zijn kruis, de verzoening van de zonde is de enige remedie tegen de zonde.
Er is niemand die door goede werken en een heilig en moreel leven, goede daden opofferingsgezindheid de hemel kan verdienen en/of bereiken! De enige manier om het Koninkrijk van God binnen te gaan (Jh. 3,3-5) is wedergeboorte en dus geloof.

In Rm. 1,16-18 vat de apostel dit feit samen.
Hij schaamt zich niet het evangelie, vanuit menselijke wijsheid geredeneerd is daar alle reden toe; zie 1 Cor. 2,18-25. Het evangelie predikt een gekruisigde “timmerman die zichzelf God maakt”.
Deze persoon zou zijn opgestaan uit de dood; zie ook de reactie in Hd. 17, 30-33.
Paulus noemt dit evangelie Gods kracht/ recept tot behoud.
Waarom is de apostel overtuigd van de waarheid en kracht van het evangelie? Kan hij zich niet vergissen?
Sla maar eens op Hd. 9, 4-9 en lees hoe Paulus de levende Here ontmoet. Sla maar eens op 1 Cor. 15, 1-9. Deze verzen laten maar één conclusie toe: Jezus leeft, de apostel kan zich niet vergissen!

Vervolgens spreek dit gedeelte dat de gerechtigheid door het geloof is geopenbaard, van geloof tot geloof, de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

Het een en ander wordt in het vervolg van deze brief en ook deze studies uitgebreid behandeld.
Een paar opmerkingen: Het gaat hier om een geschonken gerechtigheid toegerekend door het geloof; zie Rm. 4, 1-5; Rm. 5,1-3.
Waarom kan alleen de geschonken gerechtigheid voor God bestaan, een heel belangrijke vraag?
Rm. 1,18 f. geeft het ontluisterd antwoord! De mens heeft geweigerd God de eer te geven en Hem te danken.
Degene die zonder wet gezondigd heeft (Rm. 5, 13.14), gaat zonder de wet verloren en uit de werken van de wet (Rm. 3,20 ) wordt niemand gerechtvaardigd.

Deze studie wordt afgesloten met Rm. 3, 21
“Maar nu is zonder wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid.

Tot de volgende keer.

A. ten Napel Joure 26 maart 2015