Romeinen 12, 1-8

0
341
Inleiding
Paulus schakelt in hoofdstuk 12 over op een heel ander gedeelte. Wanneer ik de Romeinenbrief van een indeling zou voorzien dan denk ik dat tussen Rm. 11.36 en Rm.12 ,1 een dikke streep staat.
Het woordje amen in Rm. 11, 36, wijst daar op.
Paulus is in Rm.1, 18-Rm. 11,36 leerstellig en onderwijzend bezig geweest, maar in Rm. 12, 1-15, 33 wijzigt zich deze opzet en wordt wordt zijn schrijven meer pastoraal. Ook dit gedeelte eindigt met amen.
Rm.16 is een verhaal apart waarop nog breder teruggekomen wordt.
Het valt op dat Paulus in vers 6-8 de charismata (de gaven van de Geest) ter sprake brengt en voorzichtig mag nu al worden gesteld dat het voorgaande (Rm 12,1-5) daar de bouwstenen voor aandraagt. Christenen moeten hun denken en handelen niet hoger laten zijn dan de mate van het geloof. Ik geloof dat Paulus oproept tot nederigheid. Wij als huis tuin en keuken Christenen kijken soms op tegen geloofsreuzen, maar ook dit zijn gewone zwakke mensen; zie Jk. 5, 17.

Rm.12,1-3
Het begin van een meer praktisch gedeelte en deze vermaningen/bemoediging rusten in Gods ontferming; Rm. 11,32. Het gaat in de eerste plaats om dankbaarheid voor de barmhartigheid van God. Deze moet de gelovige motiveren om te wandelen in de heiliging. Het gaat om een voortdurend toegewijd leven. Paulus vergelijkt het nieuwe leven met een Gode welgevallig offer.
Het begrip eredienst wordt uitgedrukt met een term uit de offerscultus en het begrip redelijke wil gewoon zeggen dat er geen andere mogelijkheid is. Een zijstap naar Rm. 4, 3 waar een woord met eenzelfde stam wordt gebruikt voor geloof dat gerekend wordt tot gerechtigheid.
Offeren wil zeggen jezelf overgeven je ter beschikking geven zoals Izaäk dit doet in Gen 22. Gelovigen mogen door hun leven, door dit aan de God ter beschikking te stellen als een offer, Gods liefde uitstralen naar elkaar en naar de wereld, vergelijk het offer van Jezus (Jn. 3,16) en de opdracht van Christus (Jn. 15, 12-14). Praktisch wil dat zeggen navolging als leerling en dus dagelijks kruis opnemen en en Hem volgen; zie Mt. 16, 24.25 ; Lk. 14, 25-33. Kruisdragen wil zeggen smaad/ vervolging, haat en nijd ondervinden in de wereld omdat je Jezus volgt. Paulus zegt aan het eind van zijn leven dat hij als plengoffer wordt geofferd bij de eredienst van de gemeente.
Wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, de volgende uitdrukking. Ik geloof dat de apostel wil aangeven datgene dat hij al in Rm.5 en  8 heeft uitgelegd;staan in de genade en nu al is de gelovige verheerlijkt met Christus. Elders zegt de apostel we worden veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid.
Let ook op de samenvatting van de brief: Het evangelie is een kracht van God tot behoud, de rechtvaardige leeft van geloof naar de volgende stap in het  geloof.

Wat is wandelen in de liefde. Liefde wordt vaak gezien als een gevoel, een soort klik. Ik voel het niet ben ik God kwijt? Hyskia heeft een dergelijke periode als beproeving meegemaakt nadat hij wonderlijk is genezen en Jeruzalem door Goddelijk ingrijpen is verlost. Er staat dan God verliet hem omdat de Here wilde weten wat er in zijn hart omging en toen bleek dat de koning van Juda tekort schoot in dankbaarheid. Beste vrienden daar draait het ook nu om. Natuurlijk is het heerlijk om op de toppen van je geloof te bivakkeren, maar een Christenleven kent ook droge periodes; we zeggen dan wel eens de hemel is van koper. Het draait om dankbaarheid!Liefhebben, elkaar en God liefhebben heeft ook een gewone praktische kant; gehoorzaamheid aan Gods geboden want dan wandel je in de liefde, niet meer dan dat maar ook niet minder; heel Ps.119 wil dit aan ons uitleggen. Ik berg Uw woord op in mijn hart zodat ik tegenover u niet zondig. Hoe moet ik bij wijze van spreken aan de zonde en de verleiding in mijn leven ontsnappen? Het antwoord luidt door het woord te gehoorzamen. Het gaat dus om de verandering van denken/ om vernieuwing van het verstand/ veranderen van gezindheid; het Griekse woord laat al deze vertalingen toe. Doel van deze verandering is het begrijpen van Gods wil; hier komen voorzichtig de gaven van de Geest al om de hoek kijken. Redelijke eredienst is geen sprong in het geloof, maar heeft als basis Gods woord.
Geloof kan dus soms inhouden de ander de voeten te wassen, zoals Jezus het voorbeeld heeft gegeven. De laatste opmerking denken in overeenstemming met de mate van het geloof, wijst op de plaatst welke een gelovige mag innemen in het lichaam; een plaats welke door de gaven van Geest wordt aangewezen.

Rm. 12, 4-8

De klassieke gedeelten welke de gaven de Geest aan de gemeente behandelen, zijn: Rm.12; 1 Cor. 12, Efeze 4 en 1 Pt.4.
Het vierde vers geeft deze verscheidenheid al aan. In 1 Cor. 12 geeft de apostel een meer uitgebreide behandeling.  Er is dus een verscheidenheid in functies en bedieningen. De tekst hier noemt profetie en profetie kan onderwijzend en voorspellend zijn; zie Agabus in Hd. 11,28;21,10.11; zie Hd. 15,32; Paulus in Rm. 11, 25.26. Profetie en geloof m.b.t. het waarheidgehalte met gesproken woord door de profeet houden nauw verband met elkaar; zie 1 Cor. 14,22-25. Ik geloof trouwens ook dat vertaalde tongentaal eveneens profetie kan zijn. De volgende gave is de gave dien/helpen; zie ook 1 Cor. 12, 28-31 voor een meer uitgebreide lijst.
Genezing valt op in 1 Cor. 12, geloof profetie, onderwijs, leiding geven enz.
Apostelschap, herder zijn zie Efeze 4. In 1Cor. 7 staat nog een gave het ongetrouwd blijven ten behoeve van de roeping van de Here. Een vrijwillige keuze en geen opgelegd celibaat.

Paulus noemt in de tekst een serie gave op welke in de gemeente aanwezig zijn en de functie en de plaats in de gemeente gaan hand in hand met de ontvangen gaven en/of gave. Wanneer ontvangen we gaven/ een gave van de de Heilige Geest.
Broeders en zusters als wij opnieuw worden geboren krijgen we als kind van God een plaats in het lichaam. In Hd. 2, 27-39; Rm. 8, 9. Toch geloof ik dat de Bijbel ons meer belooft dan alleen inwoning door de Geest, ik doel hier op de doop met de Geest.
De doop met de Geest ( Mk. 1 Mt. 3 en Lk. 3 ) mag worden gezien als de eerste vervulling met de Heilige Geest waarop er openlijk meerdere zullen volgen. Hd. 2, 4 noemt de doop met de Geest vervulling; zie ook de opdracht welke hieruit volgt in Efeze 5, 18.
Gl. 3, 1-3 laat zien dat Paulus, in zijn vermaning aan het adres van gemeente. refereert naar deze eerste vervulling met de heilige Geest..
Een gave van de Geest is in de kern geen natuurlijk talent, in de regel sluit deze genade gave wel aan bij een talent dat de Christen bezit en gebruikt dit talent, het kan ook aansluiten bij het karakter van de gelovige, maar het kan ook iets totaal nieuws in houden.
Ik bedoel dit de gave van herder zijn kan ook een eerdere karaktertrek reinigen en gebruiken, evenzo geldt dit voor de gave van onderwijs. IJver, helpen, dienen enz. kunnen op dezelfde maner worden ingeschat.
Geloof/ profetie/ genezing en tongentaal zijn meer bovennatuurlijke gaven, daar lijken de zaken anders te liggen.
Merk op een gave is als gift altijd bovennatuurlijk!

Een opmerking De gave van herder en leraar (1Tim.5, 17.18, wordt door de Here in de gemeente dubbel gewaardeerd. Er wordt gesproken over een dubbel eerbewijs en de Here zelf beschermt deze ambtsdragers tegen klachten.
Dit mag in de gemeenten wel eens worden gezegd, maar al te vlug wordt er m.b.t. de ze broeders
overgegaan op een oude jongens krentenbrood verhouding. Men claimt dan allen de Heilige Geest te bezitten. Allen zijn geen leraar, maar degene die gezag dragen verdienen het respect van andere broeders en zusters. Uiteraard mag iedereen zich verheugen in de inwoning en de vervulling met de Geest. Er is éénheid in de gemeente maar er zijn ook gezagsverhoudingen en er zijn dus ook bepaalde rangen en standen in de gemeente.
De oudsten wordt opgedragen de  kudde te houden en heeft daardoor extra verantwoordelijkheid, hij moet zich houden voor winstbejag en hoogmoed.

Nu tot zover deze studie, volgende keer Rm. 12,9-20 een hele serie praktische vermaningen m.b.t. de Christelijke levenswandel.

Groet en zegen April 2019  drs. A. ten Napel