‘Je broertje is gestorven’

0
316
Bij Uitgeverij Gideon Boeken verscheen in januari het boek ‘Tevoorschijn (eerlijk over mij en jou)’ van zanger en spreker Gerald Troost. Gerald is de veertig gepasseerd, een leeftijd waarop veel mensen terugkijken op hun leven en nadenken over de toekomst.

In dit persoonlijke boek kijkt Gerald terug op de bewogen jaren die achter hem liggen, en neemt hij de lezer mee naar zijn eigen hoogte- en dieptepunten, van het verlies van zijn kleine broertje Jarnoud tot de zorg om zijn dochter Rosa. Van de middelvinger die hij opstak naar zijn schoonmoeder tot zijn opsluiting in een politiecel. Natuurlijk vertelt hij ook over zijn leven als artiest en over zijn relatie met God.

Toch is Tevoorschijn geen biografie. Geralds belevenissen bevatten belangrijke lessen, en vormen zo een spiegel voor de lezer, zodat die kan leren van zijn of haar eigen ervaringen. Hoe ga je om met teleurstellingen? Hoe leef je onder leiding van de Heilige Geest? Hoe ontdek je wat Gods plan is met jouw leven en hoe je mag dienen in een onvolmaakte kerk? Gerald vertelt een eerlijk verhaal over zichzelf, in de hoop dat jij ook eerlijk naar jezelf kijkt.

De redactie van Uitdaging kreeg van Gerald de mogelijkheid aangeboden om maar liefst 4 hoofdstukken te publiceren uit het boek. Deze en volgende zaterdag kunt u nog een hoofdstuk hier online lezen.

Wil je liever gelijk het boek bestellen?
Dat kan via de christelijke boekhandel in jouw woonplaats of bij Pelgrimonline.

Hoofdstuk: ‘Je broertje is gestorven’

De dood is niet het einde
De dood is een gordijn
Daarachter straalt het leven
Waar we altijd samen zijn

Liedtekst: Gerald Troost
CD: Woorden van Troost

Zoals een zware onweersbui met felle donderslagen en bliksemschichten een mooie zomerdag ruw kan verstoren, zo sloeg het nieuws rond de ziekte van mijn jongste broertje ook in als een bom. Jarnoud was ziek. Hij was doodziek en de impact dreunt nog door tot op de dag van vandaag. Enkele maanden eerder bleek een loensend oog nog onschuldig, maar toen Jarnoud ook met zijn beentje begon te slepen werden mijn ouders toch ongerust. Via verschillende artsen kregen we te horen dat er een gezwel groeide in zijn hoofdje.

Als tiener wist ik maar moeilijk raad met alle aandacht van mensen, de emoties en natuurlijk het besef dat je broertje in grote nood was. Ik weet nog goed dat ik Jarnoud vaak droeg in de steriele en onpersoonlijke gangen van het ziekenhuis. Ik kan de doordringende lucht van medicijnen nu nog ruiken. Het dragen van mijn broertje was voor mij de manier om mijn liefde te tonen. Voor de rest voelde ik me vooral machteloos. Ik hield mijn emoties binnen. Nergens voelde ik voldoende veiligheid om mijn hart helemaal te openen. En het is natuurlijk ook niet stoer om als tiener van veertien te gaan huilen. Op die leeftijd is het belangrijk wat leeftijdsgenoten van je vinden en ook als oudste in een gezin vond ik dat ik ‘cool’ moest blijven. Alleen in mijn bed liet ik mijn tranen de vrije loop.  

‘Ik wil naar Jezus toe’
Mijn broertje mocht tijdens zijn ziekte geen chocolade of ander snoepgoed. En als hij wel wat kreeg van het bezoek, dan deelde hij dit altijd gul weer uit. Mijn broertje was een van de zachtaardigste mensen die ik ooit heb gekend. In de voorgaande jaren maakte ik me weleens zorgen over zijn zachte karakter en vroeg ik me af of hij wel zou kunnen standhouden in de jungle van het school en straatleven. Ik ging dan regelmatig met hem ‘boksen’ en daagde hem uit om voluit te slaan. Dit lukte maar met mate. Toen Jarnoud eenmaal ziek was, konden we natuurlijk niet meer boksen.

Eén uitspraak van mijn broertje zal ik nooit vergeten. Hij zei, terwijl hij geconfronteerd werd met steeds meer lichamelijke gebreken, dat hij zo graag naar Jezus wilde gaan. God was een realiteit voor hem. Op een heel eenvoudige manier vertrouwde hij erop dat Jezus echt bestaat en dat Hij een antwoord is op zijn pijn en verdriet. Zelf heb ik Jarnoud ook nooit opstandig gezien. Hij is en blijft voor mij een voorbeeld in vertrouwen op God. Sommige mensen worden bijna honderd en overlijden na een bewogen en lang leven. Mijn broertje moest met vijf jaar al veel moeilijke lessen leren.

Een ontwricht gezin
Je eigen kind verliezen is een van de moeilijkste dingen die een mens kan meemaken. Als je je ouders verliest, dan verlies je iets van het verleden. Als je je partner verliest, dan verlies je iets van het heden. Als je een kind verliest, dan verlies je iets van de toekomst.

Ik heb ook mijn eigen ouders zien lijden onder het ziekteproces van Jarnoud. Mijn moeder kon dit emotioneel niet goed aan en is voor een bepaalde periode uit huis gegaan. Bij vrienden en enigszins op afstand, kon ze de rust vinden die ze op dat moment nodig had. Natuurlijk bleef ze volop betrokken, maar mijn vader heeft toen de verzorging van Jarnoud op zich genomen. Hij was ook degene die tot het einde heeft geloofd in de genezing van Jarnoud.

Hij was niet de enige. Elke week zat het huis vol met gelovigen die vurig baden voor herstel. En zelf zat ik hier als tiener regelmatig bij. We smeekten God om een ommekeer, maar het verliep allemaal anders. Mijn broertje werd alleen maar zieker. En tijdens de laatste weken werden zelfs de meest basale zaken een grote lijdensweg voor Jarnoud. Hij kon al niet meer lopen en spelen, maar op het laatst ging eten of naar het toilet gaan ook niet meer. Het was hartverscheurend om de lijdensweg van zo’n jong ventje te moeten meemaken.

In deze tijd kreeg mijn moeder een droom, waarin ze mijn broertje in het hemelse licht zag. Op de aarde zag ze ons gezin staan. Naast ons gezin zag ze echter nog meer. Ze zag een blond meisje gearmd staan met een kleiner blond jongetje. Mijn moeder kreeg al snel door dat dit een droom van God was. God zelf wilde duidelijk maken dat Jarnoud naar de hemel zou gaan en dat er later nog een zusje en een broertje zouden komen. En zo is het uiteindelijk gegaan. Op een avond kwamen mijn ouders thuis van het ziekenhuis en vertelden dat Jarnoud was overleden. Het was minutenlang doodstil. Niemand wist goed zijn gevoel te verwoorden. Er was geen weg meer terug en Jarnoud was niet meer bij ons.

Weggestopt verdriet
Wat miste ik Jarnoud. Zijn begrafenis heb ik als in een roes beleefd. Het overlijden van mijn broertje bleef een moeilijk voor te stellen werkelijkheid. En begrijpen kon ik het nog steeds niet. Natuurlijk wist ik dat Jarnoud in de hemel was. Natuurlijk wist ik dat hij het daar beter had, maar waarom had hij zo moeten lijden? Waarom heeft God niet geluisterd toen wij met velen hartstochtelijk hebben gebeden om genezing? God noemt zich in de Bijbel toch een Vader?

Als tiener vond ik het dus moeilijk om mijn verdriet te uiten. Ik stopte het diep weg. De jaren na het overlijden ben ik verder gegaan en probeerde ik maar wat plezier te halen uit mijn avonturen in het uitgaansleven. Vanbuiten een vrolijke clown, maar vanbinnen vaak eenzaam en onzeker. Het was pas toen ik achttien jaar was en een relatie kreeg met Nelinda dat de pijn en de vragen naar boven werden gebracht. Het was vooral het doorvragen van Nelinda waardoor ik werd gedwongen om mijn gevoelens onder woorden te brengen. Het was zeker niet gemakkelijk, omdat ik afdaalde in een put van verdriet. Ik moest op de modderige bodem van die put mijn eigen verdriet in de ogen kijken. En op dat moment besloot ik de begraafplaats weer eens op te zoeken. Dat was al jaren geleden.

Op een stralende zondagmiddag ben ik op de fiets gestapt. De hemel was blauw en de zon scheen op mijn gezicht. Ik heb minutenlang gedwaald in die tuin vol bomen en grafstenen. Uiteindelijk vond ik het graf van mijn broertje en las ik de tekst op de steen: ‘In de schaduw van uw vleugels wil ik schuilen’ en de naam van mijn broertje: Jarnoud Troost. Al het verdriet, al de boosheid, al de eenzaamheid kwamen er op dat moment uit. Ik heb staan huilen als een klein kind. Ik heb weer geschreeuwd naar de hemel. Ik heb weer de eenzaamheid gevoeld. Maar het was niet alleen de gebrokenheid die ik voelde. Ik ervoer op bijzondere wijze ook een hand op mijn schouder en een stem die zei: ‘Jouw broertje ligt hier niet. Jouw broertje is thuis. Dichtbij Mij en Ik zorg voor hem.’ Op dat moment voelde ik letterlijk hoe de warmte van de zon de tranen op mijn gezicht deden verdwijnen. Ik ervoer vrede, hoop en nieuwe kracht. Mijn broertje is thuis en er zal een dag komen dat ik Jarnoud weer in mijn armen mag sluiten.

Een schepping in barensnood
De hoop en troost die ik uit het geloof in God mag halen is onbeschrijfelijk. Het doortrekt mijn hele leven. Ik ga met andere ogen kijken naar mijn eigen leven en dat van de ander. Je gaat inzien dat er meer is tussen hemel en aarde. De dood is geen punt, maar een komma. Paulus zegt het zo: ‘Het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.’ In die eeuwige tijdloosheid is mijn broertje nu.

Zelf ervaar ik ook dagelijks het zuchten waar Paulus ook over spreekt. Hij schrijft dat de schepping in barensnood is en in afwachting van de bevrijding van dood en verval. Vaak ervaar ik nog zo duidelijk die last op mijn schouders, mijn eigen tekortkomingen. Vaak zijn de nieuwsberichten nog zo schrijnend. Vaak wint de wanhoop het dan van de hoop. Het uitspreken van de waarheden uit Gods Woord helpen mij dan om weer een gezonde kijk op de dingen te krijgen. De Bijbel zegt: ‘Maar wat voor lijden we ook zullen moeten doormaken, het valt in het niet bij de schitterende heerlijkheid, die God straks zal laten zien’ (Romeinen 8:18).

Niet mijn of jouw gevoel hoeven het laatste woord te hebben. Niet de omstandigheden hoeven ons denken te bepalen. Het zijn de waarheden uit de Bijbel die ons vrijmaken en optillen boven onze omstandigheden en gevoelens. Zo mogen we steeds meer ontdekken hoe mooi God zelf is en de toekomst die Hij voor ons heeft klaarliggen.

De hoop die in ons leeft
Na een verlies lijkt je leven aan diggelen te liggen. Je ziet vooral duizend en één brokstukken. Je vraagt je af hoe dit ooit weer kan worden geheeld. Toch heb ik mogen merken dat God ook uit de brokstukken nog prachtige kunstwerken kan maken. Want één ding weten wij: voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken ten goede, want Hij heeft een plan met hen!
In mijn leven heeft God mij geholpen om de brokstukken van mijn verdriet bij elkaar te rapen. God heeft mij geholpen om teksten en muziek te schrijven over aan de ene kant de gebrokenheid, pijn en het gemis en aan de andere kant de hoop die in mij is. God heeft mij geholpen om tot troost te zijn voor duizenden mensen. Om echt te luisteren. Om naast mensen te kunnen staan. En dit is wat God ook in jouw leven wil doen. Hij wil wat gebroken is weer helen. Hij wil wanhoop ombuigen naar hoop. Hij wil jouw kwetsbaarheid krachtig gebruiken om anderen mee te zegenen!


Thuis
De zon gaat langzaam onder hier aan het einde van de dag
Ik zoek alweer een tijdje naar het plekje van jouw graf
Ik heb het lang vermeden, want het is al lang geleden
Dat ik hier ben geweest, zo dicht bij mijn verdriet

Het doet pijn, als ik de steen, met jouw naam erop zie staan
Het gemis is door de jaren nog lang niet weggegaan
En waar moet ik nu schuilen? Als een kind sta ik te huilen
Maar mijn tranen drogen langzaam. Hier in de warmte van de zon

Je bent thuis
Je hebt een plekje in de hemel
En je vliegt met de vleugels van de tijd
Ja ik weet, God zorgt voor jou
Ja ik weet, ik zie je gauw
Want ik ga naar huis

Mijn gedachten dwalen langzaam naar een tuin hier ver vandaag
Ik ervaar een diepe vrede. Ik zie een engel staan
Hij spreekt met warme woorden
Wat dood is, is herboren
Jezus, Hij is opgestaan
En wie gelooft zal met Hem gaan..

Je bent thuis,
Je hebt een plekje in de hemel
En je vliegt met de vleugels van de tijd
Ja ik weet, God zorgt voor jou

Ja ik weet, ik zie je gauw
Want we gaan naar huis

Liedtekst: Gerald Troost
CD: Woorden van Troost