Maar hij herinnert wel aan Mattheüs 7:21-23: “Niet een ieder die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnen gaan, maar wie doet de wil Mijns vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.” Hamon is een van de voormannen van wat de ‘profetische beweging’ wordt genoemd. Hij schreef tal van boeken.
Als zondige predikers floreren wil dat volgens hem absoluut niet zeggen dat God hun bediening bevestigt. In plaats daarvan bevestigt Hij Zijn Woord, zegt Hamon. God staat toe dat de bediening succes heeft, omdat Hij zorgt voor de mensen die luisteren en wil dat zij worden gered en genezen. Zulke predikers, hoewel eens gered, kunnen er niet zeker van zijn in de hemel te komen, denkt hij. En hun naam kan uit het Boek des Levens worden gewist, voegt hij er aan toe.
Valse leer is als een gif, waarschuwt hij: 99 procent kan goed zijn voor een mens, maar één procent kan hem fataal worden. Gevaren schuilen er naar zijn mening in als de prediker belangrijker wordt dan de bediening, prediking en profetie geen vrucht draagt, niet Schriftuurlijk is of jonge, nog niet rijpe christenen al predikers worden. “De Bijbel waarschuwt daartegen”, zegt hij.
Volgens Hamon moet het huwelijk van een prediker de relatie tussen Christus en de gemeente weerspiegelen en de gebruikte methoden horen uiterst zuiver te zijn. “Een prediker moet op elk gebied eerlijk zijn.” Hij gelooft ook dat predikers totaal van de wereld moeten verschillen in hun zeden en gewoonten, hun financiën op orde horen te hebben (“een christen kan geld hebben, maar het geld moet niet hem in zijn macht hebben”) en seksueel een zuiver leven behoren te leiden. Het gaat allemaal volgens hem om de vraag of een bediening is gebaseerd op een hart vol van Gods liefde, anders is die waardeloos.